logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

EXAMENS 2012-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2012-01 februari 2012 Wie let op de kwaliteit van peer assessment? Martijn Leenknecht en Harm Tillema Verhoging van de waarde van mbodiploma’s. Ton Remeeus en Maria Wessels Verhoging van de waarde van mbo-diploma’s. Sectorale afspraken tussen scholen en beroepenveld zijn nodig.Ton Remeeus en Maria Wessels Terecht of niet? Kortdurende euforie - Over het achteraf wijzigen van de examenuitslag Henk van Berkel Gastcolumn: Politieman veroordeeld voor diefstal, Silvester Draaijer Het random construeren van toetsen uit een itembank. Hoe is gelijkwaardigheid van toetsen te garanderen, Bernard Veldkamp Uit de praktijk: Beveiligingen in diploma’s – het ontwerp, Rinus Maas Slecht gelezen of slecht geleerd?. Woordkeuze en Persoonlijk taalgebruik in vmbo-examens, Jacqueline Evers-Vermeul & Jentine Land Over het objectiveren van personeelsbeoordeling. Beoordelen van docenten is nog geen gemeengoed, Els Verheggen en William van den Dries Kopstukken uit de examenwereld: Henk van Berkel – van theorie naar praktijk, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Annie Kempers-Warmerdam Gezien en gelezen Verenigingsnieuws Cijfers Tot mijn favoriete lectuur behoren de jaaroverzichten met cijfers. Cijfers lijken een objectieve weergave van de werkelijkheid te geven, maar ze roepen vaak meer vragen op dan ze beantwoorden. Een voorbeeld: in het Jaarboek onderwijs in cijfers 2011, een uitgave van het centraal Bureau voor de Statistiek, lees ik onder het kopje ‘Uitzonderlijk sterke groei van het aantal geslaagden in het mbo’ als eerste regels: “In 2009/’10 slaagden in het voortgezet onderwijs 168 duizend kandidaten voor het eindexamen. Dat is bijna 2 procent minder dan een jaar eerder”. Hoezo ‘uitzonderlijk sterke groei’? Het is het verkeerde kopje zou ik zeggen, want bij verder lezen blijkt dat de groei van het aantal geslaagden in het mbo inderdaad 22% is, maar dat blijkt het gevolg van al die mensen die het diploma helpende zorg en welzijn op mbo-niveau 2 moeten halen, omdat ze anders geen gastouder mogen zijn. En dan gaan de rekenaars verder door deze groep niet mee te tellen of wel mee te tellen, het hangt er maar vanaf wat ze willen betogen. Voor de volledigheid meld ik dat de rapporteurs schrijven dat het aantal afgestudeerden voor een hbo-bacheloropleiding in 2009/’10 licht toenam tot ruim 62 duizend en dat in het wo ruim 30 duizend studenten hun doctoraal of master behaalden en dat is 5 procent meer dan in het jaar ervoor. Dit Jaarboek geeft nog meer interessante informatie. Wat te denken van de verklaring voor het lagere slagingspercentage van havisten en vwo’ers dat voor beide groepen 4% lager was dan in het jaar daarvoor? De rapporteurs veronderstellen: “Wellicht was de keuze voor havo of vwo de afgelopen paar jaar voor enkelen te hoog gegrepen en had een aantal vwo’ers meer succes op de havo gehad en was een aantal havisten beter af geweest op het vmbo”. Tja, ik kan nog wel wat verklaringen bedenken die evenmin uit de cijfers zijn af te leiden als deze ‘wellicht’-verklaring van de statistici. Doe eerst maar eens onderzoek. De cijfers over het aantal geslaagden voor havo en vwo per profiel geven de cbs’ers geen aanleiding tot speculaties, maar die cijfers zijn wel intrigerend. Op de havo is bij de meisjes in vier jaar tijd het aandeel van het profiel cultuur en maatschappij gehalveerd. De verklaring hiervoor ligt bij de invoering van de vernieuwde tweede fase in het schooljaar 2007/’08, waardoor wiskunde en economie in dit profiel geen verplichte vakken meer zijn. Maar in vervolgopleidingen zijn wiskunde en/of economie wel vereist. Een slimme meid die op haar toekomst is voorbereid, zal dan een ander profiel kiezen. De behoefte om zo’n breed mogelijke keuze te hebben na havo of vwo blijkt ook uit het toenemend aantal kandidaten op zowel havo als vwo dat een diploma voor meerdere profielen behaalt. De voorstanders van twee profielen, noem ze maar weer gewoon A en B of a en ß, vinden hier wel munitie. Ik kan u het lezen van dit Jaarboek ten zeerste aanbevelen. Het is weer eens wat anders dan al die verhalen over fraude en corruptie bij examens. Toch nog één berichtje dat hoop geeft voor de toekomst: een man die valse diploma’s verkocht, heeft zestien maanden gevangenisstraf gekregen. En dan, zult u vragen? Daarna ‘zal hij begeleiding krijgen van het Leger de Heils’. 1 Als dat geen hoop geeft!   Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com. 1Bericht van het Hoger Onderwijs Persbureau, Profielen (Hogeschool Rotterdam), dec. 2012, p.7.

€ 6,95

EXAMENS 2011-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-04 november 2011 Studietoetsen: zinvolle inhoud of betrouwbare score? De standaardmeetfout is belangrijker dan de betrouwbaarheid, Klaas Sijtsma Digitaal toetsen met de landelijke kennistoetsbank voor de zorg Bruggen Bouwen tussen zorg en onderwijs, Wil de Groot-Bolluijt, Janske Rohof en Sigrid Vermin Een handreiking is niet genoeg Een reactie op ‘Geslaagd! - Handreiking examencommissies’ Jan Adema Terecht of niet? Facebook-informatie: privé? Henk van Berkel Gastcolumn De traditie van het rode potlood, Wynand Wijnen Uit de praktijk Van papieren naar digitale boekhoudexamens, Manon Bonefaas en Piet Philipsen Examens contactlensonderwijs Comakership tussen de branche Optiek en de Optiekopleidingen, Ad de Jongh, met medewerking van Ruud van ’t Pad Bosch, Mariëlle van Goor, Bernice Meester, Henk Eimers en William van der Zalm Gaat meetfout bij de rekentoets slachtoffers maken? Het effect van de rekentoets op het percentage misclassificaties, Robert Zwitser en Anton Béguin Kopstukken uit de examenwereld: Pieter Drenth - De man van wetenschap en bestuur, Henk van Berkel en Desirée Joosten-ten Brinke Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Onthul je kwaliteit Op vrijdag 23 september 2011 organiseerde QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) een symposium met als titel Onthul je kwaliteit . QANU biedt hoger onderwijsinstellingen externe beoordelingen van hun onderwijs en onderzoek en geeft adviezen voor het verbeteren van hun interne kwaliteitszorg. Veel universiteiten vragen aan QANU begeleiding bij het accreditatieproces. Opleidingen in het hoger onderwijs moeten eenmaal per zes jaar hun kwaliteit kunnen aantonen om te worden geaccrediteerd. Een van de onderwerpen waarop opleidingen hun kwaliteit moeten aantonen is ‘Toetsen en Beoordelen’. Het symposium was bedoeld voor medewerkers die in het hoger onderwijs verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de zogenaamde zelfstudies. Dit zijn documenten waarin opleidingen laten zien dat ze kwalitatief aan de maat zijn. Vandaar de titel Onthul je kwaliteit, met dus als invalshoek ‘Toetsen en Beoordelen’. Hoe kun je laten zien dat je op dat gebied de zaakjes goed op orde hebt? Zoals dat gaat op dergelijke symposia, er worden sprekers uitgenodigd die verstand van zaken hebben. In dit geval twee: Jaap Milius en Olle ten Cate, beiden verbonden aan de Universiteit Utrecht. Milius, docentenopleider en onderwijskundig adviseur met als expertise toetsen en beoordelen, beet het spits af. Hij koos de invalshoek van schriftelijke toetsen. Hij constateerde veel gemor bij docenten die door de sterkere nadruk op toetsen de bureaucratie zien toenemen, hun eigen autonomie zien afnemen en de onderwijskwaliteit teloor zien gaan omdat die ten koste gaat van de verhoging van de toetskwaliteit. Dat laatste is natuurlijk onzin omdat toetsen en onderwijs geen tegengestelde begrippen zijn. Integendeel, onderwijs en toetsen vormen samen een geheel (zie het artikel van Van der Vleuten in het vorige nummer van EXAMENS). Maar enfin, het zijn opvattingen van docenten. Hoe toon je kwaliteit van schriftelijke toetsen aan? In samenspraak met de aanwezigen ontstond het volgende lijstje: de aanwezigheid van een toetsplan met informatie over de toetsvorm, met een indicatie van het aantal toetsvragen, de compensatiemogelijkheden, de normering, de toegestane hulpmiddelen tijdens de toets, de specificatietabel en informatie over de herkansing, en na afloop van de toets dienen er psychometrische gegevens - betrouwbaarheid, percentage geslaagden, p-waarden en Rit´s - beschikbaar te zijn. Na Milius was het de beurt aan Ten Cate, directeur van het Expertisecentrum voor Onderwijs & Opleidingen van het UMCU, die als lid van visitatiecommissies zijn zienswijze vertelde over de kwaliteit van ‘Toetsen en Beoordelen’. Zijn motto was ‘Gerechtvaardigd Vertrouwen’. Visitatiecommissies beoordelen het verleden van opleidingen maar geven een accreditatie voor de toekomst. Dus, betoogde hij, moet je op zoek gaan naar aanwijzingen dat opleidingen ook in de toekomst kwalitatief goed zullen toetsen. Hij gaf het volgende rijtje: de juiste eindtermen moeten aanwezig zijn die op een goede manier zijn vertaald in studietoetsen, er moeten hoge slaagpercentages zijn in combinatie met een hoge studie-inzet van studenten (en geen hoge slaagpercentages met een lage studieinzet) en de toetsen moeten een goede psychometrische kwaliteit hebben. Laat zien dat je kwaliteit hebt. Dat lijkt me een mooie opdracht aan exameninstellingen Dat geeft gerechtvaardigd vertrouwen voor de toekomst.   De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail: h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2011-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-03 augustus 2011 Een model voor programmatische toetsing? Een toetsprogramma van de Universiteit Maastricht, Cees van der Vleuten en Lambert Schuwirth Meten is weten; vergeet het maar! Over het zoeken naar de ware score, Henk van Berkel Gastcolumn Mijn leerlingen beoordelen elkaar, Wynand Wijnen De wet , het rekenen en de rekentoets , Invoering van de rekentoets havo/vwo in 2014, Ben Wilbrink en Joost Hulshof Uit de praktijk Netwerkbijeenkomsten over toetsing in het WO Effectiviteit van een examenstelsel ove intimidatie, omkoping en ondermijnend gedrag, Agnes Dinkelman Werken met itembanken, de praktijk bij hogeschool Windesheim, Geert van der Wijk Kopstukken uit de examenwereld: Cees van der Vleuten -voorstander van longitudinaal toetsen, Desirée Joosten-ten Brinke en Ad de Jongh Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Cijfers en motivatie? Bij mijn weten is het nog niet eerder voorgekomen dat toetsing op alle niveaus van het onderwijs zo voortdurend in het nieuws is. Een van de laatste berichten van voor de zomervakantie was de mededeling dat de ministerraad heeft ingestemd met een wetswijziging waardoor een verplichte eindtoets voor taal en rekenen/wiskunde voor leerlingen in groep 8 van de basisschool wordt ingevoerd in 2013. Bovendien regelt het wetsvoorstel dat alle scholen in het primair onderwijs met een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) moeten gaan werken. De centrale eindtoets wordt niet meer, zoals de ‘Citotoets’, afgenomen in begin februari, maar pas eind april. De toets lijkt meer een afrekening voor de school dan voor de leerling, want het schooladvies moet bij de overgang naar het voortgezet onderwijs de doorslag geven en niet de resultaten op deze toets. Als de leerlingen vervolgens hopelijk op de juiste plaats in het voortgezet onderwijs belanden, krijgen ze ook daar te maken met de referentieniveaus taal en rekenen. Er komen verplichte tussentijdse toetsen aan het einde van de onderbouw voor de vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde. De functie van deze toetsen is diagnostisch, formatief. En ook in het vo wordt het gebruik van een leerlingvolgsysteem verplicht. Inmiddels is het onzalige idee om spelling en grammatica in de eindexamens integraal mee te beoordelen verlaten. Een bijna 80 pagina’s dik rapport van Regioplan Beleidsonderzoek vertelt wat wij allang wisten: het is organisatorisch en toetstechnisch ‘niet of nauwelijks’ uitvoerbaar. Hoe het met de even problematische rekentoets, waarover Wilbrink en Hulshof in dit nummer schrijven, zal aflopen lijkt minder hoopvol. Die komt er vast wel, maar misschien lukt het om de inhoud aan te passen. Aangenomen dat de leerlingen slagen voor het eindexamen met voldoendes voor de kernvakken dan komen ze een nieuwe barrière tegen. Zij die naar het hbo of wo willen, blijken te worden geselecteerd op hun cijfers. Ook dit bericht verscheen kort voor het zomerreces: eindexamencijfers laten meetellen bij de selectie van nieuwe studenten. Maar cijfers mogen niet het enige criterium zijn, ook een motivatiegesprek moet meewegen. De discussie over examencijfers is niet nieuw, belangrijk is de vraag op welke cijfers geselecteerd gaat worden: op het gemiddelde cijfer van schoolonderzoek en centraal examen of alleen op cijfers van het centrale examen? De grote verschillen tussen de cijfers van school- en centraal examen die door de Inspectie van het Onderwijs zijn gerapporteerd, geven te denken. De voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) deed al vast een duit in het selectiezakje: er zouden door deze selectie op cijfers veel studenten naar het hbo in plaats van naar het wo gaan. De universiteit zou elitair worden. Wat is daar eigenlijk op tegen? Maar er is nog het motivatiegesprek dat redding kan bieden. Stel dat een leerling goede cijfers heeft en dan op motivatiegesprek moet komen. Of hoeft hij dat niet vanwege die cijfers. Moeten alleen de zesjes laten zien dat ze toch echt gemotiveerd zijn? Nu hebben luie zesjes vaak een vlotte babbel en een motivatiegesprek is zo subjectief als het maar kan. Ik geef ze een goede kans om binnen te komen. Maar pas op, onze voortvarende staatssecretaris van OCW Zijlstra wil ook minder hertentamens in het hoger onderwijs en de aanwezigheid bij colleges en deelname aan tentamens moeten verplicht worden. Dan moeten die zesjes toch nog gaan studeren. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2011-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-02 mei 2011 Ik spiek, jij spiekt, wij spieken Wat is spieken, Harry Molkenboer en Dominique Sluijsmans Op een diploma moet je kunnen vertrouwen Een advies van de onderwijsraad, Cees van Leest Terecht of niet? Haken in het geding, Annie Kempers-Warmerdam Gastcolumn: Regels zijn regels, Wynand Wijnen Examencommissies hbo worden belangrijker! Een handreiking van de HBO-raad, Roeland Smits Uit de praktijk: Hoe spreek je de kandidaat aan? Jackelien te Burg Openbaar maken van een itembank Voor- en nadelen voor kandidaten, opleiders en examenorganisaties, Annie Kempers-Warmerdam en Annemarie de Knecht-van Eekelen Kopstukken uit de examenwereld Jules Peschar - over evaluatie van het onderwijs, Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ed Kremers Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Een AFM voor de examinering? In het redactioneel van vorige zomer is het al aangekondigd, het advies van de Onderwijsraad over de waardevastheid van diploma’s. Dit advies met de titel ´Een diploma van waarde´ ligt er nu. De raad stelt dat de samenleving op de examinering en het daarmee samenhangend diploma moet kunnen vertrouwen. De raad constateert een spanningsveld tussen enerzijds differentiatie - bijvoorbeeld de roep om maatwerk - en anderzijds standaardisatie - bijvoorbeeld wensen ten aanzien van landelijke examinering. De raad signaleert het ontstaan van een tendens naar standaardisatie, die onder andere blijkt uit het feit dat de waardering voor de centrale examens hoger is dan die voor de schoolexamens. De raad beveelt de oprichting aan van een open exameninstelling, naar analogie van het College van Examens voor het voortgezet onderwijs. Hoewel de raad deze aanbeveling verder niet uitwerkt, is het, gezien de verwijzing naar het College van Examens, duidelijk wat de raad voorstaat: een onder de Nederlandse overheid vallend instituut dat de examenkwaliteit waarborgt. Dat is een wijs advies van de raad. Het wordt tijd dat de vele exameninstituten die in Nederland functioneren, rekenschap afleggen aan de maatschappij over de kwaliteit van hun examens. Het is vaker gesteld, ook op deze plaats: soms krijg je de indruk dat andere dan kwalitatieve en toetstechnische belangen de overhand hebben. Dat kunnen commerciële belangen zijn - denk aan de particuliere exameninstituten die er vanuit marketingoverwegingen belang bij hebben veel examendeelnemers te laten slagen -, maar ook eigen belangen - denk aan de hoger onderwijsinstelling die studenten op een simpele wijze liet afstuderen omdat het verzorgen van extra onderwijs een te grote last was geworden -. Dergelijke ontwikkelingen zijn zeer onwenselijk. Een gezaghebbend orgaan, dat gerechtigd is alle zowel private als van overheidswege bekostigde exameninstellingen te monitoren en te corrigeren, is een mogelijkheid om deze ontwikkelingen tegen te gaan. Er zijn al lang bestaande instituties die toezicht houden op de examinering. Echter, zij vormen eilanden en communiceren onderling nauwelijks. Het wordt tijd om bruggen te slaan. In het advies neemt de raad de inzet van ervaringscertificaten onder de loep. De raad gaat uit van de vele goede bedoelingen van de aanhangers van de zogenoemde EVC procedures, maar plaatst vraagtekens bij de kwaliteit van deze beoordelingsprocedure. Zo pleit de raad, gezien de methodische onduidelijkheid, voor een beperking wat betreft de inzet van ervaringscertificaten in het geheel van het examen. De raad noemt ook een percentage: maximaal 20 à 25% van een diplomatraject mag uit ervaringscertificaten bestaan. Hoewel wel enig begrip kan worden opgebracht voor dit standpunt van de raad, lijkt het onverstandig deze vorm van examinering nu al op deze wijze aan banden te leggen. Er vinden nog tal van initiatieven plaats om de kwaliteit van EVC procedures te verbeteren. Pas wanneer er een volledig beeld is ontstaan over de kwaliteit van deze procedures, is een definitief oordeel mogelijk. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2011-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-01 mei 2011 Meten is inschatten welk taalniveau zal haalbaar zijn? Het taalniveau van eerstejaars studenten bij Zadkine, Marco Binsbergen Het opsporen van plagiaat van schriftelijke wekstukken, Over het gebruik van antiplagiaatsoftware, Henk van Berkel Terecht of niet? Een streepje teveel- Over het zorgvuldig bewaren van examenformulieren, Henk van Berkel Column: Mijn beoordelingen zijn van goede kwaliteit, Wynand Wijnen Uit de praktijk: Gids voor toetsontwikkeling,  Henk van Berkel en Sylvester Draaijer De omvang van een itembank. Geen wet van meden en perzen, Annie Kempers-Warmerdam en Annemarie de Knecht-van Eekelen Kopstukken uit de examenwereld. Don Mellenbergh De laatste der generalisten, Jackelien ter Burg en Henk van Berkel Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws  Een rechtse hobby. Is toetsen een rechtse hobby? Je zou denken van wel als je ziet hoe in de korte tijd dat het kabinet Rutte bestaat, over het belang van toetsen en examineren wordt gesproken. En het blijft niet bij praten, er worden concrete maatregelen genomen. Een Kamermeerderheid steunde in november 2010 de motie-Beertema/Elias om een eindtoets voor het basisonderwijs verplicht te stellen. Sommigen dachten misschien dat zo’n eindtoets er al lang was, maar de lezer van EXAMENS weet dat de Citotoets niet verplicht is. Het ministerie van OCW bericht ons dat de invoeringsdatum van de verplichte eindtoets nog niet bekend is, omdat nog moet worden onderzocht hoe die eruit gaat zien. Zoals de Citotoets zou je zeggen, daar is niet veel onderzoek voor nodig. Maar zo werkt OCW niet. Het ministerie hecht aan een degelijke onderbouwing, want zo is te lezen: “Door de invoering van een landelijke eindtoets kan de basiskwaliteit van alle scholen beter worden vergeleken”. Voor deze vergelijking gebruikt de Inspectie van het Onderwijs al lang de resultaten van de Citotoets. Het onderzoek lijkt me vragen naar de bekende weg. Behalve een eindtoets komen er toetsen voor taal en rekenen, niet alleen voor het basisonderwijs, maar ook in het voortgezet en beroepsonderwijs. Ik vind dat een goede zaak als dat leidt tot betere leerlingprestaties. Te veel leerlingen hebben moeite met taal en/of rekenen. Uit de resultaten van het internationale vergelijkend onderzoek PISA 2009 naar de kennis en vaardigheden van 15-jarigen, blijkt dat inmiddels zo’n 15% van deze leerlingen een onacceptabel lage taalbeheersing heeft. Terecht schrijft OCW dat zonder een goede beheersing van taal en rekenen een burger niet in de Nederlandse samenleving kan functioneren. De overheid heeft nu richtlijnen opgesteld voor het taal- en rekenonderwijs en de eisen van toetsen en examens worden strenger. Sinds 1 augustus 2010 vormt het referentiekader voor Nederlandse taal en rekenen de basis voor het taal- en rekenonderwijs voor de leerlingen vanaf het basisonderwijs tot en met het middelbaar beroepsonderwijs. Verplichte toetsing van de referentieniveaus in het basisonderwijs is in het regeerakkoord opgenomen. Taal en rekenen worden onderdeel van examens, al is nog niet duidelijk hoe dat precies gaat gebeuren. Wel is zeker dat eerstejaars pabo-studenten een taal- en rekentoets moeten afleggen en dat ook in het hbo wordt gewerkt aan centrale kennistoetsen en dat het mbo centraal ontwikkelde digitale examens krijgt. Het argument daarvoor is de betere borging van de kwaliteit van de examinering en de betere vergelijking van de prestaties van studenten. Het zijn examens voor luistervaardigheid en leesvaardigheid Nederlands en voor rekenen over alle onderdelen (Getallen, Verhoudingen, Meten/meetkunde en Verbanden). De motie-Beertema/Elias van PVV resp. VVD , die werd aangenomen tijdens de begrotingsbehandeling van OCW 2011, gaat trouwens over een landelijk stelsel van eindtoetsen voor ‘de kenniscomponent van vakken, vastgesteld en gecontroleerd door onafhankelijke instituties’. Daarover hoort u mij niet klagen, met deze rechtse hobby wil ik wel meedoen. De redactie van het EXAMENS verwelkomt Karin J. Gerritsen-van Leeuwenkamp als nieuw lid. Zij is onderwijskundig adviseur bij de Academie Gezondheidszorg van Saxion. Met haar komst versterkt de redactie de expertise van het hbo. Daarnaast begroeten wij een nieuwe columnist. In 2011 zult u in EXAMENS columns van de hand van prof. dr. W.H.F.W. (Wynand) Wijnen vinden. Hij is al ruim tien jaar met emeritaat, maar het vakgebied laat hem niet los. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2010-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-04 november 2010 Eindexamenresultaten van allochtone leerlingen, Discrepantie tussen schoolexamencijfers en centraal examencijfers, Lyset Rekers-Mombarg en Truus Harms Rekentuin.nl: combinatie van oefenen en toetsen, webgame gebaseerd rekenen op de basisschool, Han van der Maas, Sharon Klinkenberg en Marthe Straatemeier  Terecht of niet? Samen naar de toets, ja gezellig - maar voorkomen is beter, Henk van Berkel Column: Het mondeling examen als statussymbool, Joost Dijkstra Eerste ervaringen: Een ineractief beeldschermexamen voor het vmbo Jojk Wesseling en Hans Kuhlemeier Uit de praktijk: Beveiligingen in diploma's, Rinus Maas Kopstukken uit de examenwereld. Dato de Gruijter - “Ik wil de psychometrie toegankelijk maken” , Harry Molkenboer en Henk van Berkel Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Revolutie. Soms is het verbazingwekkend dat er geen revolutie uitbreekt. In juli 2010 verscheen het Examenverslag MBO 2009 - Kwaliteit examinering in het middelbaar beroepsonderwijs van de Inspectie van het Onderwijs. Daarin staat onverbloemd dat een derde van de examens in het mbo van onvoldoende kwaliteit is. De examens in het middelbaar beroepsonderwijs zijn bedoeld om vast te stellen of studenten voldoen aan de eisen die worden gesteld aan een beginnend beroepsbeoefenaar. Uit het inspectierapport blijkt dus dat van een derde van deze toekomstige beroepsbeoefenaars niet is komen vast te staan of zij voldoende voor hun beroep zijn toegerust. Zou u zoiets dulden wanneer het een medisch beroep betrof? Zou de maatschappij accepteren dat een derde van de jong afgestudeerde artsen niet heeft bewezen hun beroep te kunnen uitoefenen? Nee toch. De minister zou acuut ingrijpen en opleidingen aan de ketting leggen om te voorkomen dat zij nog meer kwaad aanrichten. Zou de minister zoiets voor het mbo hebben overwogen? Ik denk het om eerlijk te zijn wel. Van deze bevindingen sla je toch achterover. Er zullen wel redenen zijn waarom de minister niet tot zo’n drastische stap is overgegaan. Een derde van de mbo-opleidingen sluiten is gewoonweg geen reële optie. Er moet (uiteraard) een verbetertraject komen. Wie het rapport leest, komt nog meer onthutsende zaken tegen. Het blijkt dat een belangrijk deel van de examens zijn ingekocht bij examenleveranciers, bij professionele organisaties dus. Het zijn vooral die examens die kwalitatief door de mand vallen. Het zal je maar worden gezegd: ”Exameninstelling, uw examens deugen niet”. Helaas noemt het Examenverslag geen namen van exameninstellingen. Jammer, omdat mijns inziens het best openbaar mag worden gemaakt wanneer een bedrijf geen kwaliteit levert. Het zou een dooddoener zijn om nu te eindigen met ‘er valt veel te verbeteren’. De vraag is natuurlijk ‘hoe dan’? Er zijn twee partijen in het spel, de mbo-instelling en de examenleverancier. In het mbo construeren docenten de examens. Kennelijk leidt dat in een aantal gevallen tot kwalitatief onvoldoende examens. Met andere woorden, hun kennis van examineren schiet te kort. Hier ligt primair een taak voor de lerarenopleiding waar zij het vak doceren hebben geleerd. Op de tweede plaats is er een taak weggelegd voor de schoolleiding. Die zou via instrumenten als intercollegiale toetsing het constructieproces positief kunnen bevorderen. In ieder geval is het nodig het toetsproces tot een gezamenlijke verantwoordelijkheid te maken. Dan de examenleverancier. Die moet zich diep schamen. Je mag toch aannemen dat daar professionals zich bezighouden met het construeren van examens. Kennelijk niet. En dat is schrikken. Men moet duidelijk eens bij zichzelf te rade gaan. Zonder de term wildgroei te willen gebruiken, mag je wel stellen dat de wereld van (particuliere) exameninstituten een warboel is waar commerciële overwegingen veelal prioriteit hebben. Er is niets tegen winst maken, integendeel. Maar als gepruts hiervan het gevolg is, is er iets grondig mis met de bedrijfstak. In dit nummer verschijnt de laatste gastcolumn van Joost Dijkstra. Hij is gedurende twee jaar onze columnist geweest. Zijn visie op de functie van toetsing heeft de lezer aangezet tot een meer kritische blik op de eigen praktijk. De redactie dankt Dijkstra voor zijn mooie bijdragen. In 2011 zal een nieuwe columnist de taak van Dijkstra overnemen. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. H.vanBerkel@EDUC.unimaas.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2010-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-03 september 2010 Spelling, grammatica en interpuntie meebeoordelen op eindexamens?Tweede kamer motie van de leden van Jan Jacob van Dijk en Jasper van Dijk, Ben Wilbrink, Denny Borsboom en Michel Couzijn Peer assessment in het basisonderwijs, Het effect van peer assessmenttraining op het geven van een spreekbeurt, Kelly Meusen-Beekman en Desirée Joosten-ten Brinke Terecht of niet? Een tentamen waaraan veel mis is, Henk van Berkel Column: Eerlijk duurt het langst, Joost Dijkstra Onderzoek: Optimale uniforme scoringsregels voor innovatieve vraagvormen, Hans Vos, Marlies Kloppenburg en Onno Tomson Aantoonbaar maken vakbekwaamheid binnen Achmea- De Wft als katalysator, Uit de praktijk, Harry van Dijk Kopstukken uit de examenwereld. Norman Verhelst – teamwerk en elkaars taal begrijpen , Annemarie de Knecht-van Eekelen en Ed Kremers Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Waardevastheid van diploma’s In Nederland is het vertrouwen in de examinering in het voortgezet onderwijs hoog. Dat betekent dat de waardevastheid van diploma’s hoog is, dat leerlingen met een diploma zonder meer kunnen doorstromen naar andere onderwijsvormen of naar de arbeidsmarkt. Maar het vertrouwen in de waarde van het diploma staat onder druk. Niet voor niets heeft dit jaar de demissionair staatssecretaris van Onderwijs, Marja van Bijsterveldt, besloten dat de resultaten van het centraal schriftelijk eindexamen zwaarder gaan tellen. Vanaf het examenjaar 2012 kunnen leerlingen in het hele voortgezet onderwijs alleen slagen als het gemiddelde van de cijfers die zijn behaald bij het centraal schriftelijk voldoende is. Deze beslissing moet van invloed zijn op de zak/slaagregeling, want – zo zegt de staatssecretaris – ‘De lat moet omhoog, dat komt de waarde van het diploma en daarmee de kwaliteit van het onderwijs ten goede’. Zal de lat inderdaad omhoog gaan? Op het eerste oog lijkt dat logisch, maar dan is er geen rekening gehouden met de wijze van correctie van de centrale eindexamens. In Nederland kijkt de leraar van de eigen school de examenwerken van haar/ zijn leerlingen na en daarna volgt een tweede correctie door een leraar van een andere school. Het cijfer hangt dus in hoge mate af van de eigen leraar. Als ik dat aan buitenlandse collega’s vertelde, keken ze mij vol ongeloof aan. De eigen leraar kan toch nooit objectief beoordelen, was de reactie. En dan lieten ze corruptie nog buiten beschouwing. In zoveel landen is het leraarsalaris dermate mager, dat enkele steekpenningen maar al te makkelijk worden geaccepteerd. In de meeste landen worden groepen leraren getraind om als corrector op te treden. Zij kijken grote aantallen werken van hun onbekende leerlingen na. Hun scores worden besproken in vergaderingen van de examencommissies waar cesuren en cijfers worden vastgesteld. De objectiviteit is gewaarborgd, maar nadelen van een dergelijk systeem zijn de hoge kosten en de lange tijd voordat de resultaten bekend zijn. Er liggen toch snel twee maanden tussen examen en uitslag. In Nederland gaat het dus anders, maar zijn we daar tevreden mee? Examenprocedures zijn een pijler van het systeem waarop de waardevastheid van diploma’s is gebouwd en ook die moeten betrouwbaar en transparant zijn. De Onderwijsraad adviseert het omdraaien van de correctievolgorde. Een leraar van een andere school wordt dan eerste corrector. Bovendien heeft de Tweede Kamer de Onderwijsraad om advies gevraagd over de waarde van de behaalde diploma’s. Er zijn drie vragen gesteld: Kan de samenleving rekenen op de betrouwbaarheid van het diploma? Is het diploma voldoende herkenbaar? Houdt het diploma ook zijn waarde door de jaren heen? Het verzwaren van de eisen van het eindexamen is één stap, er zullen er nog meer moeten volgen om de waardevastheid van diploma’s te blijven garanderen. De redactie van het EXAMENS verwelkomt Jackelien ter Burg als nieuw lid. Zij is freelance onderwijskundige en is onder meer gespecialiseerd in item- en toetsenbankontwikkeling, beoordelen van items en toetsen, en training en advies op het gebied van beoordelingsinstrumenten. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2010-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-02 mei 2010 De Cito Eindtoets Basisonderwijs, Beoordelen in het basisonderwijs Gerrit Staphorsius Terecht of niet? Twee maten toegestaan Henk van Berkel Column: Olijfolie: geur, smaak en zuurgraad Joost Dijkstra Kun je corruptie met toetsen bestrijden? Een cultuuromslag in de voormalige Sovjet-Unie. Steven Bakker Over onregelmatigeheden bij de afname van centrale eindexamens,  Pat van Lingen Voorwaardelijjk toetsen in het MBO, Borging van het niveau en besparing op de kosten. Jan Adema Wim van der Linden - itembank centraal, Kopstukken uit de examenwereld Harry Molkenboer en Desirée Joosten-ten Brinke Gezien en gelezen Wie zijn wij Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Evalueren in de basisschool. We vergeten het misschien wel eens, maar de plaats waar veruit de meeste toetsen op één moment wordt afgenomen, is de basisschool. Ruim 150.000 kinderen zwoegen dan enkele dagen op allerlei opgaven die het eind van hun eerste schooltraject afsluiten. Op het moment dat u dit leest, zijn de uitslagen van de Eindtoets Basisonderwijs al enkele maanden bekend. De eerste blik van de ouders zal rechtstreeks zijn gegaan naar de eindscore, die, om duistere redenen, ligt tussen 501 en 550. En de vraag waar het om gaat is of de score boven of onder de range van 530-535 ligt. Die range wordt gezien als iets magisch. Is de score onder de 530, dan is de kans groot dat er een vmbo-advies uitrolt, is de score hoger dan 535, dan wordt het een havo/vwo-advies terwijl een score er tussenin ‘bediscussieerbaar’ is. Niet dat die grenzen door iets of iemand dwingend zijn voorgeschreven, maar in praktijk kijken VO-scholen als eerste naar de eindscore. Dat doen ook de docenten van groep 8 en de directeuren van basisscholen. Die laatsten moeten immers een advies geven. Maar een range is een range, er is ruimte. Dat is ook de reden voor veel VO-scholen om iets verder te kijken dan die getalletjes. Schooldirecteuren maken, na overleg met het onderwijzend personeel, voor ieder kind een onderwijskundig rapport op. Het rapport bevat gegevens over de sociaal-emotionele toestand van het kind en de mate van verzuim. Voor de (mogelijke) toelating tot het schooltype havo/vwo geldt als aanvullende eis dat het rapport tevens de score bevat van een onafhankelijk aanvullend onderzoek. De wet schrijft niet voor welke test hiervoor moet worden gebruikt. In veruit de meeste gevallen, een schatting is ruim 80%, betreft dit de Citotoets. Maar er zijn ook andere testen in omloop: de Bèta’s Overgangstest naar de brugklas (BOB-test) of de Basis Niveau Test (BNT). Ook intelligentietesten komen in aanmerking, bijvoorbeeld de Groninger intelligentietest voor het Voortgezet Onderwijs (GIVO). Nogmaals, de school is vrij om een test te kiezen. Dus in de meeste gevallen komen de ouders van een kind met een Cito-score en een advies van de directeur van de basisschool in de hand naar een VO-school. Die besluit over de toelating. Uit onderzoek blijkt dat het advies van de basisschool de beste voorspellende waarde geeft voor het schooltype waar het kind terecht komt. Maar er is veel meer te vertellen over deze problematiek. Het bovenstaande is voor de redactie van EXAMENS de reden geweest in de toekomst meer aandacht te geven aan de toetspraktijk op basisscholen. Met ingang van dit nummer kunt u, als lezer, hierover regelmatig bijdragen verwachten. Dat is terecht. De basisschool is de eerste kennismaking van iedere Nederlander met toetsen. Het onderwerp is daarom van belang voor een tijdschrift als EXAMENS. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. H.vanBerkel@EDUC.unimaas.nl.

€ 6,95

EXAMENS 2010-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2010-01 februari 2010 Beoordelen met het oog opde toekomst, Tien kenmerken van duurzaam beoordelen, Dominique Sluijsman Terecht of niet? Typefouten in examenvragen, Henk van Berkel Gastcolumn: Een formatieve column, Joost Dijkstra  Formuleringsaspecten van beoordelingsschalen, over beoordelen van competentiegerichte vmbo-examens, Hans Kuhlemeier & Maria van Kempen Aanscherpen exameneisen voor basisvakken van vmbo, Advies van de onderwijsraad, Maaike Beuving en Ib Waterreus Wim Hofstee - Hofstee beoordeelt de beoordelaar, Kopstukken uit de examenwereld, Henk van Berkel en Desirée Joosten-ten Brinke  Diplomaverhuur, Uit de praktijk, Dik van Velzen Prijzen uitgereikt, De Solberg-Verlinden prijs en de Wynand Wijnenprijs, Henk van Berkel en Don Mellenbergh Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Wie zijn wij Verenigingsnieuws Beoordelen van ontwikkeling Het zijn de eerste dagen van 2010 dat ik dit redactioneel schrijf. Wat is er sinds 2000 bereikt op het gebied van toetsing en examinering? Waar richten opleidingen zich op? De vorige zes jaargangen van EXAMENS laten niet alleen een breed scala aan onderwerpen zien, maar ook de vele organisaties die op de een of andere manier een beoordelingsmoment in hun opleiding hebben opgenomen of waartoe men geen toegang heeft zonder passend certificaat. Om er enkele te noemen waarover in EXAMENS is geschreven: de advocatuur, de brandweer, de horeca, de politie, de veehouderij, het rijexamen, het vaarbewijs, het veiligheidscertificaat en zo verder. Een nieuw fenomeen dat het afgelopen decennium naar voren is gekomen, is dat een Nederlander zich moet kwalificeren als burger van ons land. Daar hoort natuurlijk onderwijs bij, immers sinds 1 februari 2006 zijn scholen voor primair en voortgezet onderwijs wettelijk verplicht om ‘actief burgerschap en sociale integratie te bevorderen’. De noodzaak voor dit onderwijs ligt vooral bij ‘de omvangrijke allochtone populatie, die minder bekend is met de burgerschapstraditie’. Uiteraard heeft onderwijskundig Nederland hier een uitdaging gezien om allerlei passend lesmateriaal te ontwikkelen, maar laten wij ons hier beperken tot het wel en wee van het Brondocument Leren, Loopbaan en Burgerschap (LL&B) voor het mbo. Een herziene versie van dit document is in juni 2009 uitgeven door de MBO-Raad. Voor de lezers van EXAMENS is het interessant dat onder andere de moeilijkheden bij de beoordeling van burgerschap reden was om tot een herziening van LL&B te komen. Volgens de MBO-Raad was de toetsbaarheid van LL&B een probleem omdat de standaarden 4 en 5 ‘zich moeilijk verhouden tot onderwijs dat niet zozeer gericht is op het bereiken van een bepaald kennisniveau maar op het bereiken van vooruitgang in houding en ontwikkeling’. De standaarden 4 en 5 houden respectievelijk in dat het exameninstrumentarium inhoudelijk aan de uitstroomeisen voldoet en aan toetstechnische kwaliteitseisen. Vooruitgang in ontwikkeling, daar gaat het kennelijk om in het mbo. ‘Er wordt niet geëxamineerd, maar de ontwikkeling van de deelnemer wordt getoetst. Dus geen burgerschapsexamen, maar formatieve beoordeling (toetsing) van de voortgang van de burgerschapsvorming van de deelnemer’ , aldus de staatssecretaris van OCW. Dit alles met ingang van het studiejaar 2011- 2012. De mbo-scholen zijn vrij in de wijze van inrichting van het onderwijs LL&B en in de beoordeling van de resultaten daarvan, de beoordeling van de ontwikkeling van de student. De onderwijsinspectie heeft de lastige taak om de inspanningen van de instellingen op het gebied van burgerschap te evalueren, waarbij de standaarden voor examenkwaliteit niet van toepassing zijn. Ik heb ernstige twijfels over de uitvoerbaarheid. De redactie van het EXAMENS heeft eind vorig jaar afscheid genomen van redactielid Jeanet van de Bunte. Haar gezinsuitbreiding met een tweeling en veranderingen op haar werkplek lieten zich niet langer combineren met het redactielidmaatschap. Wij danken haar voor de inspanningen die zij heeft geleverd om EXAMENS te vullen met interessante kopij en voor haar zeer gewaardeerde, nauwgezette bijdragen aan de redactievergaderingen. 1 Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

EXAMENS 2009-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2009-04 december 2009 Examenfraude en diploma-/certificaatfraude, De opdracht is: fraude voorkomen en vertrouwen herstellen, Annie Kempers-Warmerdam Is dit assessment kwalitatief goed genoeg? Over de ontwikkeling van een beoordelingsinstrument voor competentie assessment, Saskia Wools Terecht of niet? Een lekker gevoel en toch mis! - List en bedrog op een theorie-examen van het CBR Henk van Berkel Over diplomawaardering en Certificaatsupplement, werkzaamheden van de afdeling internationale diplomawaardering van Colo, Stan Plijnaar-Siedsma Gastcolumn: Kwalificaties, Joost Dijkstra Performance assessment 'Spitaal', van competentie tot meetbare gedragsindicatoren, Karin Gerritsen-van Leeuwenkamp Uit de praktijk: Een leugentje in uw cv moet kunnen, toch?  Karina Ahles Wynand Wijnen - Toetspionier en onderwijsvernieuwer, Kopstukken uit de examenwereld, Don Mellenbergh Activiteiten Inspectie van het Onderwijs, Het jaarwerkplan 2010, Redactie EXAMENS Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Wie zijn wij? Verenigingsnieuws Een kloof te dichten De Nederlandse Vereniging voor Examens bestaat dit jaar op de kop af tien jaar. Het tijdschrift EXAMENS volgde vier jaar later. Een van de beweegredenen om het tijdschrift te starten was een brug te slaan tussen de door de overheid bekostigde examens (examens die zijn gekoppeld aan de van overheidswege bekostigde opleidingen) en de examens uit de private sector. Dit waren in die tijd twee aparte werelden die niet bij elkaar in de keuken keken. Erzou een wereld te winnen zijn wanneer die twee bolwerken eens naar elkaar luisterden en het goede van elkaar overnamen. Zo bestaat er in de wereld van de private examens een schat aan ervaring met het examineren van praktische vaardigheden. Daarvan zijn genoeg voorbeelden te geven en dit tijdschrift besteed er regelmatig aandacht aan. Dat loopt van examens voor brandweerlieden, via het examineren van ME-ers tot aan het testen van piloten met ‘flight simulators’. Van dit type examens hebben de bekostigde onderwijsinstellingen aanzienlijk minder kaas gegeten. Zie het geworstel met het examineren van competenties. Haast ieder nummer van dit tijdschrift bevat wel voorbeelden en richtlijnen voor competentiegericht examineren. Dat alleen al is een aanwijzing dat de methodiek van het examineren van competenties nog niet is ingedaald bij de bekostigde instellingen. Nu zijn competentietoetsen niet helemaal gelijk te stellen aan praktijktoetsen, maar toch is de overlap groot. Bij private instellingen is de kennis over examineren, de psychometrika, in het algemeen onderontwikkeld. Zij beschikken bovendien niet over een goed kwaliteitszorgsysteem, de goede niet te na gesproken uiteraard. Niet dat zij zomaar wat ‘aanrotzooien’, doorgaans zijn de examenverantwoordelijken heel consciëntieus bezig met hun vak, maar hun inspanningen richten zich in het bijzonder op de inhoud en organisatie van examens en niet op de meettechnische kwaliteit van het examen. Kwaliteitscontrole achteraf vindt nauwelijks plaats. Schrijver dezes mag af en toe een blik werpen in de keukens van private exameninstellingen. Puur om te testen laat hij daar termen vallen als Cronbach’s alfa, KR-20 en adaptief toetsen. Rollende ogen is de reactie, zelfs bij exameninstellingen met een uitstekende reputatie. Dit aspect van examineren, de psychometrische kwaliteitszorg, is in het algemeen beter geregeld in het bekostigde onderwijs. Toch moet ook hier een nuance worden aangebracht. Individuele docenten zullen beslist geen examendeskundigen zijn. Dat pretenderen ze ook niet, het gaat hen primair over de inhoud. Maar binnen bijvoorbeeld het hoger onderwijs functioneren auditcommissies die de kwaliteit van examens worden geacht te controleren. Ook instanties als Cito en de inspectie garanderen in het bekostigde onderwijs enigszins de kwaliteit van examens. De redactie van EXAMENS heeft niet de illusie dat de kloof tussen bekostigde en private instellingen is gedicht. Zoiets vergt een omslag in denken en dat heeft tijd nodig. Wel valt op dat exameninstellingen hoe langer hoe meer in de belangstelling komen te staan. Soms positief, meestal negatief, omdat er iets is misgegaan. De maatschappij vraagt exameninstellingen vaker om verantwoording af te leggen. Zij moeten expliciet maken waar ze mee bezig zijn en aantonen dat ze kwaliteit leveren. Dat is op zichzelf al een goede ontwikkeling. De redactie van EXAMENS zal zich blijven inspannen bijdragen in het tijdschrift op te nemen die voor lezers uit verschillende examenwerelden interessant en leerzaam zijn. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit van Maastricht. E-mail. H.vanBerkel@EDUC.unimaas.nl.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper