Om 9.00 uur zou de vergadering starten en de deelnemers druppelden langzaam binnen en schoven aan tafel. Ook Bert (niet zijn echte naam), een externe die voor een specifiek agendaonderdeel aanwezig zou zijn, kwam binnen en nam plaats naast mijn collega Merel (ook niet haar echte naam). Vanaf de overkant van de tafel zag ik ze gezellig met elkaar zitten kletsen. Niets opvallends, totdat ik vanuit mijn ooghoek zag dat Bert al pratend zijn hand op Merels dij legde. Na een paar seconden haalde hij die hand weer weg, boog hij vriendschappelijk haar kant op en hoorde ik hem zeggen: ‘Dat vind je toch niet erg, hè? Sinds MeToo mag er helemaal niets meer, maar ik ben nu eenmaal zo en daar kan ik niets aan doen.’ Merel kon niets anders dan braaf nee schudden (‘Nee, geen enkel probleem!’) en het gesprek ging verder alsof er niets gebeurd was.