Sommige vormen van humor zijn messcherp. Niet vanwege hun inhoud, maar vanwege hun functie in contact. De galg-transactie is zo’n vorm: een transactie waarin een persoon lacht, knikt of glimlacht vlak na het benoemen van een pijnlijk of beschamend feit. Op het eerste gezicht lijkt het luchtig, maar wie de bril van de transactionele analyse (TA) (Berne, 1961) opzet, ziet iets anders. Hier wordt een ulterieure transactie zichtbaar: een dubbele boodschap waarin het Aangepaste Kind spreekt vanuit een oud script, en de lach de destructieve boodschap bevestigt: “Ik ben niet oké”. Deze transactie vraagt niet om een grap terug, ze vraagt om herkenning, onderbreking en hercontractering.