Hieronder kunt u inloggen op uw account bij ProfessioneelBegeleiden.nl en uw favoriete uitgaven/artikelen (gratis) downloaden!
> Heeft u nog geen account?
Klik hier om u gratis te registreren!
INHOUD THEMA 'HET WERK VAN GERT BIESTA - WAT IS GOED ONDERWIJS?' (september 2015) Beroepsstandaard en professionele identiteit, Manon Ruijters en Gerritjan van Luin De dubbelrol van de directeur-bestuurder, Wim van Doornik en Edith Hooge Herstel van de pedagogische dimensie, Dolf van den Berg Balans in passend onderwijs, Saskia Laseur en Jochem Streefkerk Leiders gezocht Bestuur Beleid Beschouwing De jonge schoolleider Internationaal Hoe zit het met uw Boeken Boeksignalementen Focus op... - Introductie. Focus op het werk van onderwijspedagoog Gert Biesta, Gerritjan van Luin, Hartger Wassink en Arie Olthof Wereldgericht onderwijs: vorming tot volwassenheid, Gert Biesta Bespreking van Het prachtige risico van onderwijs, Wouter Pols Het prachtige risico van Biesta? Een reflectie, Dolf van den Berg ‘Ze zeggen dat Biesta moeilijk is’. E-mailuitwisseling over Biesta’s werk en het primair onderwijs, Hartger Wassink & Hester IJsseling In gesprek met Rik Seveke (De Balie) over onderwijs, onderwijsdebatten en Biesta, Pieter Leenheer Middelbaar beroepsonderwijs: meer dan kwalificatie?, Carlos van Kan Het prachtige risico van leiderschap. Over hoge gronden en lage moerassen, Gerritjan van Luin Besturen als zwak proces. Over het gedachtengoed van Gert Biesta en onderwijsbestuur, Hartger Wassink Biesta op school, Gerritjan van Luin Over taal, normativiteit en professionaliteit (gratis extra download), Gert Biesta Denkend aan Holland, onderwijsbeleid en Biesta Alle retoriek sinds de jaren ’90 over autonome scholen ten spijt, is de invloed van Den Haag op het onderwijs nauwelijks afgenomen - om maar even een understatement te gebruiken. Opbrengstgericht werken lijkt alweer passé; nu vindt de overheid dat het onderwijs moet excelleren, differentiëren en personaliseren. Met een beroep op hun verantwoordelijkheid voor het stelsel, nemen de OCW-bewindslieden het ene na het andere onderdeel van het stelsel onderhanden, daarbij op de huid gezeten door een ongedurig parlement. Van die dadendrang - waarvan je je dus kunt afvragen hoe gepast het is - zou je als leraar, schoolleider of -bestuurder behoorlijk moe, afkerig of boos kunnen worden. Dat zal her en der ook zeker het geval zijn, maar wat de laatste tijd vooral opvalt, is het grote aantal positieve initiatieven in en rond het onderwijs van groepen leraren en schoolleiders. Het bruist als nooit te voren en je zou kunnen zeggen dat de autonomie waarover we het in de jaren ’90 hadden, nu invulling krijgt - meer ondanks het onderwijsbeleid dan dankzij. De betrokkenheid van veel onderwijsmensen bij #onderwijs2032 bijvoorbeeld is mooi, maar het is ook een reactie op het verstikkende en versmallende onderwijsbeleid in de afgelopen decennia. Steeds meer mensen maken zich hard voor goed onderwijs, vanuit het besef dat goed onderwijs meer is dan hoge scores op PISA-rankings. Wat dat ‘meer’ dan is, voelen velen intuïtief wel aan, maar het onder woorden brengen als basis voor dialoog, blijft lastig. Juist op dat punt schiet onderwijspedagoog Gert Biesta te hulp. De drie doeldomeinen die hij voor het onderwijs onderscheidt - kwalificatie, socialisatie en subjectivering - zijn op veler lippen. Dat leidt tot een belangrijke verbreding van het onderwijsdebat, waarin het te lang over enkel kwalificeren ging. Maar daarmee zijn we er nog niet. De veel lastiger vraag die ook op tafel ligt, is de waartoe-vraag. We realiseren ons dat onderwijs bijdraagt en bij hoort te dragen aan kwalificatie, socialisatie en subjectivering, maar welke kwalificatie, socialisatie en subjectivering achten we wenselijk? Welk mens- en wereldbeeld staat ons voor ogen als we die vraag proberen te beantwoorden? Juist op dat punt zijn de verschillen tussen groepen mensen in ons land groot. Je kunt je zelfs afvragen of we wel een gemeenschap vormen, waarin sprake is van een gezamenlijke cultuur en gedeelde uitgangspunten. Het antwoord is waarschijnlijk nee. Juist daarom is het belangrijk dat we werk blijven maken van autonomie, zodat leraren en scholen daadwerkelijk de ruimte krijgen om bij te dragen aan wat zij en hun directe omgeving zien als het goede. Voorwaarde daarbij is dat #onderwijs2032, ondanks de enthousiaste betrokkenheid van velen, niet leidt tot een stapeling van claims aan het adres van het onderwijs, maar tot een smal nationaal curriculum. Prachtig dat er nu ook aandacht is voor socialisatie en subjectivering, maar laat op dit vlak alsjeblieft ruimte aan de scholen.
€ 6,95INHOUD THEMA ‘WIJSHEID EN LEIDERSCHAP’ (juni 2015) Een curriculum van Grote Vragen, Dick van der Wateren Gepersonaliseerd leren, Frank Studulski Bouwstenen voor toekomstgericht onderwijs, Filip Dochy Praktijk en onderzoek samen aan de slag, José Hermanussen en Ria Groenenberg Nabij leiderschap, Iwan Basoski Leiders gezocht Onderzoek Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met doorzettingsvermogen De jonge schoolleider Boeken Focus op… Introductie Wijsheid en leiderschap. Focus op niet-westerse inspiratiebronnen voor schoolleiders, Klaas Pit, Maarten Bremer en Marc Coenders De persoonlijke weg van de leider, Maarten Bremer Visjes bakken met Laozi, Carlo Hover De wijsheid van India: een persoonlijke weg naar binnen, Marc Coenders Afrikaans leiderschap: de gemeenschap als leidraad, Dick de Groot Redactioneel Veel meer dan in de afgelopen decennia gaat het in debatten in en rond het onderwijs over de waartoevraag, we signaleerden dat ook al in DNM 2.1. Je kunt je hoofd breken over hoe dat komt. Is het een reactie op het doorgeschoten rendementsdenken? Kunnen we het op het conto schrijven van de staatssecretaris en zijn #Onderwijs2032? Vanuit het westerse perspectief zoals we dat gewend zijn te hanteren, ligt zo’n vraag naar dé oorzaak nogal voor de hand. Maar als je je laat inspireren door een traditionele Chinese denkwijze zoals het daoïsme, dan realiseer je je dat het zinloos is te zoeken naar een oorzaak: ontwikkelingsprocessen zijn cyclisch, de polen van tegenstellingen volgen elkaar op. Het gaat bovendien niet om lineaire processen, maar om een ontwikkelingsveld waarin alle variabelen samen zorgen voor resultaten. Er is, met andere woorden, niet één oorzaak aan te dragen waarom de waartoe-vraag opeens op veel plekken wordt besproken. De voorgaande verwijzing naar het daoïsme is ingegeven door het focusdeel van dit nummer van DNM, dat in het teken staat van niet-westerse inspiratiebronnen voor leiderschap. Na lezing van dat focusdeel realiseer je je dat de vraag hoe het komt dat de waartoevraag thans zo populair is, geen bijster zinvolle vraag is. Vanuit Chinees perspectief is bijvoorbeeld de vraag hoe je als leidinggevende bij deze ‘emergente’ ontwikkeling kunt aansluiten, veel relevanter. Vanuit Indiaas perspectief zul je vooral de vraag stellen hoe je je er persoonlijk toe verhoudt. Vanuit Afrikaans perspectief ten slotte zul je je afvragen hoe je met de gehele schoolgemeenschap tot een gezamenlijk antwoord kunt komen. Contemplatie is het verbindende element van deze drie niet-westerse inspiratiebronnen, en dat is iets waarin we hier in Nederland niet erg sterk zijn. We moeten immers onverwijld aan de slag met #Onderwijs2032 en het nieuwe curriculum, met gepersonaliseerd leren, met toekomstgericht onderwijs, met het combineren van praktijk en onderzoek en met professionalisering, om maar even de onderwerpen van de artikelen in het magazinedeel van dit DNMnummer te noemen. Ons advies: neem kennis van die artikelen en schrijf op wat je eruit haalt voor je eigen praktijk. Leg dat lijstje vervolgens naast je neer, laat je inspireren door de niet-Westerse bronnen zoals die in het focusdeel bijeen zijn gebracht en kijk dan nog eens naar het lijstje. Het is niet ondenkbaar dat er daarna nog maar een topic overblijft. Welke? Het waartoe-topic natuurlijk! Ten slotte: in het actuele onderwijsdebat figureert het werk van onderwijspedagoog Gert Biesta veelvuldig. Reden voor ons om daar in DNM 2.3, die na de zomervakantie verschijnt, de focus op te richten. Voor nu wensen we je veel leesplezier toe met het voorliggende nummer en een mooie zomer.
€ 6,95INHOUD THEMA 'ONTWIKKELING VAN HET VAKMANSCHAP VAN LERAREN' (maart 2015) De Nieuwe Meso Rekenbeleid in vo en mbo, Renée van Schoonhoven Verbinding en dialoog als kritieke succesfactoren (tweeluik - deel 1), Iwan Basoski Het vertaalvermogen van schoolleiders (tweeluik - deel 2), Berit Lindemann Duurzame schoolontwikkeling, Hans van Dael, Tineke Drewes en Aris Fickweiler De taal van de leider, Frank Weijers Ecologie Internationaal Hoe zit het met uw Evidence based werken Onderzoek Boeken Focus op... Introductie op het thema Ontwikkeling van het vakmanschap van leraren, Arie Olthof en Pieter Leenheer Zin en onzin van professionalisering, Klaas van Veen Docentontwikkelteams en de professionalisering van docenten, Fer Coenders Leidinggeven aan een professionele leercultuur, Niek Bootsma Leraren doen het zelf, maar kunnen niet zonder hun schoolleiding, Kees Horsman Buitengebied tussen binnenwerelden. Over linking connections van scholen en het onderwijsdiscours buiten schooltijd onder leraren, Pieter Leenheer Het onzekere vakmanschap. Bij wijze van nabeschouwing, Pieter Leenheer Redactioneel Tijdens een lezersbijeenkomst medio november ontvingen we een groot aantal suggesties over inhoud en vorm van De Nieuwe Meso. De inhoudelijke suggesties, bijvoorbeeld over thema’s en toon, geven richting aan het redactiebeleid in de komende periode. Aan een suggestie over de vorm geven we meteen gehoor: met ingang van deze tweede jaargang beginnen we met het magazinedeel, waarna in het focusdeel een specifiek thema wordt uitgediept. Over het magazinedeel Zowel in als rond het onderwijs is met verbazing kennis genomen van de recente perikelen rond de invoering van de rekentoets, maar de aard van die verbazing verschilde. In het onderwijs verbazing over de halsstarrigheid waarmee de coalitie vasthoudt aan de invoering van de rekentoets. Buiten de sector verbazing over waarom dat onderwijs zo moeilijk doet: hebben ze dat rekenen nou nog niet op orde? In het openingsartikel laat Renée van Schoonhoven zien dat er over zin en onzin van het rekenbeleid veel meer valt te zeggen dan nu in de actuele discussie over een aspect ervan - de rekentoets - gebeurt. Wat blijkt? Het rekenbeleid bevat van meet af aan een forse weeffout: ingecalculeerd is dat een substantieel deel van de basisschoolleerlingen in het basisonderwijs niveau 1F niet zal halen, terwijl zij later in het voortgezet onderwijs minstens 2F moeten halen voor een diploma. Hoe valt dit te rijmen? De hele gang van zaken rond het rekenbeleid roept de vraag op hoe het kan dat ondanks alle landelijke overlegcircuits, er beleid wordt ontwikkeld dat zeker tot uitvoeringsproblemen zal leiden. Of komt dat juist door die overlegcircuits? Hoe dan ook, schoolleiders en -bestuurders moeten vroeger of later aan de slag met dat niet-passende overheidsbeleid. De uitdaging is dan het zo vorm te geven dat het aansluit bij de eigen schoolsituatie en bijdraagt aan de realisatie van de eigen doelstellingen. Het betrekken van leraren daarbij is essentieel. Hoe je als schoolleider of –bestuurder kunt schakelen - tussen beleid en praktijk en tussen buiten en binnen - staat in deze DNM centraal in een tweeluik met een artikel van Iwan Basoski en van Berit Lindemann. Over het focusdeel Nog even terug naar het rekenbeleid. Daarmee begeven overheid en politiek zich op het domein dat goed beschouwd aan de onderwijsprofessionals oebehoort. Hoe kan dat? Zou het beleid er anders uit hebben gezien als leraren een sterkere beroepsgroep vormen? Met die vraag zijn we aanbeland in het focusdeel, met als thema de ontwikkeling van het vakmanschap van leraren. Dat is al langer een hot item, maar ook hierbij geldt: het zijn vooral anderen die vinden dat leraren moeten professionaliseren. Hier ontstaat een paradox: als leraren dit heft niet in eigen handen nemen, kan alle aandacht voor professionalisering juist deprofessionaliserend werken. Anderzijds: om het heft in handen te kunnen nemen, is het nodig dat de beroepsgroep zich professionaliseert. Deze spanning vormt een rode draad in het focusdeel, dat uiteenlopende bijdragen over lerarenprofessionalisering bevat.
€ 6,95INHOUD THEMA 'LEIDERSCHAP' (december 2014) Focus op... Introductie : Leiderschap zonder control. Thijs Homans radicaal-interactionisme en de schoolleiderspraktijk van alledag, Klaas Pit, Gerritjan van Luin en Pieter Leenheer Het ene verhaal is het andere niet. Inleiding op het gedachtegoed van Thijs Homan, Gerritjan van Luin, Pieter Leenheer en Klaas Pit Een organisatie is geen spreeuwenwolk. Over Homans Et-ceteraprincipe en de dagelijkse schoolleiderspraktijk, Pieter Leenheer, Gerritjan van Luin en Klaas Pit Interactieperspectief op leiderschap, Thijs Homan Het (on)bewuste leiderschapsverhaal, Robert Mentink Wees een middel zonder doel!, René ten Bos Aarzelen voor leiders. In gesprek met Peter van Hekke over de haalbaarheid van heldhaftig aarzelen, Pieter Leenheer De Nieuwe Meso De beloften van ICT voor het onderwijs, Sietske Waslander Het leerpotentieel van grenzen, Ton Bruining Profilering en innovatie in het onderwijs, Frans de Vijlder Kwaliteitszorg op zijn Nederlands, Gilbert Deketelaere Ecologie Het zit het met uw... Je bent jong en je wordt schoolleider Onderzoek Internationaal Boeken Redactioneel Stelden we in het redactioneel in de vorige De Nieuwe Meso nog dat er op het gebied van het curriculum in het funderend onderwijs ‘iets in de lucht hing’, inmiddels weten we wat dat ‘iets’ is: de rijksoverheid wil een dialoog aangaan met leerlingen, leraren, ouders, scholen en andere belangstellenden over de vraag welke kennis en vaardigheden leerlingen in de toekomst nodig hebben. Medio november kondigde de staatssecretaris van OCW de dialoog aan, die op termijn moet leiden tot vernieuwing van de kerndoelen en eindtermen en tot een vernieuwd curriculum. Op het idee van een nationaal gesprek over het curriculum kan nauwelijks iemand iets tegen hebben. Cruciaal is natuurlijk de wijze waarop het wordt ingericht. Moet het echt een dialoog worden, waarin mensen naar elkaar luisteren en op basis van een uitwisseling van argumenten tot iets moois komen? Met de recente zwarte-pietendiscussie nog vers in het geheugen, kun je je afvragen of we in Nederland tot zoiets in staat zijn. De kans is groot dat de dialoog ontaardt in een wedstrijdje wie de eigen particuliere mening op de meest 21e eeuwse wijze over het voetlicht kan brengen. Ogenschijnlijk heeft de staatssecretaris ook nog geen idee hoe hij het debat, waarvoor hij inmiddels wel het startsein heeft gegeven, tot een goed einde wil gaan brengen. In de mediacampagne is sprake van ‘experts’ die met de uitkomsten aan de slag moeten, maar wie dat dan zijn en hoe ze alle meningen en meninkjes gaan wegen, blijft onduidelijk. De brief aan de Tweede Kamer biedt hierover geen uitsluitsel. Het lijkt er vooral op dat de staatssecretaris vooral iets niet wil: ‘het denken over en vormgeven van het curriculum overlaten aan één partij’, zoals hij dat in de Kamerbrief schrijft. Het zou ook van naïviteit getuigen te denken dat één partij in staat is een curriculum vorm te geven dat vervolgens breed wordt omarmd. Het is minstens zo naïef om te denken dat er een gedeelde visie ontstaat door zo’n top-down benadering in te wisselen voor een hippe, hedendaagse bottom-up multimedia campagne (#onderwijs20132). Ook - of beter juist - zo’n proces vraagt om uitwisseling van argumenten, explicitering en toetsing van onderliggende assumpties, enzovoorts, enzovoorts. Op schoolniveau vraagt een proces van visievorming al veel van het leiderschap, laat staan wanneer het op de veel grotere, nationale schaal moet plaatsvinden. Hoe kun je zo’n proces succesvol laten verlopen, als je weet dat alle deelnemers zo hun eigen beelden en belangen meenemen? In dit verband is het focusdeel van deze DNM van belang. Daarin staat het gedachtegoed van Thijs Homan centraal. Hij benadrukt dat visies uiteindelijk alleen maar in interacties tussen mensen ontstaan. Voor leidinggevenden leidt dit radicaal-interactionisme tot geheel nieuwe uitdagingen. Het vraagt van hen aldus Homan geen ‘heroïek noch grootse gebaren, maar eerder om gepassioneerde nederigheid’, een kwaliteit die in de context van de landelijke politiek bepaald geen gemeengoed is.
€ 6,95INHOUD THEMA 'MBO' (september 2014) Focus op... Introductie: MBO schaakstuk op het bord van overheid en bedrijfsleven, Renée van Schoonhoven Een loopbaan van 35 jaar in een turbulente omgeving, Pieter Leenheer Van de gilden tot de WEB: de wetgevingsgeschiedenis van het mbo in vogelvlucht, Renée van Schoonhoven Kwalificatiestructuur, examens en beroepspraktijkvorming: welke kant gaat het op?, Renée van Schoonhoven Beroepsonderwijs en educatie: een mislukt huwelijk, Renée van Schoonhoven Einde aan de groei. De ontwikkeling van schaalgrootte in het mbo, Peter Smets Zijn mbo-instellingen bestuurbaar?, Renée van Schoonhoven Wat brengt de toekomst?, Renée van Schoonhoven De Nieuwe Meso Leiderschap van leraren, Marco Snoek Het ongrijpbare leerplan, Rob Diephuis Veel curriculum, maar niet zo nationaal, Rob Knoppert Lessen uit de praktijk van zeer zwakke scholen, Juliette Vermaas Keuzewerktijd in het praktijkonderwijs, Natasja Peters Strip Pieter Leenheer Ecologie Hoe zit het met uw...geduld Je bent jong en je wordt schoolleider Internationaal Boekbespreking Boeksignalementen Naar een nationaal curriculum? “Er komt een verkenning naar herijking van de kerndoelen door onafhankelijke deskundigen”, aldus het sectorakkoord dat de staatssecretaris van OCW deze zomer sloot met de PO-raad. Iets vergelijkbaars staat blijkens het Sectorakkoord VO 2014- 2017 voor het voortgezet onderwijs op til: “OCW en VO-raad zullen de komende periode onderzoeken hoe het curriculum herijkt kan worden”. Recent lieten de WRR (Naar een lerende economie) en de Onderwijsraad (Een eigentijds curriculum) zich ook uit over het leerplan. Er hangt op dit gebied dus iets in de lucht. Reden voor ons om er in het magazinedeel van DNM3 - vanaf pagina 68 - een tweeluik aan te wijden. Rob Diephuis laat zien dat het huidige leerplan op een diffuse manier tot stand komt. De buitenlandse voorbeelden die hij aanhaalt, maken duidelijk dat succesvolle herijking van het curriculum meer vraagt dan enkel het inschakelen van ‘onafhankelijke deskundigen’. In deel 2 van het tweeluik trekt Rob Knoppert de stoute schoenen aan: hij laat zijn fantasie over het leerplan de vrije loop, waarbij hij enkele heilige onderwijshuisjes niet schuwt. Terecht: als OCW en de sectorraden echt een succesvolle herijking willen, dan zullen zij daar ook niet aan kunnen ontkomen. Het geeft te denken. Rob Diephuis laat ook zien dat het gesprek in de school over wat leerlingen leren en waarom, best een lastig gesprek is: hoe kan de schoolleiding dat gesprek faciliteren, zonder de professionele ruimte van leraren al te zeer in te perken? Belangrijke voorwaarde is dat leraren in dat gesprek zelf een leidende rol nemen. Daarmee is de link gelegd met het openingsartikel van Marco Snoek over leiderschap van leraren.Verder in het magazinedeel een artikel van Juliette Vermaas over wat (alle) scholen kunnen leren van de verbeterprocessen van voormalige (zeer) zwakke scholen en een artikel van Natasja Peters over de invoering van keuzewerktijd in een school voor praktijkonderwijs. Het actieonderzoek dat zij uitvoerde, is een mooi voorbeeld van praktijkgericht onderzoek, het thema van de DNM2. Focus op het mbo Het thema van deze DNM is het mbo. Ook voor die sector ligt er een sectorakkoord. In vergelijking met de sectorakkoorden po en vo heeft dat het karakter van een managementovereenkomst. Belangrijk onderdeel is de prestatiebekostiging. Invoering daarvan zal de verhouding tussen instellingen en overheid opnieuw veranderen. Opnieuw, omdat als er één conclusie kan worden getrokken uit het themagedeelte van deze DNM - verplichte kost voor iedereen in en rond die sector - dan is het dat die verhouding zelden stabiel is geweest, en dan drukken we ons nog voorzichtig uit. De redactie NB: Feedback en ideeën zijn welkom op redactie@denieuwemeso.nl. Wilt u 19 november a.s. deelnemen aan het DNM-lezerspanel, dan kunt u dat ook laten weten door middel van een e-mail.
€ 6,95INHOUD THEMA 'PRAKTIJKGERICHT ONDERZOEK' (juni 2014) Focus op.... Ontwikkelingen rondom onderzoek in de school, Janneke van der Steen & Helma Oolbekkink Leidinggeven aan onderzoek in de school, Femke Geijsel, Edith van Eck & Monique Volman Naar een duurzame academische basisschool. Het belang van teambetrokkenheid, Bregje de Vries, Martine Derks & Wim Folker Leerlingen als medeonderzoekers. Mogelijkheden en kansen voor verticale en horizontale verantwoording, Gijs Verbeek Van theorie naar ‘werken in het wild’, Kees van der Wolf Onderzoek en de onderwijspraktijk in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, Jelle Kaldewaij Rubrieken: - Buitenland, Rudi Schollaert - Bouwen aan een onderzoekscultuur in het mbo, Anneke Westerhuis - Signalementen De Nieuwe Meso Strip, Pieter Leenheer Hoe schoolleiders al doende blijven leren, Pieter Leenheer Scholen en het creëren van maatschappelijke meerwaarde, Berit Lindemann, Kim van Eijck en Marlies Honingh Maken we ons verstand kapot met computers?, Gerritjan van Luin De impact van life events op persoonlijk leiderschap, Freerk Wortelboer Hoe zit het met uw... Ecologie Je bent jong en je wordt schoolleider Buitenland Boekbespreking Boeksignalementen Redactioneel De vele positieve reacties die we hebben gekregen naar aanleiding van het eerste nummer van De Nieuwe Meso hebben onze motivatie om een mooi blad te maken voor schoolleiders en –bestuurders alleen nog maar vergroot. Het is fijn om van ‘oude’ en ‘nieuwe’ lezers terug te krijgen dat iets dat we als redactie hebben bedacht, in de praktijk ook aanslaat. Natuurlijk waren er ook punten van kritiek, bijvoorbeeld over de toegankelijkheid van het blad. Niet voor iedereen was duidelijk dat het eerste deel van DNM - ‘Focus op …’ bedoeld is als voortzetting van de boekjesreeks Meso Focus, net zoals het tweede deel van DNM feitelijk het oude vertrouwde Meso Magazine is. Met het oog hierop hebben we in DNM 2 enkele technische verbeteringen aangebracht, die de toegankelijkheid hopelijk ten goede komen. Veel zal daarbij overigens afhangen van hoe u als lezer kennis neemt van De Nieuwe Meso: in gedrukte vorm of langs digitale weg? Onder meer vanuit kostenoogpunt was het de bedoeling dat het eerste nummer van DNM ook meteen het laatste papieren nummer zou zijn. Iedereen die we erover spreken, zien het digitaal uitgeven van DNM ook als een logische stap, tegelijkertijd merken we dat er nog veel lezers zijn die de voorkeur geven aan een papieren uitgave. Gelukkig is onze uitgever erin geslaagd financiële middelen te verwerven waarmee een papieren uitgave nog minstens een jaar mogelijk blijft. Ondertussen blijven we uw inbreng zeer op prijs stellen, niet alleen als lezer maar ook als schrijver. Mocht u naar aanleiding van uw werkzaamheden als schoolleider of -bestuurder, of als adviseur of onderzoeker lopen te broeden op idee voor een artikel, neem gerust contact met ons op. Met u onderzoeken we graag hoe we vanuit dat idee kunnen komen tot een artikel voor een van de eerstvolgende nummers van DNM.
€ 6,95INHOUD THEMA 'VMBO' (maart 2014) Focus op.... Terug naar de kern - wat heeft het vmbo ons (niet) gebracht, Renée van Schoonhoven Moet het vmbo gered worden?, Anneke Westerhuis Het vmbo als archeologisch veld, Frans Mulder & Geesje van Slochteren Leiding geven aan het vormgeven van de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma's, Klaas Pit & Marloes Maarleveld Spoorzoeken in de nieuwe examenprogramma's vmbo, Remy van Kasteren & Geesje van Slochteren Rubrieken: - Het dagelijks wel en wee in het vmbo - Vmbo en passend onderwijs - Literatuur De Nieuwe Meso Strip, Pieter Leenheer Leiderschap en professionel leergemeenschappen, Robert Mentink Het leren van professionals, Hartger Wassink Schoolleider anno 2014, Arie Olthof Media, mediatisering en onderwijs, Sietske Waslander & Pieter Leenheer Een smalle kijk op onderwijskwalitiet, Luc Stevens & Hartger Wassink Hoe zit het met uw... Buitenland Je bent jong en je wordt Ecologie Boeken REDACTIONEEL ‘And now for something completely different’ Het zou natuurlijk extra wervend kunnen werken als we bij de introductie van De Nieuwe Meso zouden roepen dat we iets compleet anders, iets nieuws gaan doen. De waarheid gebiedt echter te zeggen dat De Nieuwe Meso, vakblad voor schoolleiders en -bestuurders de geïntegreerde en vernieuwde voortzetting is van twee veel langer bestaande uitgaven: Meso magazine (sinds 1980) en Meso focus (sinds 1990). Niet helemaal nieuw dus, maar toch wel iets om even wat langer bij stil te staan. Waarom De Nieuwe Meso, kortweg DNM? Eind 2012 besloot de toenmalige uitgever van Meso focus te stoppen met deze boekjesreeks. Naar aanleiding hiervan hebben we ons als gezamenlijke redacties beraden op de toekomst, vanuit de overtuiging dat het onderwijs gebaat is bij een onafhankelijke uitgave voor schoolleiders en -bestuurders. Al gauw ontstond het idee om Meso magazine en Meso focus te integreren in een nieuw kwartaaltijdschrift. Nadat we met Kloosterhof BV een nieuwe uitgever hadden gevonden, was het vooral een kwestie van uitwerking, met als voorlopig resultaat het eerste nummer dat nu voor u ligt. Missie Met De Nieuwe Meso willen we van betekenis zijn voor leidinggevenden en bestuurders in het primair en voortgezet onderwijs en in het middelbaar beroepsonderwijs, voor team- en afdelingsleiders tot en met bestuurders die graag lezen over onderwerpen waarmee zij in hun dagelijkse werk te maken hebben. DNM sluit aan bij hun actualiteit. Niet door vluchtig mee te gaan in de hectiek en de hypes van alledag, maar juist door de tijd te nemen voor actuele en relevante onderwerpen, die gedegen en uit meerdere perspectieven te behandelen, soms met een relativerende knipoog. DNM legt verbindingen tussen theorie en praktijk, tussen idee en uitvoering, tussen het macroniveau - de maatschappij, het mesoniveau - de instelling – en het microniveau - het onderwijsleerproces, tussen buiten en binnen, tussen wat er is en wat er zou kunnen of moeten zijn. Ook in het met elkaar verbinden van lezers tot een community wil DNM een faciliterende rol spelen. DNM is onafhankelijk, degelijk en aantrekkelijk voor verschillende lezersgroepen. Opzet Grofweg gezegd bestaat DNM uit twee delen. In het eerste deel, ‘De focus op …’ werken auteurs die hun sporen op een bepaald thema hebben verdiend, dat thema nader uit in een aantal hoofdstukken. Het tweede deel, het magazinegedeelte, bestaat uit losse artikelen over actuele thema’s, relevant voor schoolleiders en -bestuurders. De artikelen hebben betrekking op maatschappelijke vraagstukken in relatie tot het onderwijs, onderwijskundige en beleidsmatige ontwikkelingen, leiderschap, governance, bestuur, management en organisatie. Daarmee vormt DNM dus echt een voortzetting van het vertrouwde en gewaardeerde Meso focus en Meso magazine. Toch is er ook wel degelijk sprake van iets nieuws. Dit eerste nummer kent namelijk twee versies: een papieren en een digitale, maar na dit eerste nummer zet DNM vooral in op het verder ontwikkelen en optimaal benutten van digitale verspreiding. Bovendien zullen losse artikelen tegen een geringe vergoeding kunnen worden gedownload vanaf www.professioneelbegeleiden.nl. Daarnaast komt er in de loop van het jaar een eigen website en denken we ook na over een nieuwsbrief. Focus op het vmbo In deze eerste DNM richten we de focus op het vmbo. Belangrijke aanleiding is de aanstaande invoering van de nieuwe examenprogramma’s voor de beroepsgerichte vakken. Leerlingen die vanaf 1 augustus 2016 beginnen aan de bovenbouw van het vmbo, krijgen hiermee te maken. De nieuwe examenprogramma’s vragen van scholen een nieuw onderwijsprogramma, waarmee zij voor een deel al zullen gaan beginnen in het schooljaar 2015-2016, wanneer de leerlingen in het tweede leerjaar zich gaan voorbereiden op hun programma in de bovenbouw. Willen de scholen op tijd klaar zijn en de komende twee schooljaren optimaal benutten, dan moet het nieuwe onderwijsprogramma aan het komende jaar in de steigers staan: een boeiende, uitdagende en mooie opdracht. Ondanks enkele kritische kanttekeningen die wij plaatsen bij het nieuwe programma, zien wij vooral ook veel kansen voor de scholen, de docenten en de leerlingen om beroepsonderwijs in het vmbo (nog) beter en mooier te maken. In vijf bijdragen belichten de auteurs uiteenlopende aspecten van de invoering van de nieuwe beroepsgerichte examenprogramma’s in het vmbo. In het eerste artikel beschrijft Renée van Schoonhoven in het kort en op hoofdlijnen de ontwikkeling van het beroepsonderwijs in Nederland. Vervolgens gaat zij dieper in op enkele beleidsmatige ontwikkelingen sinds de invoering van het vmbo. Aan de hand hiervan wordt in deze bijdrage de balans opgemaakt: wat heeft het vmbo ons in de afgelopen vijftien jaar wel en niet gebracht en welke mogelijke oplossingen kunnen de nieuwe beroepsgerichte programma’s bieden voor enkele hardnekkige vraagstukken aan de basis van het beroepsonderwijs? Anneke Westerhuis plaatst in haar bijdrage de ontwikkelingen binnen het beroepsonderwijs in Nederland eveneens in een historisch perspectief, maar dan vooral in kwantitatief opzicht. Zij constateert enerzijds dat het vmbo het in een aantal essentiële opzichten goed heeft gedaan. Zo is de aansluiting op het mbo verbeterd en is het aantal leerlingen dat de school voortijdig verlaat, gedaald. Anderzijds moet worden geconstateerd, dat de dalende deelname aan de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo een autonome maatschappelijke ontwikkeling is, waaraan de nieuwe programmering waarschijnlijk niets zal veranderen. De betekenis van de nieuwe programma’s moet in een andere richting worden gezocht: actualisering, modernisering en verbetering van de aansluiting op vervolgonderwijs en arbeidsmarkt. Het vmbo heeft de afgelopen vijftien jaar niet stil gezeten. Van binnenuit en van buitenaf zijn er initiatieven ontwikkeld om het vmbo te vernieuwen. Frans Mulder en Geesje van Slochteren gaan in hun bijdrage nader in op drie veelbetekenende vernieuwingen: de intersectorale programma’s, het vakcollege en de VM2-experimenten. Na een korte toelichting op deze vernieuwingen gaan ze op zoek naar het antwoord op de vraag wat deze vernieuwingen hebben bijgedragen aan het versterken van het loopbaanleren, een van de rode draden in de nieuwe beroepsgerichte programma’s. De special over het vmbo wordt afgesloten met een tweeluik over de keuzes die de scholen kunnen en moeten maken met het oog op de nieuwe programma’s. In het eerste deel gaan Klaas Pit en Marlous Maarleveld in op de vraag hoe je als school kunt komen tot een praktisch koersplan. Zij schetsen twee routes die scholen kunnen bewandelen, waarbij zij een duidelijke voorkeur hebben voor een van deze twee routes. Zij brengen vijf thema’s in kaart die kunnen helpen om tot de juiste vragen (en antwoorden) te komen. Vervolgens gaan Remy van Kasteren, Geesje van Slochteren en Pieter Leenheer nader in op de vraag hoe je vanuit het perspectief van het loopbaanleren kunt komen tot een concreet onderwijsprogramma. Zij beschrijven daartoe eerst vier perspectieven op loopbaanleren en vertalen die daarna in enkele concrete praktijkvoorbeelden. Magazinedeel Zoals gezegd vindt u in het tweede deel van DNM grotendeels het oude en vertrouwde Meso magazine terug: boeiende artikelen over actuele onderwijsthema’s, de strip van Pieter Leenheer, boekbesprekingen en enkele columns. Maar er zijn ook nieuwe rubrieken. Zo portretteert Klaas Pit in elk nummer een jonge schoolleider die nog maar net de stap naar het schoolleiderschap heeft gezet. Het portret is vooral het verhaal van de jonge schoolleider zelf. We beginnen in dit eerste nummer met Tineke Ensing, 28 jaar en sinds het begin van dit schooljaar afdelingsleider op het Stedelijk Dalton College in Alkmaar. Naar aanleiding van het recente overlijden van Chris Argyris kijkt Hartger Wassink terug naar het baanbrekende Theory in Practice, dat Argyris ruim 40 jaar geleden schreef met Donald Schön. Wassink vraagt zich of dit veelgeciteerde werk de tand des tijds heeft doorstaan. Hij gaat op zoek naar het antwoord door in zijn bijdrage de vier hoofdthema’s uit het boek te analyseren op hun actualiteitswaarde, vooral ook in relatie met leiderschapsvragen in het onderwijs. Deze waarde is groot, zo blijkt, vooral als het gaat om het vraagstuk van de verbinding tussen theorie en praktijk en het leren van de professional. Sietske Waslander en Pieter Leenheer gaan in hun artikel nader in op de rol en betekenis van de media in het onderwijsdebat en leggen uit wat medialogica en mediatisering inhouden. Professionele leergemeenschappen krijgen ook in het onderwijs steeds meer aandacht. Maar wat is een professionele leergemeenschap en wat betekent deze voor het leiderschap in de school? Robert Mentink gaat in zijn bijdrage op zoek naar het antwoord. Ten slotte Nadat we eenmaal hadden besloten om De Nieuwe Meso te gaan maken, hebben we in relatief korte tijd deze eerste uitgave gemaakt. We zijn er trots op, maar realiseren ons tegelijkertijd dat we er hiermee nog niet zijn. Wij zijn vooral erg benieuwd wat u als lezer ervan vindt. Uw reacties zijn van harte welkom op redactie@denieuwemeso.nl. De redactie Deze eerste uitgave van De Nieuwe Meso is voor iedereen gratis beschikbaar!
€ 6,95