Het was een doodgewone dinsdagmiddag toen mijn hart plotseling voelde alsof ik een sprintje maakte, zonder voorafgaande waarschuwing. Ik begeleidde een leiderschapsteam in een prettige vergaderruimte. Alles leek kalm en onder controle, althans aan de buitenkant. Maar mijn hartslag dacht daar duidelijk anders over. Hier klopt iets niet, dacht ik. Deze gejaagdheid is niet van mij. Dus besloot ik open te zijn over wat er in mijn binnenwereld gebeurde en zei: “Ik weet niet hoe het met jullie is, maar mijn hart slaat in mijn keel. En ik ben zelf, voor zover ik weet, helemaal niet gespannen.”