logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Mediamap Taal

Words, words, words Wittgenstein schreef: “The limits of my language means the limits of my world.” Bekijk tien bijzondere ‘TEDxTalks’ van linguïsten, data analisten en woordnerds die de alomvattende kracht van de taal verkennen, zoals Steven Pinker die vertelt over taal en denken en Mark Pagel die uiteenzet hoe taal het mensdom transformeerde. www.ted.com Werkgroep Coachingpsychologie De sector Arbeid en Organisatie van het Nederlands Instituut voor Psychologen (NIP) heeft de werkgroep Coachingpsychologie opgericht. Deze werkgroep is op zoek naar de wetenschappelijke evidentie achter coaching. De werkgroep wil deze kennis onder de aandacht brengen van (aankomend) psycholoogcoaches die willen weten wat er bekend is over de werkzame ingrediënten van coaching. In het bijzonder is de werkgroep geïnteresseerd in coachingpsychologie: het toepassen van kennis over menselijk gedrag in de context van coaching met als doel om de praktijk van coaching beter te begrijpen en te verder te optimaliseren. Meer lezen: www.psynip.nl Words are very unnecessary Veel van onze oorspronkelijke ervaringen kunnen we niet met woorden uitdrukken. We zijn daarom als het ware gevangen in de taal. Tjeerd Vrielink ziet het als taak van kunstenaars om manieren te vinden die de begrenzingen van taal doorbreken en ruimte bieden aan het oorspronkelijke. Om zo glimpen van het voortalige te kunnen tonen. Als kunstenaar hoopt hij met zijn werk een mooi licht te werpen op de veelzijdigheid van de werkelijkheid. Meer informatie over zijn tentoonstelling: www.cultuurwerf.nl Jij! Schrijf zelf je eigen levensverhaal Naomi Albrechts. Zaandam: Attrakt, 2013. ISBN 978 94 605 1074 8 Je eigen levensverhaal schrijven is nog niet zo gemakkelijk. Daarom helpt dit boek je daarmee. Samen met de auteur maak je een reis, waarin je aan de hand van je eigen levensverhaal steeds meer ontspant, gelukkiger en krachtiger wordt en jezelf zelfverzekerd neerzet. Denken over duiden Inleiding in de hermeneutiek Hans van Stralen. Apeldoorn: Garant, 2013. ISBN 978 90 441 2897 0 De hermeneutiek is de oudste discipline die zich met het denken over de interpretatie van diverse fenomenen (teksten, kunstwerken, gedrag, juridische kwesties) heeft beziggehouden. In ‘Denken over duiden’ wordt het vruchtbare en actuele karakter van de hermeneutiek uiteengezet de lezers die graag hun kennis over interpreteren willen uitbreiden. Handboek groepsdynamica Een inleiding op theorie en praktijk. Jan Remmerswaal. Amsterdam: Boom/Nelissen, 2013, elfde herziene druk. ISBN 978 90 244 0232 8 Deze klassieker behandelt de hoofdthema’s uit de groepsdynamica, waaronder niveaus en interventies in groepen, groepsvorming, feedback, besluitvorming, conformiteit en het functioneren van teams. In deze elfde herziene druk is er ruime aandacht voor twee centrale onderwerpen binnen het vakgebied: communicatie en leiderschap. Bij de behandeling van de thema’s worden er op systematische wijze verbindingen gelegd met de praktijk. Progressie door zelfcoaching 14 beproefde experimenten om jezelf of je team vooruit te helpen. Gwenda Schlundt Bodien. Culemborg: Van Duuren Psychologie, 2013. ISBN 978 90 8965 192 1 Progressie door zelfcoaching is een praktisch pleidooi voor zelfredzaamheid. Het zet zelfcoaching neer als een goed alternatief voor professionele hulpverlening. Een veelbelovende aanpak, omdat mensen veerkrachtig zijn en kunnen veranderen. Dit boek reikt veertien zelfcoachingsexperimenten aan waarvan bewezen is dat ze werken. Een coachingscultuur ontwikkelen in organisaties Voor coaches en leidinggevenden. Peter Hawkins. Amsterdam: Boom/Nelissen, 2013. ISBN 978 90 244 0227 4 Veel organisaties besteden veel geld aan externe en interne coaching en staan onder druk om te laten zien dat dit zinvolle investeringen zijn. Een coachingscultuur ontwikkelen helpt daarbij. Verbaal judo Nooit meer met je mond vol tanden Hennie de Kler. Zaltbommel: Thema, 2013. ISBN 978 90 5871 660 6 ‘Verbaal judo’ leert je de basisprincipes van een gesprekstechniek die op een prettige en relatief eenvoudige wijze bedekte aanvallen kan neutraliseren. Die techniek is afgeleid van de principes van oosterse vechtsporten: soepel meebewegen met je tegenstander en soms helemaal uit het ‘gevecht’ stappen. Het is een even effectieve als elegante verdedigingskunst met een preventief effect. Zes talige coachingsmethoden toegelicht Door verwoording kun je ordening aanbrengen in de verwarring die gedachten en emoties kunnen oproepen; als het ware structuur aanbrengen in de soms chaotische werkelijkheid. De communicatieve, conceptualiserende en expressieve functies van taal zijn niet strikt te onderscheiden en vaak met elkaar verweven. Binnen coaching wordt taal aan de ene kant gebruikt specifiek als middel om te analyseren en te structureren. Aan de andere kant ligt meer de nadruk op het expressieve karakter van de taal, als middel om gevoelens te duiden, om emoties te verwoorden.In dit overzicht worden een zestal willekeurig gekozen, veel gebruikte talige coachingsmethoden toegelicht. Bronnen Meyer, H., Lindner-de Mul, A., Munters, A., Van Dijk, K., e.a., (2011). Groot Coachingsmodellenboek: 50 modellen voor ontwikkeling van lichaam en geest. Van Duuren Management. Nijmeegse werkgroep Taaldidactiek (1992). Taaldidactiek aan de Basis. Wolters-Noordhoff. Van Ass, S. (2011). Het coachingsmethodenboek. Uitgeverij Boom/Nelissen Denk niet tegen de ander, maar met de ander Socratische methode (of waarderende dialoog) ONTSTAAN. Ontwikkeld door de Griekse filosoof Socrates. `Ken uzelf’ was zijn adagium om de werkelijkheid echt te (leren) kennen en de authentieke kennis van het diepste zelf op te diepen. Socrates hielp als ondervrager bij het ‘geboren’ worden van inzichten en ideeën, als ware hij een vroedvrouw die een kind ter wereld helpt, door te masseren, te stimuleren, te laten pauzeren of juist door te zetten. DOEL. Door systematisch bevragen krijgt de coachee inzicht in gebeurtenissen en disfunctionele gedachten. Hij ziet in hoe hij redeneert en dat er meerdere interpretaties mogelijk zijn. Hierdoor ontstaat er twijfel over zijn opvattingen, kan hij verantwoording nemen voor zijn eigen denken en doen en eventueel verandering bewerkstelligen. WERKWIJZE. Altijd gerelateerd aan een concrete casus, een persoonlijke ervaring. De coach stelt zoveel mogelijk open vragen die beginnen met `wat’, `wanneer’, `hoe’, `waar’, et cetera. De `waarom’-vraag wordt expres niet gesteld, omdat er dan verondersteld wordt dat er snel inzicht komt of al aanwezig is, terwijl dit juist via langdurig doorvragen en reflecteren geleidelijk ontdekt moet worden. Het gaat er niet om wat gedacht wordt, maar hoe gedacht wordt. De coach heeft een oprecht belangstellende en onderzoekende houding, zonder ondervragend over te komen. Belangrijke basispunten zijn: voldoende tijd nemen om de dialoog diepgang te kunnen geven, de wereld door de ogen van de ander bekijken en ruimte maken voor nieuw denken. Er wordt niet gestreefd naar een beslissing, inzicht in en begrip voor elkaars denkbeelden is voldoende. DOELGROEP. De socratische methode is de meest toegepaste gespreksvorm in de cognitieve en gedragstherapie vanwege het open en nondirectieve karakter. Geschikt voor individuen geïnteresseerd in fundamentele reflectie, voor groepen met verschillende visies of groepen die impasse willen doorbreken. Sectoren: onderwijs, managementcommunicatie, organisatie, wetenschap, religie. Referenties Veraart-Maas, H. (2010). Socratisch coachen. Uitgeverij Amsterdam: Boom/Nelissen De mens als auteur van en acteur in zijn verhaal ZKM (Zelfkonfrontatiemethode, ook wel Zelfkennismethode) ONTSTAAN. Ontwikkeld vanuit narratieve psychologie, de wetenschap die onderzoekt wat de mens over zichzelf vertelt. Basisgedachte is: als je weet wat je oorsprong is, waar je staat en waar je naartoe gaat, ben je in balans. Grondlegger was hoogleraar persoonlijkheidspychologie Hubert Hermans, opsteller van de Waarderingstheorie. Deze theorie gaat ervan uit dat iedereen op zijn eigen manier betekenis geeft aan zichzelf, zijn omgeving en zijn leven. Er worden twee fundamentele persoonlijkheidsmotieven onderscheiden: het streven naar zelfbevestiging of zelfrealisatie, en het streven naar verbondenheid met de ander of het andere. DOEL. In zijn leven moet de mens vele keuzes maken, soms hele essentiële, die onzekerheid kunnen veroorzaken. Ook kan terugkerend gedrag leiden tot onzekerheid, disbalans of conflict. De ZKM geeft inzicht in persoonlijke motieven en beweegredenen en vanuit dit inzicht dat soms confronterend, soms bevrijdend kan zijn, handreikingen tot (gedrags)verandering. Dit leidt tot grotere bewustwording van persoonlijke doelen, beter onderbouwde keuzes en groter gevoel van controle over de zaken. WERKWIJZE. De coachee wordt uitgenodigd tot een methodisch zelfonderzoek via het vertellen van zijn levensverhaal. De coach brengt structuur aan in het verhaal en maakt de coachee bewust van zijn drijfveren. Centraal staat hoe de coachee de werkelijkheid beleeft en hoe hij hierop reflecteert. Zo ontstaat een innerlijke dialoog die tot een dieper inzicht kan leiden. De coachee inventariseert betekenisvolle ervaringen (waardegebieden) en kent hier systematisch gevoelens aan toe. Vervolgens analyseert hij de affectieve relaties tussen deze waardegebieden via zelfconfrontatie. Daarna volgt het veranderingstraject dat via bewustwording tot nieuw gedrag leidt dat uiteindelijk verankerd wordt. DOELGROEP. Deze methode kan worden toegepast bij studie-, beroepskeuze- en loopbaanvragen. Het biedt een intensieve reflectie, die vooral geschikt is voor rationele mensen om greep te krijgen op emoties. Het is echter ook een tamelijk technische methode die soms afschrikt. Het traject moet ook geheel worden afgewerkt, er kan niet in delen of sneller tempo gewerkt worden. Referenties Hermans, H.J.M., & Hermans-Jansen, E. (1999). Het verdeelde gemoed. Nelissen. Visser, H. (2003). De Zelfkonfrontatiemethode: een systematische vorm van zelfonderzoek bij studie- en beroepskeuze en loopbaanvragen. www.vis-a-vis.nl www.ZKMopleiding.nl Het zijn niet de problemen zelf die het ons zo moeilijk maken, maar de manier waarop we tegen deze problemen aankijken (naar de Griekse wijsgeer Epictetus) RET (rationeel emotieve therapie) ONTSTAAN. Vorm van psychotherapie, waarin zowel gedrag als gevoel een rol spelen. Grondlegger was Albert Ellis (1913-2007). Wordt ook wel Rationele Effectiviteits Training genoemd, maar in die naam ontbreekt het emotionele aspect. DOEL. Door middel van gesprekstechnieken geeft RET inzicht in je denksysteem en mogelijkheid tot verandering. Bijzonder is dat zowel inadequaat denken als disfunctioneel gedrag wijzigt, waardoor ook het ondermijnende gevoel verandert. Centraal staat de idee van cognitief uitdagingsproces. Werkt zowel curatief als preventief. WERKWIJZE. Iedere mens heeft irrationele kerngedachten (scripts), bepaald door aanleg en ervaringsleer. Deze zijn niet in overeenstemming met de werkelijkheid, kunnen problematisch en dwangmatig zijn en zelfs destructief. Het zijn vaak veeleisende opvattingen als `ik moet’, oordelen over zichzelf of een ander, rampscenario’s, generalisaties en lage frustratiedrempels. Deze irrationele gedachten kunnen worden aangepakt met behulp van bijvoorbeeld het ABC-model: Activating event, gevolgd door Consequence, waardoor Belief kan worden vastgesteld. In het 4G-schema wordt uitgegaan van Gebeurtenis – Gedachte – Gevoel – Gedrag. Samen met de coach toetst de coachee de gedachte en herformuleert deze tot een realistischere gedachte. DOELGROEP. Probleemsituaties betreffen onder andere stressklachten, paniekaanvallen, slaapstoornissen, functioneringsvraagstukken, faalangst, conflicten. Geschikt voor zowel eenvoudige als complexe vragen, mits de coachee bereid is kritisch naar zichzelf te kijken en moeite te doen om te veranderen. Irrationele gedachten kunnen zeer hardnekkig zijn, therapie vergt veel tijd en aandacht, bijvoorbeeld door huiswerkopdrachten. De methode werkt niet bij mensen die geneigd zijn om hun gevoel als waarheid te beschouwen. Referenties Ellis, A., & Backx, W. (2007). Moeten maakt gek. Pak zelf uw emotionele problemen aan. Ambo/Anthos. Bender, R., & Zandbergen, A. (2010). RET in actie: Groepsoefeningen voor trainers en begeleiders. Thema. www.ret-instituut.nl   Ontwapenend en verbindend Geweldloze communicatie ONTSTAAN. Ook bekend als Nonviolent Communication (NVC) of compassievolle communicatie. Ontwikkeld door Marshall Rosenberg die geïnspireerd werd door Carl Rogers en door vredesdenkers als Mahatma Gandhi en Martin Luther King. DOEL. Dit dynamische communicatieproces helpt je om elk moment, zowel privé als zakelijk, duidelijk te maken wat voor jou belangrijk is en waarom. Vooral in conflictsituaties zijn mensen geneigd om (vaak onbewust) taal op een reactieve manier te hanteren. Hierdoor ontstaat een negatieve spiraal waarin irritatie en boosheid toenemen en verzet en angst ontstaan. Doel is preventie van escalatie in het conflict, werken aan een oplossing en heling van relaties. WERKWIJZE. Geweldloze communicatie gaat uit van vier basiselementen: waarnemen, voelen, weten wat je wilt en verzoeken doen. Wat zijn de werkelijke feiten, wat betekenen ze voor iemand en welke behoeften zijn belangrijk? De oplossing van het probleem kan bestaan uit het doen van een verzoek dat tegemoet komt aan de ervaren behoefte. De coachee wordt uitgedaagd om eerlijk te spreken en empathisch te luisteren naar de werkelijke behoefte van zijn gesprekspartner, en niet te interpreteren, te oordelen of eisen te stellen. De methode geeft structuur en rust in een gesprek, voorkomt misverstanden en stelt respect voor elkaars behoeften en normen centraal. DOELGROEP. Zowel toe te passen op persoonlijk vlak (relaties; ook voor kinderen) als zakelijk (onderwijs, zorgsector, politiek). Ook geschikt als mediationtechniek. Referenties Rosenberg, M.B.(2011). Geweldloze communicatie, ontwapenend, doeltreffend en verbindend. Lemniscaat. www.geweldlozecommunicatie. org www.ncgc.nl Niet vechten met de coachee maar in de weerstand meegaan Motiverende gespreksvoering ONTSTAAN. Oorspronkelijk vanuit de verslavingszorg ontwikkeld door Rollnick en Miller in de jaren negentig, maar zeer effectief gebleken op meerdere terreinen. Uitgangspunt is dat verandering niet eenvoudig is. Mensen onderkennen hun probleem en missen vaak het zelfvertrouwen om het aan te pakken. De motivatie om te veranderen moet worden uitgelokt in plaats van opgelegd. DOEL. Deze op interactie gerichte methode biedt een directieve aanpak voor mensen die ontkennen, weerstand vertonen en ambivalent staan tegenover verandering door hun intrinsieke motivatie te bevorderen. WERKWIJZE. Verandering komt niet op gang door de coachee te confronteren met de nadelige gevolgen van zijn gedrag of sancties toe te passen, dit brengt eerder angst, schaamte of afkeer teweeg. Bedoeling is dat de coach de persoonlijke motivatiebron van de coachee weet te vinden door een open en bevestigende houding aan te nemen. De drie kernelementen zijn samenwerking, evocatie (in tegenstelling tot educatie) en autonomie. Hoe belangrijk vindt de coachee de verandering en in hoeverre heeft hij er vertrouwen in dat het zal lukken? De coach hanteert vier principes: empathie uitdrukken, discrepantie tussen gedrag en gewenste toestand ontwikkelen, meegaan met weerstand en persoonlijke effectiviteit ondersteunen. De technieken daarbij zijn: open vragen stellen, reflectief luisteren, bevestigen, samenvatten en verandertaal uitlokken. DOELGROEP. Zeer breed toepasbare techniek om mensen te stimuleren hun probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld bij gezondheidszorg (gezondere levensstijl, alcoholmisbruik, stoppen met roken, afvallen en meer bewegen), depressie, angststoornissen, reclassering en opvoedingsproblemen. Hele korte behandeling lijkt geen blijvend effect te sorteren. Referenties Rollnick, S, & Miller, W.R. (2005). Motiverende gespreksvoering, een methode om mensen voor te bereiden op verandering. Ekklesia. www.ekklesia.nl   Lachen om je probleem is een prima medicijn Provocatief coachen ONTSTAAN. De grondleggers van het provocatieve coachen in Nederland zijn Jaap Hollander en Jeffrey Wijnberg die een prikkelende cocktail van humor en uitdaging serveren als de gebruikelijke ondersteunende coachingsstijl onvoldoende effectief is gebleken. DOEL. Versterkt het zelfvertrouwen en de zelfredzaamheid en vergroot de positieve kijk op de situatie. Brengt ruimte en relativering met uiteindelijk oplossing, beweging of acceptatie van het probleem. WERKWIJZE. De coach gedraagt zich als ware hij een nar die de coachee provoceert, uiteraard vanuit een basishouding van positieve acceptatie en waardering. Door absurde verklaringen en onhaalbare oplossingen aan te dragen daagt hij de cliënt uit diens zwakke punten tot in het belachelijke te vergroten. De groteske overdrijving kan niet gek genoeg zijn, hij gebruikt stereotyperingen en vooroordelen, hij brengt chaos in de denkstructuur, pakt onderwerpen die liever vermeden worden toch aan. Zo kan de coachee eindelijk tot de kern komen, de realiteit onder ogen zien en zelf initiatief nemen. Door de combinatie van warm contact, humor, uitdaging en vrije associatie ondervindt de coachee een bevrijding van zijn knellende probleem, de veerkracht blijkt groter dan gedacht. DOELGROEP. Geschikt voor mensen met halsstarrige problemen, die met andere coachingstechnieken niet verholpen konden worden. Lachen om jezelf brengt ontspanning en relativering, en hierdoor kom je sneller tot het wezenlijke probleem en bevrijding van het knellende keurslijf van je hardnekkige patronen. Referenties Hollander, J, & Wijnberg, J. (2006). Provocatief coachen. De Basis. Scriptum Books.
Gratis
lees meer

STROOK 2012 P11 jun

Inleiding bij TA-ontwikkelingen en ethiek 2, Marijke Arendsen Hein Het oude eren en nieuwe stimuleren. Interview met beide voorzitters van de NVTA en de VITA Blijven vechten voor erkenning. Interview met de Vlaamse voorzitter van de Franstalige TA-vereniging in België Provocatief coachen, Hugo Luijten Bedrijfsintegriteit, Maarten Kouwenhoven Ethisch gegoochel, Lieuwe Koopmans Universele wetten, Marijke Arendsen Hein

Gratis

Jubileum (oktober 2019)

LoopbaanVisie bestaat dit jaar tien jaar. Dat is een jubileum. Dit is het veertigste themanummer. Iedere uitgave heeft ongeveer veertien artikelen. Dat betekent dat er ongeveer 560 artikelen voor, met en door mensen die betrokken zijn bij de loopbaanprofessie geschreven zijn. Iets om trots op te zijn. En waarvoor dank aan alle auteurs, lezers en niet te vergeten al de redactieleden, adviesraadleden en hoofdredacteuren waarmee LoopbaanVisie de afgelopen jaren heeft samengewerkt.  Het eerste nummer van LoopbaanVisie had als thema Kwaliteit. Ik haal er twee artikelen uit om te illustreren wat er in tien jaar tijd allemaal kan veranderen. Tien jaar geleden schreef Meis Thewissen een artikel over de kwaliteit van de loopbaanprofessional en de rol van het CMI en de Noloc als het gaat om accreditering. Tien jaar geleden nog twee apart opererende partijen. Hoe mooi is het om te zien dat deze twee partijen tien jaar later gaan samenwerken aan één vorm van kwaliteitstoetsing. In het nummer Kwaliteit schreef Katja Bosboom een artikel over re-integratiebeleid. Nu, tien jaar later, heeft LoopbaanVisie haar uitgenodigd om het re-integratiebeleid van nu op papier te zetten. Ook hier zie je een duidelijke verandering. Wil je beide artikelen helemaal teruglezen kijk dan op www.professioneelbegeleiden.nl. Tien jaar LoopbaanVisie is ook tien jaar cartoons. De kwinkslag in het blad wordt verzorgd door Martin Reekers die naast redactielid, auteur en muzikant ook de vaste cartoonist is van LoopbaanVisie. Speciaal voor dit themanummer zijn de hoofdredacteuren geïnterviewd die betrokken waren bij LoopbaanVisie: Jouke Post, Frank van der Mijn, Gert van Brussel, Tom Luken en ondergetekende. Voor de oplettenden onder ons, inderdaad Jouke Post is geen hoofdredacteur geweest van LoopbaanVisie, maar wel van de bladen die de opmaat waren naar.  Om in de jubileumstemming te blijven: de Noloc bestaat volgend jaar dertig jaar. In dit kader hebben de redactieleden Lotte Leukenhaus en Inge Rechterschot de huidige voorzitter, Ester Leibbrand, geïnterviewd. Via deze weg alvast de hartelijke felicitaties.  Nu dus tien jaar LoopbaanVisie en wij gaan door. De thema’s voor 2020 zijn bekend:  Januari: Wijsheid April:           Stress Augustus:   ZINgeving Oktober:     Artificiële Intelligentie Ben je getriggerd door een van deze onderwerpen en wil zelf iets schrijven? Neem dan gerust contact met mij op. Veel leesplezier!   INHOUD THEMA 'JUBILEUM' (OKTOBER 2019) ONTWIKKELING  Jubileren: wie wil dat nog?, Els Ackerman  Dertig jaar Noloc, Een interview met de voorzitter, Lotte Leukenhaus & Inge Rechterschot  Wat zijn de spelregels ook alweer? Re-integratie Spoor 2, Katja Bosboom  In gesprek met hoofdredacteuren van LoopbaanVisie, Martin Reekers PRAKTIJK  Provocatief coachen Voor goed contact, meer artistieke vrijheid en originaliteit, Adelka Vendl  Loopbaanbegeleiding in Zwitserland, Voor iedereen toegankelijk, Marlies van Venrooij  Mindfulness en sterke kanten, Matthijs Steeneveld KENNIS & KUNDE Vier dat je een beginner blijft, Cora van Rossum Wendbaar werken, In gesprek met Stephen Steijger, Martin Reekers Career Guidance for an Inclusive Society, Congres IAEVG in Brno/Bratislava, Jan Schuitemaker OPINIE & DISCUSSIE  Op zoek naar de ideale loopbaan-APK, Zijn loopbaan-APK’s een voorbode van datagedreven loopbaanbegeleiding?, Martin Jan Kraak  Boekbespreking, Career Theories and models at work, Jouke Post  Jubileum, Els Ackerman

€ 6,95

Boekbesprekingen: 'De scheppende kracht van de reünie'& 'Coaching de oorlog verklaard'

Auteur: Adriaan Hoogendijk, Els Ackerman

De scheppende kracht van de reünie Zelfreflectie als antwoord op de mondiale crisis Peter van de Ven. Boekscout.nl, 2013. ISBN 978 94 022 0269 4 De titel van het boek ‘De scheppende kracht van de reünie’ komt bij mij niet zo binnen, maar de ondertitel ‘Zelfreflectie als antwoord op de mondiale crisis’ des te meer. De mondiale crisis, daar worden we allemaal door beïnvloed, het doet ons iets als we dat echt toelaten en het roept ons op tot bezinning. Reünie De eerste tachtig pagina’s gaan inderdaad over een reünie van psychologen. Maar het is een boeiend en vlot geschreven verhaal dat laat zien hoe mensen door het leven zelf worden wakker geschud, in contact komen met hun gevoel, tot zelfreflectie en nieuwe perspectieven komen: “Ik voel tintelingen, van kruin tot onder in mijn rug. Er ontstaat iets moois en ik voel me zwanger van alle mogelijkheden. Het leven is mooi als je een overstijgend doel tegemoet gaat.” De lezer komt prachtige passages tegen: “Wij verwijten elkaar van alles en weigeren het mooie in onszelf en de ander te zien. [...] Durven we naar onszelf te kijken, durven we onze kwetsbaarheid te tonen voor een mondiaal resultaat? Putten uit onze eigen bron [...] zodat we in Zuid-Afrika iets van onszelf kunnen geven. Het vergt moed, de keuze ligt bij ons. [...] De stilte is alom aanwezig, maar er lijkt iets wonderbaarlijks gebeurd te zijn. Een geladen atmosfeer heeft een transitie ondergaan. Er heerst een sfeer van zelfbewustzijn, verwondering en zelfreflectie.” Zelfreflectie Na de ontroerende passages uit het eerste deel, gaan we naar het hoofdgerecht van het boek, over het zelfreflectieconcept. “Word je eigen goeroe,” schrijft Peter van de Ven, “want de werkelijke antwoorden bevinden zich uiteindelijk in jezelf. [...] Het gaat niet over wie ben ik, omdat dit voor mij de ervaring geeft van een bevroren ik. Het gaat over wie kan of wie wil ik zijn? Juist in dit wordings- en ontwikkelingsproces ligt de potentie opgesloten van het zijn.” Van de Ven hanteert het verrukkelijk rigoureuze standpunt, dat alles wat je om je heen ziet, je zelf bent. Alle oordelen die je velt over anderen, zijn vooral van toepassing op jezelf. Ik deel dit standpunt, hoewel het in de praktijk soms bijna niet te verteren valt. Maar het leven wordt er toch leuker van. Het maakt je onmiddellijk verantwoordelijk voor alles wat je in je leven kiest en hebt gekozen. Reflectieconcept Het voorgestelde reflectieconcept ‘9, 6, 3, 1’ is een verzameling criteria, waardoor je tot zelfreflectie wordt opgeroepen. Het gaat om ‘9 krachten’: paradigma, intentie, potentieel, zelfbeeld, omgeving, gedrag, onbewustzijn, anderen en keuzes. Het heeft te maken met creëren, bewegen en veranderen. Vervolgens hanteert van de Ven ‘6 levensgebieden’: spiritueel: “Wacht niet tot de wereld je ontdekt, maar ga de wereld ontdekken”, sociaal: “De sleutel tot de ander ben je zelf”, materieel: “Wanneer het ego sterft ontwaakt het ware zelf”, fysiek: “Een heldere geest komt tot recht in een vitaal lichaam”, emotie: “Ben niet bang voor schaduwen, het betekent gewoon dat er ergens licht dichtbij is”, werk: “Hoe minder ik iets als werk zie, hoe meer ik voor elkaar krijg”. Vervolgens worden ‘3 zijn-staten’ onderscheiden: ‘wel-zijn’, ‘gezond-zijn’ en ‘succesvol-zijn’. Ten slotte gaat het bij de ‘1’ om één zuiver bewustzijn, met oneindige mogelijkheden. Het reflectieconcept van Peter van de Ven is de moeite waard voor coaches, die steeds dieper en breder willen kijken, ontdekken en vragen stellen. Bij het verzamelen van de hoeveelheid levenskunstige wijsheden heeft hij geput uit vele spirituele en filosofische stromingen, maar ook uit veel anekdotes, uit het leven gegrepen. De coach die zich daardoor laat inspireren, zal in dit boek zeker veel van zijn gading vinden. Persoonlijk houd ik meer van het eerste deel van het boek, omdat de ontdekkings- en transformatieprocessen van de reünisten mij ontroerde. Verschillende redenen dus, om dit boek mee te nemen naar de eerste de beste vakantiebestemming. ■  Adriaan Hoogendijk, coach en opleider www.hoogendijkcoaching.nl Coaching de oorlog verklaard! Een driedimensionale benadering van denken en handelen bij begeleiding en verandering Bert Coenen. 2010 Uitgevers, 2014. ISBN 978 94 909 5116 0 Auteur Dr. Bert Coenen trekt ten strijde tegen de devaluatie van het begrip ‘coaching’. Hij gaat ervan uit dat coaching ooit een heldere methode was en nu verworden is tot een verzameling uiteenlopende woorden, visies, doelstellingen en werkwijzen met alle onduidelijkheden, tegenstrijdigheden, dilemma’s en ambivalenties van dien. Een oorlogsverklaring dus aan de kritiekloze omarming van het marktdenken in begeleiding en de beperkingen van een overwegend methodische benadering van begeleiding. ‘Coaching de oorlog verklaard’ is een manifest, tenminste zo noemt de auteur het zelf. Volgens de Dikke van Dale is een manifest een “openbare bekendmaking van een partij, een politiek persoon enzovoort, tot verklaring of verdediging van haar of zijn handelingen en opvattingen.” De inhoudsopgave doet ook duidelijk aan als een oorlogsverklaring: de verschillende gedeelten van het boek heten ‘Ten oorlog’, ‘Stelling nemen’, ‘Standhouden’, ‘Doorstoten’, ‘Aan het front’ en ‘Debriefing’.  Beunhazen Coenen verklaart de oorlog aan de hype ‘alles is coaching’. Letterlijk: “Mijn stelling is dat begeleidingspraktijken zoals coaching en supervisie hun (verloren) integriteit enkel terug kunnen krijgen als zij erin slagen om hun eigen ontoereikendheid te onderzoeken. Dit vraagt om een overgang van een methodisch regime naar een ethisch arrangement ofwel een overgang naar een praktijkwetenschap: begeleidingskunde.” Begeleidingskunde ziet hij als een praktijkwetenschap voor ingewikkelde begeleidingsvraagstukken waarbij behalve methodische ook contextuele en relationele aspecten een rol spelen. Als coaches ziet hij in feite alleen de leden van organisaties als NOBCO, NOLOC en LVSC, dat wil zeggen de professionals die zich laten toetsen op vakkennis en ontwikkeling. Naast de 7000 coaches die bij deze verenigingen geregistreerd staan ziet hij onder de 43.000 beroepsbeoefenaren die zich als coach aanbieden voornamelijk “beunhazen” die zich in de markt presenteren als vitaliteitscoach, personal coach, loopbaancoach, intervisiecoach, socratisch coach, dialoogcoach, organisatiecoach, teamcoach, luistercoach, executive coach, e-coach, straatcoach, scheidingscoach, wandelcoach, danscoach, provocatief coach, transformatiecoach, terugkeercoach en anarchistisch coach. Om zich in te dekken voor de term ‘beunhazen’ schrijft hij wel: “Let wel dat ik met deze term geen uitspraak doe over de kwaliteit van de begeleiding van deze ´beunhazen´. Het onderscheid is hier wel of niet lid van een beroepsvereniging.” Visie Supervisoren en coaches leveren in de ogen van Coenen “handel zonder ideeën”, zij denken mee met de bestaande orde en al decennialang bestendigen zij de bestaande futloosheid van een wereld die gedomineerd wordt door managers en bestuurders. Hij geeft aan dat hij de voorbije jaren gewerkt heeft aan een andere visie op begeleiding, die de bestaande begeleidingspraktijken van supervisie, intervisie en coaching als vertrekpunt neemt (methodische dimensie) maar die nadrukkelijker gebruik maakt van de omstandigheden waarin de begeleiding plaatsvindt (contextuele dimensie) en die “anders dan in supervisie of coaching oog heeft voor de vluchtigheid van het dagelijkse leven, voor de almaar toenemende zichtbaarheid, de tegenstellingen en de principiële onafheid van relaties (relationele dimensie).” Diagonaal Coenen presenteert dan een driedimensionaal model, met wat hij noemt een diagonale beweging. Ik citeer: “Uitgangspunten hierbij zijn dat de mens een conflictueus wezen is, dat intersubjectieve aannemelijkheid in de meeste gevallen het hoogst haalbare is, dat in processen samenwerking én concurrentie een rol spelen, dat werkzame relaties zich kenmerken door wisselende wederkerigheid. Alleen op de diagonaal kan iets zowel vorm aannemen als vorm geven aan, dat noem ik plastisch. Vorm bepaalt voor een groot gedeelte wat inhoud is. (…) Het gaat in een plastische methodiek niet zozeer om verticaliteit van vorm geven aan of horizontaliteit van vorm aannemen, maar om de diagonaal, om het organiseren van het schuine vlak. De diagonaal staat voor een denken vanuit het telkens andere, het is tijdelijk, voorlopig en fragiel. Het is altijd voorstelbaar om te schuiven (metonymie). Begeleiding is in de diagonale zienswijze een voortdurend schuiven, verschuiven, opschuiven, afschuiven, inschuiven, toeschuiven, doorschuiven en aanschuiven (helling). De hellingbaan kan door de zwaartekracht voor stolling of vertraging zorgen; denk aan processen van onder- en bovenschikking zoals de doelstellingen en de structuur van de organisatie, de conventies, de mores, de regels van de sector en de stand van de economie. Het schuine vlak kan ook zorgen voor beweging middels nevenschikkende methoden en technieken zoals dialoog, narratief, co-ontwerp, cocreatie, coproductie en co-existentie. Het gaat in het diagonale perspectief om deze metonymische (schuivende, omkeerbare) spanning.” Methodiek In het hoofdstuk ‘Stelling nemen’ geeft Coenen aan dat supervisie, coaching en counseling qua methodiek past bij min of meer helder te onderscheiden vragen. Supervisie bij leervragen, coaching bij functioneringsvragen en counseling bij lichte sociaal-emotionele problematiek. Hij zegt dat deze vormen van begeleiding idealiter leiden tot passend, in de betekenis van aangepast gedrag. Begeleidingskundigen echter weerstaan de verleiding om de richting uit te zetten, om leiding te geven aan vrijheden die eigen zijn aan begeleiding en die zich voorbij de grenzen van de door de professional gehanteerde methode ontplooien. Coenen geeft de voorkeur aan zijn “palimpseste methodiek”, die hij ziet als “een vrije methode waarbij de af te leggen weg nog in het oerwoud dat het leven en werken van alledag is, moet worden vrijgemaakt. Hierbij kijken we naar door dieren gemaakte paden, naar overblijfselen van eerdere dichtgegroeide wegen, letten we op de omstandigheden en de condities, kijken we of we een omleiding, een omweg, een afbuiging moeten maken. Kortom, behelpen we ons met wat tot onze beschikking staat.” Tot slot Het credo van Coenen lijkt te vinden in de volgende passage: “De begeleidingskundige maakt vrijwel altijd deel uit van de institutie, al is het slechts tijdelijk. Hij heeft als belangrijke taak om een omgeving te creëren waar de verschillende ethische vragen samengebracht worden, een tijdelijke ontmoetingsplaats. Het gaat daarbij om ethische vragen die nooit volledig vervuld of beantwoord kunnen worden. De begeleidingskundige staat voor de uitdaging vorm te geven aan deze onvermijdelijke oneindigheid.” Ondanks een heldere achterflap en hoofdstukindeling moet ik eerlijk zeggen dat ik, nu ik het boek uit heb, niet goed weet wat erin staat. Met veel moeilijke woorden waar hij een eigen betekenis aan geeft en met uitvoerige beschrijvingen van kunstuitingen presenteert de auteur een meerdimensionale benadering van begeleiding waar af en toe moeilijk een touw aan vast te knopen valt. Ligt het aan mij dat ik de draad kwijtraak, of is het gewoon jammer dat een zeer interessante benadering van professionele begeleiding zo chaotisch en ingewikkeld is opgeschreven? In zijn nawoord geeft Coenen aan dat de strijd wat hem betreft voor even gestreden is. Ik hoop het niet. Ik hoop wel dat hij zijn ideeën voor de hervorming van ons vak en zijn enthousiasme samen met een goede tekstschrijver/ wetenschapspublicist zodanig kan vormgeven dat de tekst ook voor niet-wetenschappers (de meeste coaches dus) begrijpelijk en inspirerend wordt. ■ Els Ackerman is loopbaanadviseur en coach. www.elsackerman.nl
Gratis
lees meer

Column: Wie ben ik?

Auteur: Els Ackerman

“Er is het een en ander veranderd tijdens je vakantie.” Mijn collega-beroepskeuzeadviseur – ja, het is lang geleden – heeft net deze woorden uitgesproken en kijkt me nu wat meesmuilend aan. Vraagt ze zich af hoe ik zal reageren? Verheugt ze zich op het doorgeven van een boodschap die ik niet plezierig zal vinden? Leedvermaak is het woord waar ik pas achteraf op kom. Leedvermaak omdat mijn zelfstandigheid als professional door het bureau wordt ingeperkt via een standaard testprogramma. Tot dan toe kan ik zelf een programma voor mijn cliënt opstellen, de onderdelen uitzoeken waar die cliënt behoefte aan heeft. Mijn rol van beroepskeuzeadviseur is teruggebracht tot een soort testassistent. Korte tijd later is die rol alweer uit de tijd: ‘procesbegeleiding’ is het nieuwe toverwoord. Adviseurs en psychologen moeten de nieuwe methodiek leren: trainen in empathisch en non-directief begeleiden (het woord coachen is nog niet in zwang) en zo de cliënt zijn eigen keuze laten maken, in plaats van die vanuit hun eigen deskundigheid voor te schotelen. Cliëntgericht werken dus, gebaseerd op de dan splinternieuwe theorie en methodiek van Carl Rogers. Nu ja, splinternieuw in de Nederlandse beroepskeuzewereld. In Amerika verscheen Rogers’ handboek ‘Freedom to learn’ al in 1969, hier dringt het pas door halverwege de jaren zeventig. Testen is ‘out’, procesbegeleiding is ‘in’. Op de sociale academies en de beroepskeuzebureaus circuleert in die periode de film ‘Gloria’, waarin eenzelfde cliënt een sessie volgt bij Carl Rogers, bij Fritz Perls (Gestalttherapie) en bij Albert Ellis (RET). We hebben nog veel te leren. De veranderingen in ons vak zijn nooit opgehouden, gelukkig. We heten geen beroepskeuzeadviseur meer, maar loopbaanprofessional. Sinds de procesbegeleiding gaan we ervan uit dat de persoon van de coach – zo noemen we nu de begeleider – mogelijk belangrijker is dan de methodiek of de techniek die hij gebruikt, en we hebben geleerd ook zelf te kiezen uit rolgedrag dat de cliënt nodig heeft. Confronteren moet je kunnen (en durven), maar alleen als je denkt dat de cliënt er verder door komt en niet omdat je zelf toevallig buikpijn hebt. We durven onze intuïtie te gebruiken. We gaan naar workshops provocatief coachen, enneagram, mindfulness, ubuntu of stresscounseling. Intussen zijn we doorkneed in het gebruik van de sociale media en testen mag ook weer. De basisvragen van ons vak zijn nog hetzelfde: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik en hoe kan ik dat bereiken. Maar wie is de ‘echte’ loopbaanprofessional? Els Ackerman is zelfstandig loopbaanadviseur in Rotterdam in haar ‘Praktijk voor Loopbaanadvies en Coaching’.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper