logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

De mc-toets: een krasse grijsaard van honderd jaar

Auteur: Michael Nieweg

Anno 2014 bestaat de meerkeuzetoets – ook wel multiple choice toets of mc-toets genoemd – een eeuw. Een handige toetsvorm bij grootschalig onderwijs. De gevoelens over deze bejaarde zijn gemengd. MC-toetsen bevorderen een leerstijl waar het onderwijs eigenlijk niet op zit te wachten. Maar het is een taaie rakker en zoiets dwingt ook respect af. Zal de mc-toets in de klassieke vorm overleven? Frederick J. Kelly (1880-1959) ontwikkelde de mc-toets in 1914, precies een eeuw geleden. Zijn motieven zijn nog steeds goed herkenbaar: het uitbannen van subjectiviteit in beoordelingen en het grote tijdsbeslag dat beoordelen op docenten legde. Hij maakte gebruik van de toen nagelnieuwe inzichten uit de psychometrie om te komen tot een gestandaardiseerde toets en sloeg daarmee twee vliegen in één klap: objectiviteit in plaats van subjectiviteit en een eenvoudige administratieve aanpak bij het nakijken. Het cijfer was zo snel te bepalen. De mogelijkheid om gedragingen met kwantitatieve methoden te meten leidde tot het inzicht dat daarmee het gedrag zélf werd gestandaardiseerd, dit tot afkeer van Kelly. Maar in een tijd waar de industrie en de bureaucratie vakmensen nodig had die repetitieve taken konden uitvoeren, zag men voordelen in het standaardiseren en kwantificeren van leerresultaten op basis van grootschalig toetsen. Ook beleidsmatig waren er voordelen: onderwijsinstellingen konden gelijke opbrengsten realiseren. De resultaten van leerlingen, scholen, steden en staten werden onderling vergelijkbaar. Docenten - en ook Kelly - waren daar niet blij mee. In hun visie dient onderwijs de ontwikkeling van de unieke en individuele talenten te bevorderen. Gestandaardiseerd gedrag doet dit niet, en kan ook vervreemdend werken. Vanaf de introductie werd de mc-toets bejubeld én verguisd. In de loop der tijd zijn de bezwaren scherper geformuleerd. Kern is dat de mc-toets een reproductieve in plaats van een betekenisgerichte leerstijl bevordert. En dat laatste is juist de bedoeling van (hoger) onderwijs. De mc-toets is geen neutraal instrument maar het sluitstuk van een opvatting over leren en lesgeven.  Voor- en tegenstanders Er zijn ook nu nog critici en voorstanders – beiden laten zich ruim gelden op internet. Critici wijzen er op dat het onderwijs van de 21ste eeuw niet kan worden uitgevoerd zoals aan het begin van de 20ste eeuw, omdat de samenleving, bedrijven en beroepen zichzelf steeds vernieuwen. Voorstanders wijzen erop dat het een goede en tijdloze uitvinding betreft die het grootschalige onderwijs veel voordelen biedt. Onderwijssituaties variëren enerzijds in de mate waarin de docent de student opvoedt tot zelfstandig denker en anderzijds in de mate waarin kennis doel of middel is. Mc-toetsen passen het beste in instructiegericht onderwijs en zijn een goede keuze voor grote studentengroepen als het gaat om: gestandaardiseerde kennis en/of cognitieve vaardigheden die iedereen moet beheersen; complexe kennis en/of cognitieve vaardigheden waarvoor een andere aanpak te tijdrovend is; kennis en/of cognitieve vaardigheden die veiligheid, gezondheid of regelgeving borgen. Gelden deze motieven niet, dan is het in de meeste gevallen beter voor een andere toetsvorm te kiezen.  Het is tevens de vraag of er inmiddels niet meer mogelijk is. De informatiesamenleving biedt ongekende kansen: we zullen steeds beter in staat zijn om het onderwijs te personaliseren, studenten te laten samenwerken en de leeromgeving te informaliseren. Met tijd- en plaatsonafhankelijk onderwijs kunnen studenten kennis opdoen via webcolleges, studieopdrachten en peerfeedback. De honderdjarige heeft na een eeuw nog dezelfde kracht en dezelfde beperkingen. De moraal moet dan ook zijn: gebruik hem waar het nog moet, maar vervang hem waar het kan. Deze Gastcolumn is een redactionele bewerking met toestemming van de auteur van het stuk van drs. M.R. Nieweg getiteld: ‘Honderd jaar oude mc-toets nog steeds bejubeld en verguisd’ (https://score.hva.nl/blog_score/Lists/Berichten/Post.aspx?ID=3). Nieweg is werkzaam bij de Faculteit Onderwijs en Opvoeding van de Hogeschool van Amsterdam. E-mail: m.r.nieweg@hva.nl.
Gratis
lees meer

Is alles van waarde meetbaar?

Auteur: Harry Molkenboer

  Jacquelien Bulterman-Bos & Bram de Muynck (2014). Is alles van waarde meetbaar? - Toetsing en vorming in het onderwijs. Amsterdam: Buijten & Schipperheijn Motief. 143 pagina’s, ISBN 978-90- 5881-787-7. Te bestellen voor €6,95 via: http://www.buijten.nl/uitgeverij_motief/producten.php. Gratis te downloaden via: http://www.surf.nl/kennis-en-innovatie/kennisbank/soort-publicatie/boek. Een publicatie verzorgd door de lectoraten Docent en Talent (CHE) en Christelijk Leraarschap (Driestar Hogeschool). Twee paradigma’s Het was heerlijk om een keer een boek over toetsing te lezen dat niet gaat over de toetstechnische kant van toetsen en beoordelen, maar wel over een visie op toetsen. Het boek zet de lezer aan het denken over de rol van toetsen binnen het onderwijs. De rode draden in het boek zijn het instrumentele paradigma en het vormingsparadigma (paradigma = zienswijze). Het instrumentele paradigma ‘gaat uit van vooraf gedefinieerde leerdoelstellingen en meet zo objectief mogelijk of de leerdoelstellingen zijn gehaald’ (p. 49). Het vormingsparadigma ‘legt andere accenten […] Onder vorming verstaan we de eigen identiteitsontwikkeling van studenten die plaatsvindt onder invloed van prikkeling van buitenaf die zij op hun eigen manier in zich opnemen’ (p. 24). Beide paradigma’s worden op een onderbouwde wijze en zo objectief mogelijk beschreven, zowel qua kenmerken als ten aanzien van vooren nadelen. De voorkeur van de auteurs voor het vormingsparadigma komt echter duidelijk naar voren. Het instrumentele paradigma plaatst morele vorming, oordeelsvorming en artistieke vorming op de tweede rang, evenals hogere orde vaardigheden, omdat ze leiden tot uitkomsten die niet te vatten zijn in termen van goed en fout. Het vormingsparadigma plaatst de genoemde leerprocessen op de eerste rang en benadrukt het belang van open leerprocessen. Afwisselende paradigma’s De paradigma’s hebben in de afgelopen decennia afwisselend de toon in het onderwijs gezet. In de jaren negentig ontstonden - als reactie op de gebrekkige aansluiting van het onderwijs op de praktijk - het Nieuwe leren en het competentiegericht onderwijs. In deze onderwijsvormen ligt de nadruk op vorming, maar vorming is moeilijk meetbaar. Er kwamen geluiden over niveauverlaging en gebrek aan echte kennis. In het rapport van de commissie Dijsselbloem, Tijd voor onderwijs, dat in 2008 uitkwam, stonden voorstellen voor verandering, terwijl daarnaast diplomadrama’s in het hbo maatregelen vereisten. Resultaten moesten objectief aantoonbaar en dus meetbaar worden, waarmee het instrumentele paradigma weer de overhand kreeg. En nu worden langzaamaan de geluiden sterker dat er teveel aandacht is voor instrumentele toetsing. Stof tot nadenken De brede wetenschappelijke onderbouwing die in het hele boek terugkomt, de vele voorbeelden uit de praktijk en opdrachten om zelf na te denken, zorgen er voor dat je steeds bij jezelf afweegt wat de rol en de vorm van toetsing moet zijn. Het boek zet je aan het denken. Wat jammer is dat de twee paradigma’s tegen elkaar worden afgezet, terwijl ze eigenlijk verbonden horen te zijn en, nog belangrijker, ook kunnen zijn. De twee paradigma’s wisselen elkaar dan niet meer af, maar ze versterken elkaar tot een nieuwe zienswijze op toetsen. Volgens mij zijn we op weg daar naar toe. Tot slot nog het volgende. De auteurs maken onderscheid in het begrip toetsing en evaluatie. Bij toetsing gaat het om antwoorden die van te voren vast staan. Bij evaluatie gaat om de beoordeling van de waarde van het werk van studenten die niet noodzakelijk door toetsing plaatsvindt. ‘Het woord ‘oordeel’ in ‘beoordeling’ geeft aan dat er meer nodig is dan anonieme instrumenten en geobjectiveerde normen’ (p.12). Ze geven hiermee richting aan een toetspraktijk die het belang van zowel kennis, persoonlijke vorming als creatief denken erkent. Ik zei het al, het boek zet je aan het denken. En dat is goed. Het boek kan worden gedownload, maar schaf het aan. Het gebonden boek is de zeer lage prijs meer dan waard en verdient een plaats in de boekenkast van iedereen die toe is aan een nieuw toetsparadigma, noch alleen instrumenteel en noch alleen vormingsgericht. Ing. H.F.A.M. Molkenboer is redacteur van  EXAMENS. E-mail: harry.molkenboer@teelen.nl
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper