logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Offshoring in het onderwijs?

Auteur: Piter Mandemaker

In het bedrijfsleven is het al lang gemeengoed om activiteiten uit te besteden naar het buitenland. Offshoring, zoals dit fenomeen genoemd wordt, is meestal een gevolg van de zoektocht naar kostenbesparingen. In het onderwijs is de druk om goede financiële prestaties neer te zetten niet zo hoog als in het bedrijfsleven. Maar samen met de zorg kampt het onderwijs met de grootse werkdruk zo laat de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2006 van TNO zien. In het bedrijfsleven en ook in de zorg zijn het veelal de zogenaamde backoffice-activiteiten die in aanmerking komen voor uitbesteding, bijvoorbeeld de verwerking van rekeningen en claims. De activiteiten die eerst in aanmerking komen voor offshoring zijn routinetaken die geen klant(student)contact vereisen. Ik pleit er voor om in navolging van het bedrijfsleven en ook de zorgsector bepaalde activiteiten in het onderwijs uit te besteden naar lagelonenlanden om de werkdruk te verlichten, en kosten te besparen. Als we kijken naar het onderwijsproces zelf, waar de werkdruk het grootst is, dan zijn er maar weinig onderdelen die routine zijn. Maar één onderdeel dat veelal routine is, is de examencorrectie. Docenten stellen als het goed is modelantwoorden op en kijken aan de hand hiervan examens na. Vooral als het om grote aantallen gaat, wordt het nakijken ervaren als saai en vervelend werk. Om de werkdruk van docenten te verlichten, en om het werk aantrekkelijker te maken, heb ik de afgelopen maanden onderzocht of het mogelijk is om de correctie van Engelstalige examens uit te besteden aan India. Dit in het kader van mijn scriptie en stage bij een groot documentmanagement bedrijf. Volgens mijn berekening, gebaseerd op cijfers van de database Studie Keuze Informatie (SKI) worden er in Nederland 560.000 Engelstalige openvraagexamens per jaar afgenomen, vooral bij economische studies. Deze 560.000 examens brengen een gigantische hoeveelheid nakijkwerk met zich mee. In India studeren jaarlijks honderdduizenden studenten af in een breed scala aan vakgebieden. Alhoewel de sterke economische groei in India de lonen doet stijgen, voorspelt consultant A.T. Kearney dat het nog zeker 20 jaar lang aantrekkelijk is om activiteiten naar India ui te besteden. Als het mogelijk is om voor een examen een gedegen modelantwoord op te stellen dan is het mogelijk om dit examen door een derde na te laten kijken, mits deze persoon over de nodige vakkennis beschikt. Zeker bij internationaal gerichte Engelstalige studies is de stof niet typisch Nederlands van aard. Vakken als wiskunde en natuurkunde zijn sowieso universeel. Maar ook marketing, management en human resources hebben universele elementen. De vraag is in hoeverre de typisch Nederlandse elementen een Indiër verhinderen om de examens na te kijken. Om een antwoord op deze en andere vragen te vinden hebben we samen met Netherlands India Information Services (NIIS) 20 examens van een International Business and Management opleiding gescand en naar India gestuurd om na te laten kijken. De definitieve resultaten van dit experiment zijn nog niet bekend. Maar de voorlopige resultaten zijn veelbelovend. Nieuws over dit project is te vinden op www.niis.nl. Met de grootste pensioengolf nog voor de boeg, is het hoog tijd om te kijken naar innovatieve manieren om de kwaliteit en betaalbaarheid van het onderwijs te waarborgen. Uitbesteding van bepaalde onderwijstaken zou hier een onderdeel van kunnen uitmaken. P. Mandemaker is student bedrijfskunde aan de Erasmus Universiteit te Rotterdam.
Gratis
lees meer

EXAMENS 2007-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2007-02 juni 2007 Pleidooi voor verantwoorde examenprocedures Onderwijskwaliteit en toetsing Han Starren Staatssecretaris grijpt in Examensituatie in het MBO Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart Uit de praktijk. De competente diender Wouter Schoonman Stichting Vamex aangewezen voor examinering Examinering klein vaarbewijs en wijze van toezicht Arie Kwak en Annie Kempers Gastcolumn:Conventies en vernieuwing Jan Wagemakers Kwaliteitsimpuls voor praktijkbeoordelingen IBC als ontwerpmethode Bert Kok en Anneke Bax Branding van examens: kans of drama? Interview met Marc van Eck over het imago van examens Jeanet van de Bunte en Henk van Berkel Terecht of niet? De rechter grijpt in Henk van Berkel Examinering binnen het politieonderwijs De commissie van beroep Harm Hooghiemstra Examens op de computer: vragen en antwoorden Een verslag van de CBT conferentie 2007 Michiel Hoogers Gezien en gelezen Wie zijn wij? Agenda Verenigingsnieuws Gratis advies. De centrale examens in het voortgezet onderwijs zijn weer achter rug. Dit jaar voor het eerst afgenomen onder de eindverantwoordelijkheid van Ronald Plasterk, Minister van Onderwijs. Hij kreeg bij zijn aantreden in het Parool van 22 februari jl. een ‘gratis onderwijsadvies’ van partijgenoot Bart Tromp, socioloog, columnist en buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam. Na enkele open deuren over kwaliteitsverlies in het onderwijs en ontbrekende expertise in de adviesgroep van Mark Rutte, besteedde hij enkele regels aan het fenomeen examens: De logische stap die dan volgt, is ervoor te zorgen dat het centraal eindexamen, om te beginnen voor het vwo, weer over de hele linie wordt ingevoerd op basis van duidelijke criteria. Zodat het vwo-examen weer kan worden waarvoor het ooit was bedoeld: als toelatingsexamen voor de universiteit. Ik heb dit citaat enkele maanden laten liggen om het in examentijd in dit nummer vanwege de actualiteit boven tafel te halen. Het citaat kenmerkt de wijze waarop er in de universitaire wereld nogal eens geschreven en, naar ik aanneem, ook gedacht wordt over examens in het voortgezet onderwijs.Een niet ingewijde zou uit de formulering van de eerste zin kunnen opmaken dat er in het voortgezet onderwijs helemaal geen centraal examen bestaat. Maar zo ver van de werkelijkheid zal professor Tromp toch niet losgezongen zijn, veronderstel ik. Laten we het erop houden dat hij hier pleit voor het opstellen van duidelijke criteria. Maar ook wat hij daarmee beoogt is mij onduidelijk. Er is namelijk geen enkel instrument dat zo opgehangen is aan criteria en bedolven onder richtlijnen als de centrale examens voortgezet onderwijs. Vervolgens adviseert hij de minister het vwo-examen de status te verlenen van een toelatingsexamen. Goed dat AD de Groot het niet meer hoeft te lezen. Het is een van de twee: of er is, zoals de situatie nu is, een centraal examen met omnivalentie: het diploma geeft recht op toelating tot het hoger onderwijs of er zijn op elke specifieke studierichting toegesneden toelatingsexamens. Een combinatie van beide functies in één examen is een onmogelijke spagaat. Maar nog meer kenmerkend voor commentaren vanuit het hoger onderwijs is dat ze altijd gaan over het vwo-examen. Van een PvdA-partij-ideoloog zou men mogen verwachten dat de problematiek in het vmbo hem na aan het hart zou gaan. Het ontwikkelen van criteria betreffende de verhouding tussen theorie- en praktijkexamens is bijvoorbeeld interessanter dan de vraag of er nu wel of geen toelatingsexamens voor universiteiten moeten komen. Mijn ‘gratis advies’ aan Bart Tromp en de zijnen zou zijn: zich iets meer te verdiepen in de examenwereld van het voortgezet onderwijs. In elk geval heeft Plasterk daar nu, zo mogelijk, vier jaar lang de tijd voor gekregen.

€ 6,95

Hoe echt is authentiek?

Auteur: Henk van Berkel

Judith T.M. Gulikers (2006). Authenticity is in the eye of the beholder, beliefs and perceptions of authentic assessment and the influence on student learning. Academisch proefschrift. Open Universiteit Nederland. Toetsvormen kennen hun ups en downs. Zo waren de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw de hoogtijdagen van de meerkeuzetoetsen. Alles moest zo objectief mogelijk worden gemeten en de enige geschikte vraagvorm daartoe was volgens de toenmalige criteria de meerkeuzevraag. Dat het oplossen van vraagstukken in het beroepsleven wat meer was dan het aankruisen van een vakje, speelde nauwelijks een rol. Standaardiseer en objectiveer, dat was het credo. Een reactie kon haast niet uitblijven. Een van die reacties nam de beroepsuitvoering als uitgangspunt. Je zou tijdens de opleiding examenkandidaten moeten examineren met toetsvormen die beroepssituaties weerspiegelen. Meerkeuzetoetsen zijn daar nooit geschikt voor. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de medische opleidingen daar al lang mee bezig waren. Studenten moesten tijdens hun opleiding laten zien dat ze bij machte waren een diagnose te stellen, bloed af te nemen, een intakegesprek te houden en, in latere jaren, een operatie uit te voeren. Maar in andere opleidingen, die ook tot bepaalde beroepen leidden, was men zover nog niet. Daar kwam verandering in. Met ging authentiek toetsen. In een authentieke toets moeten examenkandidaten laten zien dat ze in een (toekomstige) beroepssituatie adequaat kunnen handelen. En adequaat handelen is wat meer dan het schriftelijk beantwoorden van vragen. Of beter gezegd, antwoorden op vragen zeggen weinig over de (toekomstige) bekwaamheid beroepshandelingen te verrichten. Natuurlijk moeten examenkandidaten kennis hebben over de handelingen die ze in hun beroep zullen gaan verrichten, een automonteur moet het verschil weten tussen een diesel- en een benzinemotor, maar uiteindelijk gaat het om het goed uitvoeren van de handelingen in het beroep: het repareren van de auto. Daarmee heeft de rol van kennis niet afgedaan. Immers, het is moeilijk voor te stellen dat je in je beroep handelingen verricht zonder iets te weten. Het hebben van kennis is voorwaardelijk voor het verrichten van handelingen. Maar het is nog ingewikkelder. Er moet een samenhang zitten tussen die verschillende handelingen. Dus je zou authentieke toetsen kunnen definiëren als een examen waarin examenkandidaten beroepshandelingen in een correcte volgorde moeten verrichten. Maar dit is waarschijnlijk een te simplistische definitie. Gulikers veronderstelt in het begin van haar proefschrift dat authenticiteit veel meer omvat. Die opvatting is de start geweest van een aantal deelonderzoeken die gaan over de opvattingen van docenten en studenten (in het mbo) over authentiek beoordelen (Gulikers spreekt liever over authentieke assessments). Daarnaast onderzoekt zij bij studenten of hun perceptie over de authenticiteit van de beoordeling van invloed is op hun leren. Een literatuurstudie leidde tot het zogenoemde 5D-model, een vijfdimensionaal model voor het beoordelen van authenticiteit, afgekort 5DM. Dit model beschrijft vijf kenmerken die overeenkomen met de beroepspraktijk, kortheidshalve aangeduid met: de taak zelf, de fysieke context, de sociale context, de beoordelingsvorm en de beoordelingscriteria. Met dit model in de hand start zij haar onderzoek onder docenten en studenten, op zoek naar het realiteitsgehalte van dit model. Docenten kunnen zich wel in het model vinden. Dat is gunstig omdat de conclusie dan mag luiden dat het 5DM concrete aanknopingspunten biedt om authentieke beoordelingen te ontwikkelen. De studenten herkennen de vijf dimensies echter niet geheel. Als studenten een beoordeling zien als authentiek, heeft dat een positieve invloed op hun leergedrag, maar of zij een beoordeling als authentiek zien, is afhankelijk van de werkervaring van studenten en/of hun ervaringen met andere beoordelingen: authenticity is in the eye of the beholder. Het proefschrift eindigt met richtlijnen voor het ontwikkelen van authentieke beoordeling(ssituaties). Gulikers heeft het zich met deze studie niet makkelijk gemaakt. Authentiek beoordelen is een zeer complex geheel. In de jaren zestig en zeventig had men dit natuurlijk ook al door. Vandaar dat mensen als De Groot en Van Naerssen het beoordelingsproces in mootjes hakten en kennis en vaardigheden afzonderlijk toetsten. Zij onderkenden de noodzaak wel om meer omvattender te toetsen, maar kregen er toch geen greep op. Daar is nu verandering in gekomen. We kennen nu de dimensies van authentieke beoordelingen en de docenten kunnen aan de slag om dergelijke opgaven, beter is te spreken van een opgavemix, te maken. Toch zal menig docent zich nog wel even achter de oren krabben. Het is beslist geen sinecure om de richtlijnen van Gulikers op te volgen. Ze noemt ze weliswaar praktisch, maar het zal nog veel bloed, zweet en tranen en kosten om ze handen en voeten te geven. Het is de verdienste van Gulikers dat dit proces enigszins kan worden gestuurd door de bevindingen uit haar onderzoek.   Dr. H. van Berkel is als onderwijskundig onderzoeker verbonden aan de Universiteit van Maastricht.
Gratis
lees meer

Conventies en vernieuwing

Auteur: Jan Wagemakers

‘Conventie – een soort herinnering – is het grootste beletsel om te genieten van leven en kunst.’ Dit citaat van Piet Mondriaan is aangebracht in de hal van het station in Eindhoven in gele neonverlichting. Een zin met een oproep waaraan ik vaak moet denken als ik nadenk over het bestaande en het openstaan voor het nieuwe en onverwachte. Wat heeft dit nu met examens te maken? Als je kijkt naar wat er in de tweede fase van het voortgezet onderwijs gebeurt met de examens, zijn dat goede dingen op zich. Er ontstaat door de globalisering, door de toenemende ruimte voor vakken, door de nadruk op mogelijkheden met de computer en flexibilisering een beeld dat het examineren in zijn nieuwe vorm weer een tijd meekan. Het onlangs gehouden congres over ‘ruimte en regels’maakte dat alleen al in zijn titel duidelijk. Door de invoering van de profielstructuur in de bovenbouw havo/vwo zijn de programma’s ‘veel meer herkenbaar geworden’melden het tweedefase-adviespunt en de inspectie. Het keuzeproces is bewuster bij leerlingen en ze veranderen zelden van profiel. Maar ook wordt erop gewezen dat de profielen tot dusver een beperkte inhoudelijke samenhang hebben gebracht. Op hoofdlijnen hebben de docenten de nieuwe examenprogramma’s soepel ontvangen en is er door de geboden ruimte meer nadruk gelegd op meer gevarieerde werkvormen. Op dit moment wordt hard gewerkt aan vernieuwing van vijf exacte vakken en het vak economie in de bovenbouw havo/vwo. Er wordt, zo staat op papier, gewerkt aan het creëren van meer samenhang, onder andere door een benadering van de leerstof in concepten en contexten. Helaas wordt de veronderstelde samenhang niet voldoende ‘afgedwongen’door de centrale examens en de daaraan gekoppelde schoolexamens. Die bestaan nog steeds per vak, zonder verbinding met andere vakken. Examenopdrachten zijn rijker aan contexten maar die staan zelden of nooit in verband met andere vakken. We gaan rustig door met het afvragen van afzonderlijke vakken en tuigen de hele reeks weer vrolijk op. Nu weten wij dat we voor het leven studeren en niet voor de examens. Helaas breekt dat geweldige inzicht op latere leeftijd door. Of het is zichtbaar op heel jonge leeftijd, wanneer alle vragen nog voortkomen uit een natuurlijke drang tot weten en onderzoeken. Helaas leren we dat af als we naar school gaan en kost het heel veel moeite die houding weer terug te brengen. En naar mijn eerlijke overtuiging bevestigen we dat nadrukkelijk door vooral in aparte vakken te blijven examineren en de verbanden niet aan te brengen in de examenstructuur, ook al onderschrijven we de stelling dat er niet alleen voor toetsen en examens wordt gestudeerd. De oplossing? Laten we eindelijk eens gaan onderzoeken of het mogelijk is profielexamens te maken, dat wil zeggen: examens die betrekking hebben op een samenhangend cluster van vakken. Dit geldt zowel voor de schoolexamens als de centrale examens. Laten we eens vrij van conventies trachten door enkele dagen leerlingen te confronteren met vraagstukken hun vaardigheid en kennis van hun profiel in samenhang te laten zien. Met al die toegenomen ruimte en technische mogelijkheden moet dat toch kunnen! Het is praktisch voor scholen, en vooral voor leerlingen. Drs. J. Wagemakers was lid van het Procesmanagement Tweede Fase en participeert in het overleg van het Platform Eindexamens Voortgezet Onderwijs.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper