logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Succes als thema en veel blije gezichten

Auteur: Nienke Kamphuis

Succes als thema en veel blije gezichten Impressies van de Noloc Conferentie 2010 De beroepsvereniging voor loopbaanprofessionals Noloc organiseerde haar jaarlijkse congres rondom het thema Succes. Meer dan 700 leden namen deel aan plenaire lezingen en een tiental workshops. Redactielid Nienke Kamphuis was erbij en ging op zoek naar de betekenis en beleving van Succes. De vraag ‘wat is nu werkelijk het verschil tussen succes en geluk’ is mij gedurende deze dag steeds meer gaan bezighouden. Bij binnenkomst trouwens nog niet. De rij wachtenden leek even lang als voor de Goliath in Walibi World! Met een houding van ‘geduld is een schone zaak’ en wat praatjes met bekende en nieuwe gezichten stond ik dan toch opeens vooraan in de rij… De foto’s laten zien dat de meeste deelnemers vrolijk en blijmoedig in het Nieuwegeinse aankwamen. En dat terwijl het verkeer die dag voor het nodige oponthoud had gezorgd. Men had zin in deze dag. Dagvoorzitter Evert van Hummelen opende de conferentie met een blik op de groei van Noloc in de afgelopen jaren. En groei is natuurlijk één van de maatstaven van succes. Het 2500e lid werd door voorzitter Perry Filippini in het zonnetje gezet, waarna de dagvoorzitter iedereen vroeg om zijn of haar buurman succes te wensen. Ik heb mijn buurvrouw succes gewenst met haar streven om – helemaal naar het thema van  de dag – naar huis te gaan met interessante aanknopingspunten om vanaf januari een nieuwe opdracht binnen te halen voor twee dagen in de week. Zet ‘m op Joke! Huub van Zwieten verzorgde de plenaire lezing. ‘Marijn is klaar met werken’ is zijn nieuwe boek. Hierin reikt hij de lezer de mogelijkheid aan een brug te slaan russen intuïtie en gedrag: Web 4.0, Thought generated experience. Volgens Huub – althans, dat zeggen mijn aantekeningen – hoeven we alleen maar te onthouden dat we onze talenten/uniekheden inzetten ten behoeve van anderen. Met andere woorden: bied dat wat je in overvloed hebt aan anderen aan. Dit zorgt voor geluk en succes! Persoonlijk was ik meer gegrepen door de fase waarin de zaal tot de conclusie kwam dat wat voor de één een droombaan is, voor de ander een ramp is. En dat deze mensen je hulptroepen zijn. En hulptroepen zijn er natuurlijk voor om in tijden dat je hulpbehoevend bent, in te zetten. Dit past mooi in mijn missie om mijn outplacementkandidaten actief contact te laten zoeken met hun ‘buitenwereld’. Bas, een vakgenoot die ik bij een stand trof, had gelijk na afloop van de lezing een nieuw idee voor business. Hij was vooral getriggerd door de vraag van Huub: Waar wind jij je over op? Hij vindt dat het UWV werkzoekenden in de kou laat staan en bedacht hiervoor, geïnspireerd door het betoog van Huub, ter plekke een alternatieve dienst. Na de koffie volgde ik de workshop van Suzanne Unck over metaforen met spoken; dat sprak mij al bij de aankondiging aan. De oefeningen werden enthousiast gedaan en het viel op hoe gemakkelijk iedereen de meest wezenlijke spoken onder woorden kon brengen. Tijdens de workshop werd mij vooral duidelijk hoe prettig het is om mensen te bereiken en in beweging te krijgen met de spook-metaforen. Zo herkenbaar en visualiseerbaar! En voor de professional: niet iedereen is even goed in het zien van een rode draad in gedachten, gedragingen en belevingen van anderen. Suzanne wel, en zij heeft daar een mooie manier van denken en doen voor ontwikkeld. In de pauzes sprak ik veel met andere congresgangers om een beeld van de andere workshops te krijgen. Alleen maar positieve geluiden! De kwaliteit van de workshopleiders was kennelijk groot. Eén deelnemer, Paul, vertrouwde mij toe veel interessants tijdens de workshops gehoord te hebben, maar ook steeds meer tot de conclusie te komen dat er niet werkelijk iets nieuws gepresenteerd wordt. Oude wijn in nieuwe zakken… Gezamenlijk trokken we echter de conclusie dat de nieuwe zakken best interessant kunnen zijn, want het is een aanpassing van oude zienswijzen en methoden aan de tegenwoordige tijd. Dit jaar was er op het congres meer ruimte voor standhouders dan ooit. Dat bleek hen goed te bevallen. Er was veel belangstelling voor hun diensten en artikelen. Sommige stands trokken aandacht als aas op vliegen. Carl van der Velde verzorgde de afsluiting van de dag. Zoals het de nummer 1 Coach van België betaamt, was hij prima in staat om na een intensieve dag het publiek fris en bij de les te houden. Op zich al een zeer bijzondere gave, waarbij hij effectief gebruik maakte van de diverse  communicatie- en presentatietechnieken. Een feest! Vanzelfsprekend was er daarna ook nog een afsluitende borrel. Het viel mij op dat veel deelnemers (en ook standhouders) snel vertrokken. Jammer, maar ook wel begrijpelijk. Voor de blijvers was er nog de gezelligheid en heerlijke hapjes. Het is en blijft een lange, lange dag! In dit geval een geslaagde dag. Met een tip voor Noloc: met zoveel leuke en goede workshops is het jammer dat je maar twee workshops kunt volgen. Een soort ‘workshops op herhaling’ zou voor mij (en ik denk voor meerdere mensen – want dit idee is natuurlijk tijdens de borrel ontstaan) een verrijking zijn. En voor geïnteresseerden: voor mij is geluk succes. Ik zou geen succes kunnen hebben zonder gelukkig te zijn en niet gelukkig kunnen zijn wanneer ik geen successen te vieren heb of niet zou vieren. Op naar het Noloc Congres 2011 en alle andere momenten waarop vakgenoten elkaar treffen, scherp houden en samen groeien. Nienke Kamphuis
Gratis
lees meer

Column: Bètawetenschap

Auteur: Els Ackerman

Bètawetenschap Meestal begrijp ik redelijk goed waar mijn cliënt het over heeft. Problemen met je baas zijn in het onderwijs niet echt anders dan in de automatisering of in de gezondheidszorg. Ik hoef niet alle ins en outs te kennen van de functie waar het om gaat, met de grote lijnen kom ik al een heel eind. Als ik iets echt niet begrijp, dan vraag ik het wel. Zelfs een systeemontwikkelaar kan mij over het algemeen duidelijk maken waarom hij hier in mijn kamer zit. Maar vandaag lukt het niet. Tegenover me zit Jules, een bevlogen en talentvolle man. Hij praat in hoog tempo, om niet te zeggen in de zesde versnelling. Zijn vakgebied is mij bekend, maar ik begrijp geen woord van wat hij zegt. Ik voel me net als bij een seminar over ruimtevaart dat ik ooit bijwoonde. Eminente wetenschappers presenteerden daar in hun eigen Italiaans-Engels of Duits-Engels een project over bottenonderzoek en voeding in de ruimte. Ik zat erbij als iemand van een andere planeet; ik verstond losse woorden maar ik kon geen verbanden leggen. De overige toehoorders waren net als de sprekers eminente wetenschappers, zij begrepen het van A tot Z. Het enige dat tot mij doordrong was het steeds herhaalde ‘next slide please’. Precies zo zit ik nu tegenover Jules. Hij wil zo graag dat ik hem begrijp, hij is bereid alles tot in de details uit te leggen. Dat werkt niet voor mij. De exacte inhoud van zijn proefschrift hoef ik niet te weten, met een korte samenvatting kom ik al een heel eind. Ik wil wel graag horen waardoor hij in de knoop zit en niet verder komt  met zijn onderzoek, zodat nu zijn baan op de tocht staat. Want daarvoor komt hij. Ik onderbreek zijn verhaal door aan te geven dat die informatiestroom mij afleidt, dat ik even afstand neem. Ik heb het gevoel dat hij me in zijn systeem wil binnentrekken, hij zoekt een medestander die hem in alles gelijk geeft. Maar ik wil meer horen over zijn eigen proces dan over zijn onderzoeksresultaten. Au. Dat doet pijn. Het proefschrift is zijn kind en daar wil hij over praten, niet over zichzelf. Het komt niet meer goed in dit oriënterend gesprek. En omdat ik langzamerhand mijn eigen grenzen ken, verwijs ik hem naar een collega die gespecialiseerd is in het begeleiden van bètawetenschappers. Voor Jules ben ik niet de goede adviseur, de kans is groot dat hij met mij geen stap verder komt. Achteraf zit het verloop van dit gesprek me niet lekker. Was ik te confronterend? Had ik andere interventies kunnen plegen, nog meer ruimte moeten geven aan het onbegrijpelijke verhaal?  Ik hoop dat mijn collega het beter doet. Els Ackerman werkt als ZZP’er in haar Praktijk voor Loopbaanadvies en Coaching in Rotterdam. Daarnaast geeft ze cursussen columnschrijven en autobiografisch schrijven en is ze redactielid van LoopbaanVisie. www.elsackerman.nl  
Gratis
lees meer

Lezerscolumn: Wat schuift het?

Auteur: Job Gorree

Wat schuift het? Mijn eerste sollicitaties, in de zestiger jaren, waren simpel. Ik ging langs bij een aannemer. Hij vroeg: “Kèn je timmeren?” Ik vroeg: “Wat schuift ‘t?” Werden we het eens dan kon ik me, met m’n ‘kissie’, ‘s maandags aan de poort melden. In de jaren zeventig ging ik parttime naar de Sociale Academie en wilde ik werk in het welzijnssector. Ik stuurde een brief van zes kantjes naar alle in aanmerking komende instellingen in de Rijnmond. Binnen vier maanden had ik een baan. Niet lang, maar van de ene baan rolde ik in de andere. Steeds dezelfde procedure. Lange brief met arbeidsverleden en motivatie. Eerst een groepsbijeenkomst met alle kandidaten en iedereen in de instelling die meende een mening te hebben – het was de tijd van de plenaire democratie – en dan een tweede gesprek met een sollicitatiecommissie van een man/vrouw/persoon of zes. Daarna een derde gesprek voor de laatste afspraken over wanneer, waar en wat. In de jaren tachtig werd het buurtwerk nagenoeg opgeheven door absurde bezuinigingen. Ik kon me omscholen voor de ICT. Hier waren sollicitaties zakelijk. Haren kort, baard eraf en in het pak. Brief van hooguit één kantje, kort Curriculum Vitae. Gesprek met personeelswerker en afdelingschef. Bij welbevinden tweede gesprek en bij overeenstemming snel beginnen. Later was een telefoontje al voldoende. Als een klus eindigde werd ik gebeld, of belde ik zelf wat rond en kon ik overstappen. Door veranderende markten vielen na de eeuwwisseling mijn contacten weg. Opnieuw moest ik me oriënteren. Er was een ‘nieuw solliciteren’ ontstaan. Tegenwoordig is het een bedrijfstak. Deskundigen en organisaties zorgen dat het allemaal goed verloopt. Vacatures vindt je niet meer in de krant maar op internet. Sollicitaties gaan per e mail. In brief en Curriculum Vitae moet je melding maken van competenties. Die leer je kennen door competentietests. Je moet netwerken, dat kun je leren in een cursus. In workshops ontdek je je valkuilen, geholpen door het kwadrant van Ofman, je volgt clinics self-assessment en cursussen om het sollicitatiegesprek voor te bereiden met de STAR-methode.  Daar prepareer je een elevator-pitch, voor het geval er plots gevraagd wordt om iets over jezelf te vertellen. Er wordt van je verwacht dat je jezelf duidelijk en volledig exhibitioneert voor  potentiële werkgevers. Vele sites leggen er de nadruk op dat je weg naar een succesvolle toekomst begint met het plaatsen van je complete levensloop plus foto’s op hun pagina’s.  Zonder profile op LinkedIn, Facebook en Hyves mis je veel opportunities. Maar komt het uiteindelijk tot een gesprek, dan gaat het toch uiteindelijk weer om twee vragen: “Wat kèn je?” en “Wat schuift het?”  Job Gorree werkte vijftien jaar als docent, werkbegeleider en trainer in het re-integratiewerk met groepen qua niveau uiteenlopend van verstandelijk beperkt tot HBO. Momenteel zoekt hij een baan als begeleider/coach.  
Gratis
lees meer

Portret: de 5 H’s van Lidewey van der Sluis

Auteur: Redactie

Lidewey van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit en geeft leiding aan het Powerhouse Competing for Talent talentmanagement.nyenrode.nl dat zich richt op vraagstukken rondom het vinden, binden, boeien en laten doorgroeien van talent.Zij geldt internationaal als een autoriteit op het gebied van strategisch talent management. Haar activiteiten spelen in op de benodigde kennisontwikkeling rondom de arbeidsmarkt en leveren belangrijke bijdragen aan onderwijs en onderzoek op het snijvlak van de vakgebieden human resource development en strategisch management. Welke visie over ons vakgebied draag jij uit? Dat wij samenleven en samenwerken met mensen die allemaal een unieke mix eigenschappen hebben. Deze uniciteit van mensen zorgt ervoor dat er op de arbeidsmarkt sprake is van een zeer divers palet aan participanten die ieder op een unieke manier kunnen bijdragen aan de concurrentiepositie van Nederland en aan de economische ontwikkelingen. De verantwoordelijkheid voor die optimale aanwending van ons menselijke kapitaal boeit me en mijn visie daarop probeer ik uit te dragen. Daarmee hoop ik te bewerkstelligen dat werkgevers, leidinggevenden en managers hun rentmeesterschap voor het talent zullen onderkennen en vorm gaan geven vanuit hun verantwoordelijke positie. Die visie is gebaseerd op het feit dat talentontwikkeling een functie is van meer elementen dan alleen aanleg en authenticiteit. Het feit dat mensen leren blijkt afhankelijk te zijn van een veelheid aan factoren. In ons onderzoek gaan we uit van de volgende formule: f(TO) = (V + T) + (O + A) + B, waarbij de letters voor het volgende staan: V = Vitaliteit (fysieke en emotionele gezondheid / levenskracht) T = Talentprofiel: Kennis, Kunde en Karakter O = Omgeving (werkomgeving en thuissituatie) A = Achtergrond (werk- en levenservaring, sociaaleconomische wortels) B = Biografische data (leeftijd, geslacht, religie, levensfase, nationaliteit) Deze technische weergave van talentontwikkeling als functie van diverse factoren helpt organisaties om het juiste talent aan te trekken, aan te sturen en te laten ontwikkelen. Mijn visie op het vak bepaalt derhalve tevens mijn missie: optimalisatie van het benutten en ontwikkelen van talent op de arbeidsmarkt. Wat wekt de meeste liefde in jou op? Ik ben altijd op zoek naar de echtheid van het leven. Puur natuur is wat mij boeit en wat mij kan raken. Die puurheid vind ik in mijn kinderen, in mensen, in de natuur, of soms gewoon in het verloop der dingen. Liefde begint bij mij blijkbaar bij puurheid. Ik voel me prettig bij mensen die zich sieren door bescheidenheid, moed en duidelijkheid. Hoe help jij anderen in hun kracht te komen? Als dat zo is, zou u dat aan hen moeten vragen. Maar ik hoor wel regelmatig dat ik mensen inspireer door mijn bevlogenheid en enthousiasme voor het vak, door mijn authentieke voorkomen en mijn nuchterheid. Dus misschien zijn dat de wegen waarlangs ik mensen beweeg. Zelf ben ik dankbaar voor de gaven die ik heb ontvangen en de mogelijkheden die ik heb, vanuit mijn functie als hoogleraar en de vele andere rollen die ik in het leven vervul, om iets voor anderen te kunnen betekenen. Misschien is die dankbaarheid wel de wortel van mijn levenskracht waarmee ik anderen inspireer en vitaliseer. Waar help jij cliënten en opdrachtgevers concreet mee? Mijn activiteiten zijn niet allemaal te herleiden naar een concrete opdrachtenportefeuille, maar de belangrijkste diensten die ik lever zijn lezingen, masterclasses, workshops, colleges, publicaties en andere vormen waarin kennisoverdracht plaatsvindt. Ook help ik organisaties regelmatig vanuit een adviesrol met strategische verkenningen en analyses, trendstudies, marktonderzoeken en andere omgevingscans. Daarnaast komen mijn kennis en inzicht van keuzepatronen van werkgevers, werknemers, ondernemers, zzp’ers, parttimers, ouderen én jongeren op de arbeidsmarkt geregeld van pas als trendwatcher, dagvoorzitter, visionair strateeg, talentscout voor organisaties of brancheverenigingen. Of als coach. Wanneer zet jij je hakken in het zand? Niet zo snel, want hoe meer weerstand ik ervaar, des te gedrevener ik word. Over het algemeen. Bij mij ontstaat er pas weerstand als ik merk dat de rechtvaardigheid in het geding is. Eerlijkheid en recht doen aan elkaar zijn voor mij heel belangrijke waarden in mijn werk. Als er bijvoorbeeld over iemand onterecht goed of slecht wordt gesproken, heb ik daar grote moeite mee. En dat het woord reputatiemanagement bestaat, heeft niet aan mij gelegen. Gelukkig blijkt vanuit mijn vakgebied dat alleen organisaties die gekenmerkt worden door openheid, eerlijkheid, duidelijkheid en betrouwbaarheid de gewilde werkgevers zullen zijn op langere termijn. Door de verwachte ontwikkelingen op de arbeidsmarkt zullen déze organisaties de lachende winnaars zijn. Ook op de arbeidsmarkt – hoe modern ook – geldt blijkbaar onverminderd het ouderwetse en inmiddels belegen spreekwoord ‘eerlijkheid duurt het langst’.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper