logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Gelezen en verder lezen over palliatieve zorg

Key Concepts in Palliative Care Moyra Baldwin & Jan Woodhouse (Eds.) Sage, 2011. ISBN 978 18 486 0871 9 ‘Key Concepts in Palliative care’ is een ideaal boek voor studenten, verzorgers, hulpverleners en specialisten om snel veel informatie te verkrijgen op het zeer uitgebreide terrein van de palliatieve zorg. In vijftig alfabetisch gerangschikte aandachtsgebieden – ‘key concepts’ – wordt de huidige stand op het gebied van palliatieve zorg in Engeland, uiteengezet. De onderwerpen variëren van symptoommanagement, omgaan met dood, rouw en verliesverwerking, zorg voor de omgeving, instanties en wetgeving, tot de hospicebeweging (historie en ethiek) en bijvoorbeeld spirituele zorg. Een aandachtsgebied beslaat gemiddeld vijf pagina’s en bevat een korte definitie van het onderwerp, een bespreking van de hoofdlijnen, conclusies, praktische toepassing of casestudies, en verwijzingen naar artikelen, links en verdere literatuurstudie. Aan het boek werkten veertig auteurs mee, ieder vanuit zijn eigen specialisme verbonden aan even zovele instanties. Het doel van het boek ‘to give a little about a lot’ in plaats van ‘a lot about a little’ lijkt een Engels understatement te zijn. Door de verwijzingen naar artikelen, links, websites en literatuur krijgt de lezer snel en helder de mogelijkheid zich verder te verdiepen. En juist de diversiteit aan onderwerpen maakt dat de complexiteit van deze uiterst kwetsbare vorm van zorg met de laatste ontwikkelingen daarin, zichtbaar worden. Hoe moeilijk de palliatieve zorg in de praktijk kan zijn, blijkt uit de vele casestudies die duidelijk maken hoe belangrijk informatie en communicatie is. Uitgangspunt in alle bijdragen is de patiënt-gerichte aanpak in een situatie die zich kenmerkt door ‘learning-by-doing’. Palliatieve teams zijn pragmatisch en zullen hun uiterste best doen voor het welbevinden van de patiënt. De casuïstiek laat zien hoe, terwijl protocollen gevolgd worden, ‘verkeerde’ beslissingen gemaakt worden en vervolgens, welke oplossingen er voor de toekomst bedacht zijn. Opvallend is dat het onderwerp euthanasie vrijwel buiten beschouwing wordt gelaten; in de Engelse praktijk staat dit onderwerp nog volop ter discussie, maar is nog niet in de wet verankerd. Ook het onderscheid tussen palliatieve zorg en palliatieve sedatie wordt niet gebruikt, terwijl beide vormen van zorgverlening wel in de casuïstiek besproken worden. Ondanks dit verschil met de Nederlandse situatie is het boek een prima naslagwerk. De vijftig sleutelbegrippen geven een breed en informatief inzicht in het werkveld. Eva de Waard - van Maanen – loopbaancoach, opleider en auteur Leven in het zicht van de dood Als iemand van wie je houdt sterft Jacinta van Harteveld. Ten Have, 2012. ISBN 978 90 259 0173 8 ‘Leven in het zicht van de dood’ is geschreven voor mensen die op korte termijn zullen sterven, hun naasten en degenen die hen palliatieve zorg verlenen. In mijn ogen slaagt de auteur er door opbouw en thematische uitwerking in om deze verschillende partijen aan te spreken. Existentiële vragen komen aan bod, inclusief de sterke emoties die een stervensproces oproept bij wie het ondergaat of van nabij meemaakt. De lezer wordt rechtstreeks aangesproken en geprikkeld zich te verdiepen in wat ‘leven in het zicht van de dood’ inhoudt. Tevens komen praktische en informatieve kwesties aan de orde, over bijvoorbeeld medicijngebruik en voeding, over zaken als delier, palliatieve sedatie en euthanasie. Centraal staat de communicatie met de stervende, ook wanneer die in beeldtaal spreekt, verward is en/of dingen ziet die naasten niet ontwaren. Van Harteveld steunt als verpleegkundige, verplegingswetenschapper en coördinator van een hospice niet alleen op werkervaringen, maar ook op (wetenschappelijke) literatuur, en daar komt poëzie (elk hoofdstuk begint met een gedicht) nog bij. Het boek is zorgvuldig en toegankelijk getoonzet, en weerspiegelt de inzet waarmee is gewerkt en geschreven. Wat betekent het als je hoort dat je spoedig zult sterven, wat verandert er in de relatie tot jezelf, anderen, de wereld? Wat kun je nog doen in de resterende tijd? Daarover gaat het eerste hoofdstuk; volgende hoofdstukken beschrijven de eenzame weg van de stervende (ondanks betrokkenheid van naasten), diens angst, diverse soorten pijn, het veranderende lichaam (verval van uiterlijk en lichaamsfuncties), afhankelijk worden, zin- en zijnsvragen, voortekenen van de naderende dood, vasthouden en loslaten. Het hele stervensproces wordt doorlopen op een manier waar de lezer onontkoombaar bij betrokken wordt, vooral door de vele aangrijpende praktijkvoorbeelden. Elk hoofdstuk reproduceert tal van dialogen tussen hospicebewoners en hun naasten of verzorgers. Daarmee wordt verduidelijkt hoe de verzorgende of naaste kan aansluiten bij de stervende. Als dat aansluiten lukt, vergroot dat de kans dat de stervende zich begrepen voelt en tot rust kan komen. Van een boek wordt soms gezegd dat het ‘in een behoefte voorziet’. Dat kan een loze frase zijn, maar ik kan me voorstellen dat lezers veel aan dit boek kunnen hebben. Om beter met elkaar te kunnen (durven) denken en spreken over sterven. Eenzaamheid, angst en pijn van de stervende kunnen nooit volledig opgeheven worden, maar wel gereduceerd. Nel Jagt – maatschappelijk werker en supervisor Speaking of Dying A Practical Guide to Using Counselling Skills in Palliative Care Louis Heyse-Moore. Jessica Kingsley, 2009. ISBN 978 18 431 0678 4 Compassionate and tactful communication skills can make the difference between an awkward encounter with a dying patient, and an engaging, empathic bond between two people. Louis Heyse-Moore draws on his wealth of experience as a trained counsellor and palliative medicine specialist. Covering difficult subjects such as breaking the news of terminal illness to a patient, euthanasia and the effect of working with patients on carers, ‘Speaking of Dying’ is a practical guide to using counselling skills for all clinical disciplines working in palliative care, whether in a hospice, hospital or at home. Complete with a clear explanation of both counselling and medical terminology, this hands-on guide will be an invaluable companion to anyone working in palliative care. Eenzaam sterven? Communicatie in de palliatieve zorg Arthur Polspoel. Ten Have, 2004. ISBN 978 90 808 2905 3 De periode van terminaal ziek zijn, is soms een van de eenzaamste in een mensenleven. Want iemand die weet dat hij moet sterven, weet dat hij de weg uiteindelijk alleen moet gaan. Nabijheid en inlevende communicatie met naasten en helpers kunnen de eenzaamheid enigszins opheffen. Hoe kun je de nabijheid intensiveren? Hoe vang je signalen van eenzaamheid op. Ook al zijn ze verpakt in ontkenning, opstandigheid, vertwijfeling, wroeging? Dit boek geeft aanknopingspunten om deze signalen te ontdoen van hun schil en te verstaan in hun kern. Arthur Polspoel analyseert elf gesprekken tussen hulpverleners, patiënten en hun naasten. Het boek is een uitdaging tot reflectie over wat er (niet) gebeurt in onze communicatie. Een bevestiging voor begeleiders. Een ondersteuning, ook voor de stervenden en hun naasten. Counseling Clients near the End of Life A Practical Guide for Mental Health Professionals James Werth (Ed.). Springer, 2012. ISBN 978 08 261 0849 4 This guide, for all counselors who provide services to persons who are terminally ill and their families, addresses common issues that influence different types of counseling approaches, such as how the age, ethnicity, or religion of a client affects counselor conceptualizations and actions. The book discusses how to manage symptoms of depression, anxiety, and cognitive impairment near the end of life. The counseling needs of family members before and after death are addressed as well as counseling loved ones experiencing complicated grief. The text also examines the particular concerns of counselors regarding self-care and the benefits of working as part of a professional team. Woven throughout are important considerations such as cultural diversity, ethical challenges, laws, and regulations; and advocacy at client and social policy levels. Iemand zien staan Zorgethiek over erkenning Annelies van Heijst. Klement, 2008. ISBN 978 90 868 7014 1 Wat professionals, maar ook ontvangers van zorg en hun familie gemeen hebben, is dat ze willen dat iemand hen ziet stáán. Niets is erger dan dat ze over je heen kijken of als een ding behandelen. De auteur neemt zo nu en dan duidelijk stelling, ook inzake gevoelige onderwerpen. Zoals stoppen met behandelen. Of erkennen dat bij zorgen niet alleen mooie gevoelens komen kijken. Erkenning beslaat verschillende terreinen; ze heeft betrekking op professionals, maar ook op zorgontvangers en hun familie. Ze heeft ook met grootschalige structuren van doen. Dus gaat het over erkenning van instituties, en toegeven dat interventie niet het enig zaligmakende professionele repertoire is. Tot besluit volgt een uitleg over wat ‘menslievende zorg’ wel en niet is, en hoe het in de praktijk werkt. Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk B.S. Wanrooij et al.. Bohn Stafleu van Loghum, 2010. ISBN 978 90 313 4031 6 ‘Palliatieve zorg in de dagelijkse praktijk’ heeft een probleemgeoriënteerde opzet en leert de lezer te analyseren en adequaat in palliatieve zorgsituaties te handelen. Het boek bespreekt problemen die zich voordoen bij patiënten in de palliatieve en terminale fase van kanker, COPD, hartfalen en spieraandoeningen. Het belicht in zeventien patiëntbesprekingen de meest voorkomende symptomen in deze fasen en de analyse en behandeling hiervan vanuit een medische, psychosociale en spirituele invalshoek. Voorts geeft het aanbevelingen voor de palliatieve zorg voor mensen met een uiteenlopende culturele achtergrond, kinderen, verstandelijk gehandicapten, psychiatrische patiënten en patiënten met dementie. Communication as Comfort Multiple Voices in Palliative Care Sandra Ragan et al.. Routledge, 2008. ISBN 978 08 058 5809 9 ‘Communication as Comfort’ explores the complexities of communication at one of the most critical stages of the life experience – during advanced, serious illness and at the end of life. Challenging the predominantly biomedical model that informs much communication between seriously ill and/or dying patients and their physicians, caregivers, and families, the authors pose palliative care as an antidote to the experience of most people at the most vulnerable juncture of their lives. Applying communication theories and insights to illuminate problems and to explain their complexities, the authors advocate a patient-centered approach to care that recognizes and seeks to lessen patients’ suffering and the many types of pain they may experience (physical, psychological, social, and spiritual) during life-threatening illness.
Gratis
lees meer

Column: Raakt het nog?

Auteur: Martine Wolfaert

Raakt het nog? “Dus jij zag al zoveel mensen sterven... Raakt het nog, na al die jaren?” De nieuwe vrijwilligster kijkt me vragend aan. Er is geen tijd voor een antwoord. Mevrouw Witters belt. Ze pakt mijn arm vast: “Denk jij dat ik in de hemel binnen mag?” Suzanne Witters is heel gelovig. “Waarom niet, Suzanne?” “Zoveel fouten.” Ze trekt het laken over haar hoofd. “Suzanne?” Geen reactie. Ik loop zachtjes haar kamer uit. In de gang staat een man wiens echtgenote vorige week in het hospice stierf. “Dag mevrouw, ik dacht, ik loop even binnen...” “Natuurlijk, een kopje koffie?” “Ach nee... Of ja, heel even dan.” Hij vertelt over de uitvaart, de stampvolle kerk. “Maar ik moest maar eens gaan. U hebt nog werk te doen.” Hij trekt rillend zijn vest wat dichter: “Had ik mijn vrouw maar een warm dekentje meegegeven tegen de kou daar beneden.” Vrijwilligster Petra komt de keuken binnen. “Ha, nog een bekend gezicht. Ik wilde net vertrekken...” “Nog koffie?” Petra gaat tegenover hem zitten. “Laat maar... U hebt nog werk te doen. Weet u, mevrouw, afscheid nemen doe je niet één keer, dat doe je elke dag opnieuw. Van grote dingen. Haar woorden, haar warmte. Van kleine dingen. Haar bed, haar kleren, haar parfum... Och, misschien wil ik toch nog een bakje troost.” Een uur later zit de man er nog steeds. “Ik moest maar eens gaan”, hoor ik hem zeggen tegen Petra. “Weet u, het went niet. Thuiskomen en alleen aan de muren vertellen wat je hebt meegemaakt. Je wordt er zo boos van. Dat je zelf nog leeft. Moet leven.” Ik ga naar mevrouw Witters. Ze heeft de lakens van zich afgegooid. Ze is spierwit en staart in de verte, haar neus is scherp. Haar armen graaien in de lucht. Er is geen tijd meer om een priester te bellen. Ik pak haar handen vast. “Suzanne?” Mijn stem beeft. “Ik weet zeker dat je binnen mag, Suzanne. In de hemel.” Ik teken een kruisje op haar voorhoofd. Ze kijkt me één seconde recht aan. En sterft. Ik sluit haar ogen en denk weer aan de vraag van de vrijwilligster. We blijven altijd leerlingen in de school van de dood. De gasten wijzen ons een bank. Of het me nog raakt? Soms als een mokerslag. Soms als de streling van een zachte wind. Maar hoe dan ook... het is altijd ‘raak’. Martine Wolfaert begon vijftien jaar geleden als verpleegkundige in het hospice van Coda. Onlangs schreef zij over haar belevenissen het boek ‘Sterven is klote maar jullie koffie is lekker: Dagelijks leven in een hospice voor palliatieve zorgen’. www.coda-palliatievezorg.be  
Gratis
lees meer

Depressie (volledige uitgave, 15 artikelen)

INHOUD THEMA 'DEPRESSIE' (november 2013) Verkenning: Mode, middel of malheur? Frans van der Gouw Achtergrond: Depressiezorg in de huisartsenpraktijk, Christine Beenhakker Column: Niets menselijks is de counsellor vreemd, Frans van der Gouw De opinie van… Jim van Os De semantiek van depressie, Leona Aarsen Pioniers: Milton Hyland Erickson, Hans Benniks PRAKTIJK Uit ’t veld: Aandacht voor de omgeving, Erwin van Meekeren Caleidoscoop: Cognitieve animatietherapie, Paul Camp Ondernemen Counselling is een luxeartikel, John Stolvoort & Bouke Boomstra Wetenschap: Chronisch depressief in nieuw perspectief, Jan Spijker HELP Somber ACTUEEL Issue: Het deprimerende gebruik van antidepressiva, Ron van Deth Trends & Ontwikkelingen Column: Wat doe jij? Kim Helmus Achtergrond: Beoordeling van kwalitatief onderzoek, Fenneke Woertman Gelezen Verder lezen over depressie VOORWOORD Waakhond Complexe vraagstukken doen mijn hart doorgaans sneller kloppen. Met verve stort ik mij op probleemanalyses en probeer verbanden te leggen om te komen tot nieuwe inzichten en mogelijke oplossingen. Tot die oplossingen kom ik niet als ik voor mezelf tot vraagstuk ben verworden: Ben ik een goed voorbeeld voor mijn kinderen? Bied ik mijn gezin een warm thuis? Ben ik bij machte een liefdevol contact met mijn partner te onderhouden? Kan ik mijn functie naar ieders tevredenheid invullen? Draag ik voldoende bij aan de maatschappij? Ik ben niet in staat mijn vragen te analyseren en tot bevredigende inzichten te komen. Mijn overpeinzingen beïnvloeden mijn humeur, relativeringsvermogen en zelfbeeld. Op die momenten dat ik mezelf dreig te verliezen, dringt zich altijd een natte neus aan mij op. Haar aanwezigheid, de beweging en buitenlucht verdrijven mijn sombere stemming, waardoor ik mijzelf als vraagstuk weer in perspectief kan zien. Iedereen heeft wel eens een sombere bui. Meestal verdwijnt die bui vanzelf, maar bij zo’n 19% van de Nederlanders groeit deze somberheid op enig moment in hun leven uit tot een depressie. Over de definiëring van depressie, zoals onlangs opnieuw voorzien in de DSM-5, is het laatste woord nog niet gesproken. Zo schetst Jan Spijker dat er steeds meer aanwijzingen komen, dat het episodische beeld van depressie niet opgaat en vervangen moet worden door een fluctuerend beeld van wisselende ernst van de depressieve symptomatologie. Toppsychiater Jim van Os pleit ervoor om de cliënt zelf te vragen naar zijn klachten en zorgbehoefte, want depressie manifesteert zich bij iedereen anders. Aandacht voor omgevingsfactoren bij het begrijpen en behandelen van depressie is van wezenlijk belang, daar de intensiteit van psychiatrische klachten verband houdt met de omgevingscontext, de (sociale) situatie. Erwin van Meekeren legt aan de hand van een casus uit, hoe een counsellor de naastbetrokkenen kan involveren in de begeleiding van de cliënt. Ron van Deth wijst ons op de deprimerende werking van antidepressiva. Meer dan een miljoen Nederlanders is afhankelijk van deze medicatie, een grote groep zou beter af zijn met psychosociale vormen van begeleiding zoals counselling. Het korten van de dagen, de dalende temperatuur en de slagregens tegen de vensters, doen mij het liefst wegkruipen bij de kachel. Mijn waakhond neemt mij mee naar buiten waar de herfstkleuren mij toelachen. Ik plant tulpenbollen in vertrouwen dat ook de lente zich weer aandient. Loes Helwegen Hoofdredacteur Counselling Magazine hoofdredacteur@counsellingmagazine.nl

€ 6,95

Trends & Ontwikkelingen

Gevolgen en kosten depressie Depressie heeft grote gevolgen voor de kwaliteit van leven. Hoe ernstiger de depressie, hoe groter de gevolgen. Ongeveer de helft van alle patiënten herstelt binnen drie maanden (Spijker, 2010: Duration of major depressive episodes in the general population), maar bij 15-20% ontstaat een chronische depressie waar mensen langdurig (tot meer dan 20 jaar) periodiek last van houden (Eaton, 2008: Population-based study of first onset and chronicity in major depressive disorder). In Nederland kost depressie jaarlijks 168.000 Disability Adjusted Life Years (DALY). Daarmee is het negatieve effect van depressie op de nationale gezondheid groter dan dat van onder andere dementie, diabetes, of longkanker (RIVM, 2013: Nationaal Kompas Volksgezondheid). De behandelkosten voor depressie bedragen bijna een miljard euro (E966 miljoen) per jaar (Slobbe, 2011: Kosten van ziekten in Nederland 2007). Een DALY kwantificeert gezondheidsverlies en is opgebouwd uit twee componenten: jaren verloren door vroegtijdige sterfte en jaren geleefd met ziekte. Het concept komt uit de studie ‘Global Burden of Disease’ van de Wereldbank en de World Health Organization. (bron: Factsheet Depressie, GGZ Nederland) Psychiatrische aandoeningen lijken genetisch sterk op elkaar Psychiatrische aandoeningen zoals depressie, schizofrenie en bipolaire stoornis blijken genetisch sterk op elkaar te lijken. Wetenschappers van de Vrije Universiteit Amsterdam onderzochten de genetische informatie van ruim 75.000 mensen. Zoals verwacht bleken dezelfde genen een rol te spelen bij mensen met dezelfde psychiatrische aandoening. Maar tot hun verrassing zagen de wetenschappers ook sterke genetische overeenkomsten tussen mensen met verschillende psychiatrische aandoeningen. “Genetisch gezien lijken psychiatrische aandoeningen dus meer op elkaar dan gedacht,” zegt Danielle Posthuma, hoogleraar aan het Center for Neurogenomics and Cognitive Research van de VU. “Blijkbaar hebben ze een gemeenschappelijke biologische oorzaak, waardoor behandelmethoden die momenteel voor de ene psychiatrische aandoening worden gebruikt, mogelijk ook werken bij een andere aandoening.”(bron: Vrije Universiteit Amsterdam) Gedragskenmerken adolescenten voorspellen geestelijke gezondheidsproblemen Expression and perception of emotions: The case of depression, sadness and fear. Promotie Martijn Balster. Tilburg University, 25 juni 3013. Adolescenten kunnen verbale en non-verbale gedragskenmerken vertonen die gezonde individuen onderscheiden van personen met toekomstige geestelijke gezondheidsproblemen, zoals depressie. Een meer gespannen lichaamshouding en minder verbondenheid met de gesprekspartner zijn enkele voorbeelden van kenmerken die signalen>> kunnen zijn voor toekomstige psychische problemen. Ook monotoon spreken, meer praten over familie en thuis, een hogere stem en vluchtgedrag zijn zulke kenmerken. Omdat de adolescentie de periode is waarin de meeste personen hun eerste geestelijke gezondheidsproblemen ontwikkelen, kunnen deze mogelijk voorspellende gedragskenmerken als extra instrument dienen voor betere diagnosestellingen, voorspellingen en behandelingsmethoden in de geestelijke gezondheidszorg. (bron: Tilburg University) Informatieverwerking bij depressieve symptomen Information processing and depressive symptoms in healthy adolescents. Promotie Patricia van Deurzen. Radboud Universiteit Nijmegen, 11 juni 2013. Gezonde adolescenten met depressieve symptomen verwerken informatie anders dan gezonde adolescenten zonder depressieve symptomen. Dit is vooral het geval bij meisjes. Depressieve symptomen gaan bij meisjes vaker samen met een lagere reactiesnelheid, meer variatie in reactietijd, moeite met het onderdrukken van een reactie, een minder flexibele aandacht en een verslechterd werkgeheugen. Van Deurzen presenteert enkele parameters voor informatieverwerking die geschikt kunnen zijn als uitkomstmaat in interventiestudies of van behandelingen: reactiesnelheid, werkgeheugen en cognitieve inhibitie van negatieve informatie. Verder is het belangrijk te realiseren dat depressieve symptomen in de adolescentie bij meisjes veel vaker samengaan met informatieverwerkingsproblemen dan bij jongens het geval is. (bron: Radboud Universiteit Nijmegen) Invloed etnische afkomst vaak overschat bij depressie Depression and anxiety in migrants in the Netherlands: Population studies on diagnosis and risk factors. Promotie Agnes Schrier. Vrije Universiteit medisch centrum Amsterdam, 2 juli 2013. In tegenstelling tot wat wel wordt aangenomen speelt afkomst geen belangrijke rol in de ontwikkeling van angst en depressie bij niet-Westerse migranten. Onder alle onderzochte bevolkingsgroepen vertoont depressie dezelfde symptomen. Depressie gaat even vaak samen met angst en komt bij alle etnische groepen vaker voor bij mensen met neurotische persoonlijkheidstrekken. Depressie gaat gepaard met een gevoel door God in de steek gelaten te zijn. Ook blijkt geen verschil in psychische klachten tussen mensen die wonen in een buurt met veel of weinig andere migranten. Depressie komt weliswaar iets vaker voor in sommige bevolkingsgroepen, maar de kenmerken van depressie bij Nederlanders en Turkse, Marokkaanse en Surinaamse Nederlanders vertonen vooral overeenkomsten. “Behandelaars moeten dan ook de reguliere diagnostiek en behandeling toepassen”, concludeert Schrier. (bron: Vrije Universiteit Amsterdam) Behandeling depressie Van alle mensen met een depressieve stoornis ontvangt 58,5% enige vorm van zorg. Van de groep die geen zorg ontvangt, heeft het grootste deel een milde vorm van depressie die na verloop van tijd vanzelf overgaat en daarom hebben zij geen behoefte aan behandeling. Signalering gebeurt voornamelijk door de huisarts. Meer dan de helft van mensen met een depressie wordt behandeld binnen de algemene gezondheidszorg, terwijl iets meer dan één derde in de specialistische geestelijke gezondheidszorg terechtkomt. Ook krijgt meer dan één derde antidepressiva. Behandeling gebeurt via een zogenaamd stepped-caremodel. De behandelaar start met de lichtste vorm van gepaste behandeling en evalueert het behandelbeleid regelmatig samen met de patiënt zodat er bij onvoldoende herstel tijdig overgestapt kan worden op een zwaardere interventie. Veelgebruikte eerste-stapinterventies zijn cognitieve gedragstherapie en farmacotherapie. Elk van deze methodes heeft zijn effectiviteit bewezen in wetenschappelijke studies (Spijker, 2012: Multidisciplinaire richtlijn Depressie). (bron: Factsheet Depressie, GGZ Nederland)
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper