Schaalgrootte in het onderwijs is een terugkerend onderwerp van discussie in de politiek, media, samenleving en in de bestuurskamer. Vaak wordt er een causaal verband geclaimd tussen de schoolgrootte en kwaliteitsaspecten van onderwijs, zoals: ontwikkeling en prestaties van leerlingen, sociale veiligheid, tevredenheid van onderwijzend personeel en de herkenbaarheid en organiseerbaarheid van onderwijs in en om de school. Dit gaat gepaard met de zoektocht naar optimale schaalgrootte en leidt tot een variatie aan uitspraken als “Een basisschool mag nooit minder dan 100 leerlingen tellen.” of “Alleen eenpitters kennen optimale bestuurlijke schaalgrootte” tot “Op naar regionaal onderwijsbestuur”.