logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

Wynand Wijnen (1934-2012) - een man van betekenis

Auteur: Cees van der Vleuten, Henk van Berkel

Er is een groot onderwijskundige heengegaan. Wynand Wijnen is overleden. Hij behoort in Nederland tot de grote namen op het gebied van onderwijs, vergelijkbaar met die van De Groot, Van Naersen en Wiegersma. Het is niet voor niets dat het tijdschrift EXAMENS hem tot een kopstuk uit de examenwereld heeft benoemd.   De Methode Wijnen Na aanvankelijk te zijn begonnen aan een opleiding tot priester, switchte Wijnen naar de opleiding psychologie in Nijmegen. Na afronding van die opleiding ging hij werken aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij was onderwijsadviseur en onderzoeker. Vooral op het gebied van toetsing en examinering was hij actief. Hij trok zich de problematiek aan van de vele gezakte studenten die als gevolg van een povere cesuurbepaling waren gezakt. Hij deed vervolgens wat hem in zijn hele professionele loopbaan verder heeft gekenmerkt: hij kwam met uiterst creatieve, altijd veelbesproken, oplossingen. Zijn proefschrift ‘Onder of boven de maat’ stelde een nieuwe manier van zak/slaaggrensbepaling voor. De aanname was dat de gemiddelde student het goed zal doen. Ook dat was heel typisch voor Wynand. Hij geloofde in het goede van de mens. Wellicht was het een afspiegeling van zijn oorspronkelijke op leidingskeuze, de mens stond centraal in alles wat hij deed en waarin hij geloofde. Als de gemiddelde student het goed zal doen, dan mag de gemiddelde score van de groep als vertrekpunt worden genomen. Dan is daaronder een nog tamelijk willekeurige grens te kiezen (dat werd twee keer de standaardmeetfout van de toets) en de uitkomst is een eenvoudige relatieve cesuur die corrigeert voor allerlei onbedoelde onderwijseffecten. Deze oplossing werd bekend als de Methode Wijnen en is op vele plaatsen langdurig toegepast. Menig student is hiermee een onterechte onvoldoende bespaard. De anekdote wil dat zijn leermeester en promotor, Wim Hofstee, zijn oplossing maar niks vond. Enige tijd na het afronden van Wynands proefschrift publiceerde Hofstee een alternatief onder de veelzeggende titel: ‘Het cesuurprobleem opgelost’. Hofstee stelde een slim en echt Hollands compromis voor, waarin de grens relatief werd gelegd tussen absoluut gekozen onder- en bovengrenzen van leerstofbeheersing. Een gebufferde oplossing dus. Beide cesuurmethoden zijn tot op de dag van vandaag standaardonderdelen van leerboeken over toetsing. Probleemgestuurd onderwijs Wynand Wijnen verruilde in 1973 het noorden voor het zuiden en kwam naar Maastricht. Daar werd de achtste medische faculteit van Nederland ontwikkeld, als start voor een nieuwe universiteit. Hij werd een van de grondleggers van het zo succesvolle probleemgestuurde onderwijs (PGO), samen met prof.dr. H.A.W.M. Tiddens, hoogleraar kindergeneeskunde en de eerste rector magnificus van de nieuwe universiteit. De inspiratie voor een radicaal andere onderwijsmethode werd gehaald uit Canada bij de McMaster University in Hamilton. Het was zo afwijkend dat eigenlijk iedereen er tegen was. Dat kon niet goed zijn. En heel Nederland vond het ook maar niets, inclusief menig docent in de Maastrichtse nieuwe faculteit. Dit vormde echter precies de juiste uitdaging voor Wynand. Als geen ander kon hij debatteren, overtuigen, inspireren en prediken(!). Verbaal was hij heel sterk. Hij overtuigde. Kreeg mensen mee. In het onderwijs stond de student centraal, opnieuw geheel consistent met zijn mensvisie. In zijn visie moet het onderwijs maximaal aansluiten bij de behoeftes van de student. Het leren van de student stond in het middelpunt. Groepsonderwijs, motiverende en inspirerende leertaken, helpende docenten, alles in het teken van de student. Later werd dit de student-gecentreerde benadering genoemd. Voortgangstoetsen Naast het onderwijs zelf bemoeide hij zich intensief met toetsing. Het PGO benadrukte zelfsturend leren. De studenten moesten zelf hun leerdoelen benoemen en bestuderen. Met een traditionele toets aan het einde van een cursus of module bleek dit echter moeilijk verenigbaar. De verwachte inhoud van de toets ging de studie van de student meer bepalen dan de eigen leerdoelen. Wynands creativiteit bood opnieuw een oplossing: voortgangstoetsen. Een voortgangstoets is een soort sc hriftelijk eindexamen dat alle einddoelen van de opleiding dekt. Zo’n examen wordt tegelijkertijd voorgelegd aan alle studenten in de opleiding, ongeacht de fase van hun studie. Dit wordt een aantal malen per jaar herhaald (in Maastricht vier keer per jaar). Het bleek een magistrale oplossing voor een groot probleem. Door het verbreken van de directe relaties tussen onderwijs en toetsinhoud was het voor studenten niet mogelijk en niet nodig om voor de toets te studeren. Als je als student maar voldoende aandacht besteedt aan je eigen leerdoelen, groei je automatisch naar een hoger niveau en uiteindelijk naar het eindniveau. Los van deze vondst bleek deze vorm van toetsing nog andere voordelen op te leveren, niet in de laatste plaats als bron van heel veel feedback om het leren te bevorderen. Het heeft een tijd geduurd voordat anderen dit concept van toetsen wisten te doorgronden, maar later hebben veel opleidingen het overgenomen. Zo wordt er in Nederland door vijf medische opleidingen samengewerkt om in gezamenlijkheid een identieke voortgangstoets af te nemen. Ook in het buitenland kent deze vorm van toetsing in toenemende mate navolging. Het was gewoonweg een geniale vondst. Zo kenmerkend voor Wynand Wijnen. Activiteiten In zijn lange carrière aan de Universiteit Maastricht heeft hij bijgedragen aan de gestage groei van deze universiteit. Hij nam bestuurlijke rollen aan (decaan, rector) en was betrokken bij de totstandkoming van nieuwe faculteiten, alle volgens het PGO model. Hij leidde een vakgroep en was een mentor voor veel onderwijskundigen die later naam en faam hebben gemaakt. Ook maatschappelijk was hij bijzonder actief. De regering wist hem te vinden voor bijzondere opdrachten. Zo was hij de architect van het rapport ‘Te doen, of niet te doen’ en de daaruit resulterende studeerbaarheidsbeweging in het hoger onderwijs in het begin van de jaren tachtig. Tien jaar later werd hij gevraagd mee te denken over de vernieuwing van de tweede fase in het secundair onderwijs. Hij was de bedenker van het studiehuis, een inspirerende vernieuwing die waarschijnlijk vanwege de grootschaligheid minder goed landde op de werkvloer. Maar de ideeën waren briljant en overtuigend. Hij is jaren voorzitter geweest van de Raad van Bestuur van Cito en daarnaast heeft hij talloze andere bestuurlijke functies gehad. Ook buiten het werk. Er was geen vereniging in Zuid-Limburg die niet op een of andere manier de betrokkenheid van Wynand Wijnen wist te krijgen. Eentje was heel bijzonder en erg typerend voor zijn Limburgse volksaard: de Narren Universiteit Limburg, ofwel de NUL. Rond carnaval kwam de NUL bijeen in een Diës Natalis. Onder leiding van een Manjefieke Rector werden cabareteske carnavalsredes gehouden. Bij elke rede werd de redenaar bevorderd in de rangen van de NUL. Wijnand Wijnen was uiteraard een ‘perfessor’ van de NUL. Tegelijkertijd steunde de NUL het Winand Roukenfonds,  een stichting die het cultuurgoed van Limburg bevorderde. De Wynand Wijnen prijs In 1996 ging Wynand Wijnen met pensioen. Maar dat bleek een relatief begrip. Hij bleef zeer actief in het onderwijsveld, zowel nationaal als internationaal. Hij heeft menige visitatiecommissie geïnspireerd met zijn altijd weer unieke invalshoeken. Om zijn gedachtegoed te eren is een prijs ingesteld. Er werd een fonds ter beschikking gesteld om over een periode van tien jaar vijf prijzen toe te kennen aan projecten, instellingen of groepen personen die innovatief met het onderwijs bezig waren. De prijs is uitgereikt in alle sectoren van het onderwijs. Einde van een tijdperk Er is een groot onderwijskundige heengegaan. Een tijdperk wordt afgesloten. We zullen de inspirerende kracht van een bijzondere man moeten missen. Maar we doen dat in de wetenschap dat het onderwijs heeft geprofiteerd van zijn eminentie. Daar kunnen we dankbaar voor zijn. Zijn denken zal blijven voortleven in alle personen die met Wynand Wijnen gewerkt hebben. De heer prof.dr. C.P.M van der Vleuten is Voorzitter Vakgroep Onderwijsontwikkeling en –Research van de Universiteit Maastricht. De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail: c.vandervleuten@maastrichtuniversity.nl.   
Gratis
lees meer

Gezien en gelezen

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Henk van Berkel, Ellen Jansen en Anneke Bax (2012). Studiesucces bevorderen: het kan en is niet moeilijk. Bewezen rendementsverbeteringen in het hoger onderwijs. Den Haag: Boom Lemma uitgevers, 135 pagina’s Dit boek bevat praktische, effectieve handvatten voor het verhogen van het rendement in het hoger onderwijs. Om die handvatten in te kaderen wordt in het eerste hoofdstuk rendement beschreven als de maat die aangeeft welk percentage van een groep starters binnen een bepaald tijdsbestek een opleiding(sdeel) met succes voltooid heeft. Invloeden die effect hebben op het rendement zijn ingangsselectie, bindend studieadvies, examensystemen, studielast. Ook timemanagement van studenten is belangrijk, maar Cor Suhre en Marieke Meeuwisse concluderen in hun hoofdstuk 2 dat deze vaardigheid slechts een beperkte bijdrage aan het studiesucces van de studenten levert. Selectie op basis van eindexamencijfers, al dan niet in combinatie met motivatie, wordt in hoofdstuk 3 (van Marjolein Torenbeek en Jan Kamphorst) als mogelijk geschikt beschreven. Achtergrondkenmerken zoals vooropleiding, geslacht, leeftijd, etniciteit en ouderlijk milieu spelen ook een belangrijke rol. De belangrijkste conclusie uit hoofdstuk 4 van Henk Schmidt is dat opleidingen bewust tijd moeten inruimen voor zelfstudie. Als opleidingen te vol zitten met colleges, hebben studenten te weinig tijd voor studeren en neemt het rendement af. De twee volgende hoofdstukken raken het meest concreet de toetsing. Hoofdstuk 5 van Janke Cohen-Schotanus beschrijft de invloed van het toetsprogramma en hoofdstuk 6 van Janke Cohen-Schotanus en Cees van der Vleuten de invloed van de cesuur bij schriftelijke toetsen. Vanuit de gedachte dat toetsing het leren van studenten stuurt, geeft Cohen-Schotanus kenmerken van een goed toetsprogramma: de student wordt zeer regelmatig (met deeltoetsen) getoetst, alle onderwijsdoelen worden getoetst en het formele curriculum valt samen met het verborgen curriculum, het slagen voor een regulier tentamen moet voor een student aantrekkelijker zijn dan het zakken, studenten worden gestimuleerd de vakken op tijd te halen, er is geen concurrentie tussen toetsen (en herkansingen vinden in vakantieperioden plaats), er zijn veel feedbackmomenten, waarbij formatieve feedback uiteindelijk summatief moet zijn, er is een goede spreiding van toetsen, zodat studenten hun zelfstudie efficiënter inzetten, compensatie is mogelijk voor studenten die ‘alles op tijd doen’.Cohen-Schotanus en Van der Vleuten stellen dat onterecht zakken slecht is voor het studierendement. Om een positief studierendement te krijgen moeten dus zo min mogelijk studenten onterecht zakken. Het aantal onvoldoendes is afhankelijk van de methode die voor de cesuurbepaling gebruikt wordt. Na een beschrijving van de voor- en nadelen van de verschillende absolute en relatieve cesuurbepalingen komen zij tot een ‘verdedigbare’ procedure voor het vaststellen van de cesuur: maak geen gebruik van de absolute cesuur, gebruik bij ‘high stakes’ toetsen expertpanels en psychometrische methoden en gebruik bij studietoetsen een compromiscesuur. Hoofdstuk 7 gaat in op het effect van het invoeren van het bindend studieadvies (bsa). Al hoewel het bsa positieve effecten kan hebben op het rendement is het nog onduidelijk hoe hoog die bsa gesteld moet worden. Op basis van hun onderzoeksgegevens durven Karen Stegers-Jager en Janke Cohen-Schotanus dan ook niet te concluderen dat het bsa leidt tot een hoger rendement (zie ook Stegers-Jager & Cohen-Schotanus, 2012).Ellen Jansen bekijkt in hoofdstuk 8 in hoeverre de inrichting van het curriculum en de leeromgeving van invloed zijn. Zij beveelt onder meer aan om concurrentie tussen tentamens en herkansingen te vermijden en te zorgen voor studentbetrokkenheid bij toetsing. Tot slot wordt in hoofdstuk 9, van Klaas Visser en Ellen Jansen, aangegeven wat het belang is om de verschillende effectieve maatregelen op elkaar af te stemmen. Concluderend, dit boek is interessant voor alle personen die in het onderwijs werken. Het leest prettig en geeft inzichten in effecten op het rendement van logistieke, toetstechnische, en strategische keuzes die in het onderwijs gemaakt worden. Wat ontbreekt is een analyse van de vraag of een hoog rendement ook tot betere afgestudeerden leidt. Waarom willen we een hoog rendement? Een tweede kanttekening is de omvang van het onderzoek dat ten grondslag ligt aan de genoemde effectieve handvatten. In een aantal hoofdstukken wordt de conclusie van wat effectief is gekoppeld aan een enkel onderzoek. Daarentegen wordt in sommige hoofdstukken ook aangegeven dat er tegenstrijdige resultaten gevonden zijn. Het boek maakt duidelijk dat het bevorderen van studiesucces in termen van het verhogen van het rendement een ingewikkeld probleem is dat niet met een enkele maatregel op te lossen is. Dit in tegenstelling tot wat in de titel beweerd wordt: ‘[…] en is niet moeilijk’. De keuze voor deze woorden heeft mogelijk te maken met het idee dat de uitwerkingen die in het boek beschreven worden geen hogere wiskunde vereisen, maar dat het gaat om het eenvoudig toepassen van de aanbevelingen. Het inzetten van de afzonderlijke methoden kan al leiden tot een hoger rendement. Literatuur Stegers-Jager, K. & Cohen-Schotanus, J. (2012). De invoering van het Bindend Studieadvies. Examens, tijdschrift voor de toetspraktijk, 9(4), 12-16. Mw. dr. Desirée Joosten-ten Brinke is redacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joosten-tenbrinke@ou.nl, d.tenbrinke@fontys.nl.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper