‘Mijn bange ik’ is een heel persoonlijk boek, geschreven door filosoof Regine Dugardyn, maar het is méér dan een autobiografie: het is ook een filosofische en maatschappelijke reflectie op hoe we in onze cultuur omgaan met psychisch lijden. In haar boek vertelt ze over de angsten waar ze sinds haar jeugd mee kampt en die haar het leven af en toe behoorlijk ingewikkeld maken. Op een gegeven moment krijgt ze de diagnose ‘gegeneraliseerde angststoornis’. Dit geeft haar een zeker houvast. Tegelijkertijd vraagt ze zich, net als veel psychiaters en psychologen, af hoe zinvol zo’n diagnose uit de DSM is. Ook stellen die zich publiekelijk de vraag of we niet te vaak antidepressiva omdat we geen tegenslag meer kunnen verdragen. Hoort psychisch lijden bij het leven? In het debat daarover mist Regine Dugardyn vaak de nuance en die probeert ze in haar boek wel aan te brengen. Ze neemt daarvoor diverse zogeheten sterpsychiaters onder de loep: psychiaters zoals Jim van Os en Dirk De Wachter, die graag hun denkbeelden en ideeën delen in de media.