In de hal van CS Utrecht staat een opgeblazen plastic sumoworstelaar wiegend op een stellage. Daarvoor twee suikerspinapparaten en zes meisjes in roze countryoutfit die suikerspinnen draaien. Twee jongemannen in opgeblazen sumoworstelaarpakken reiken de bonnen uit waarmee je een suikerspin kunt halen. De trein van mijn medereizigster heeft vertraging en daardoor krijg ik onverwacht de gelegenheid om de marketingcompetenties van de would-be worstelaars te observeren. De ene sumoworstelaar huppelt door de hal of zet typische wijde sumoworstelaarstappen. Hij heeft drie doelgroepen: jonge vrouwen, die hij met een brede glimlach en een huppeltje benadert, oudere echtparen die hij lang aandacht geeft en jonge, macho jongens, die hij uitdaagt tot worstelen. Allemaal gaan ze met een glimlach en een foldertje verder, zelfs degenen die naar hun trein hollen. De andere sumoworstelaar staat er bij als de klassieke folderaar: een beetje aan de zijkant, zijn hand met folder reikt naar iedereen die langs loopt. Hij kijkt de mensen niet aan. De meeste mensen lopen langs hem heen, negeren zijn uitgestoken folder. Op het moment dat stromen mensen de hal inkomen, loopt hij net naar de andere kant, waar geen mensen staan. Slechte timing of opzet? Hoe vang je dit verschil in uitvoering in competenties? Circa tien jaar geleden gingen we bij Bureau Algemene Bestuursdienst aan de slag met het definiëren van competenties voor topmanagers bij de rijksoverheid. Rob Vink begeleidde ons bevlogen bij het zuiver omschrijven van de bijbehorende voorbeelden in positief omschreven, waarneembaar gedrag. Het waren intensieve sessies, want de verleiding om containerbegrippen te gebruiken was groot. Wat een manager allemaal niet moest doen, was ook gemakkelijker omschreven dan wat hij wel moest doen of laten. Met deze nieuwe taal, want dat was wat we maakten, konden ambtelijke top, managers en P&O/MD eindelijk eenduidig communiceren over kwaliteiten voor functies en functionarissen. Vooruitgang en verbinding.
Nu is competentiedenken gemeengoed geworden. Er zijn catalogi met lijsten van competenties, passend bij de organisatie en alle verschillende functies. Personeelsadvertenties staan bol van de vereiste competenties. Google ‘competenties’ en je krijg ruim 650.000 hits. Waar gaat het nog over? Mijn liefde voor het competentieconcept is intussen danig bekoeld. In plaats van een nieuwe, duidelijke taal voor verschillende disciplines, zijn competenties verworden tot HRD jargon, dat het begrip tussen manager en P&O versluiert. Door te proberen het competentiesysteem tegebruiken als instrument voor planning & control, heeft het zijn waarde als verbinding tussen management en HRD verloren. Dan krijg je sumoworstelaarpakkendragers die wel voldoen aan het zorgvuldig samengestelde competentieprofiel, maar niet mensen met passie voor hun klus, met de eigenwijsheid van experts, met de ondernemendheid die hoort bij plezier in je werk. En organisaties maar zoeken naar die zelfstandig functionerende, ondernemende,
competente medewerkers…
Francine ten Hoedt is coach en conflictkundige en heeft een eigen bedrijf op het snijvlak van organisaties, communicatie en conflicten (www.efteha.nl). Zij is redactielid van het TvC.