logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Het Nederlands onderwijs in internationaal perspectief (juni 2017)

INHOUD "Het Nederlands onderwijs in internationaal perspectief" Loopbaanoriëntatie en –begeleiding, Jitske Brinkman Datateams voor onderwijsverbetering, Marloes Buschers, Joukje Jurjens, Klaas Pit, Gert Gelderblom, Cindy Poortman, Kim Schildkamp, Saskia te Nijenhuis Effectieve kennisbenutting in scholen, Bregje de Vries, Hilde Wierda-Boer, Carlos van Kan en Janneke van der Steen Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw Onderzoek Boeken Focus op… Introductie: over de grenzen, Pieter Leenheer, Anneke Westerhuis en Renée van Schoonhoven Vergelijkingen, ranglijsten en mondiale onderwijshervorming, Renée van Schoonhoven, Marieke Buisman, Anneke Westerhuis, Roger Standaert Beroepsonderwijs in internationaal perspectief, Renée van Schoonhoven, Nancy Hoffman, Anneke Westerhuis & Elly de Bruijn Kijken naar de buren en vice versa, Roger Standaert, Rudi Schollaert, Pieter Leenheer Redactioneel Het magazinedeel van dit nummer van DNM opent met een bijdrage van Jitske Brinkman over loopbaanoriëntatie in het vmbo. Met de invoering van de nieuwe beroepsgerichte profielen behoort dat wettelijk gezien tot de kern van het vmbo. Bij loopbaanoriëntatie gaat het allang niet meer om de simpele vraag “wat wil je later worden en welke vervolgopleiding moet je daartoe aan doen?” Het is veel breder: het gaat over persoonsvorming, over reflectie, zelfs over verantwoordelijkheid (leren) nemen voor je eigen leven. LOB raakt daarmee aan de pedagogische opdracht van de school. Dat zal veel mensen in het vmbo aanspreken: natuurlijk doet de vakinhoud ertoe, maar je wilt toch vooral dat leerlingen beseffen dat het om hun eigen toekomst gaat en dat ze leren over die toekomst zelf regie te voeren. Leerlingen in het vmbo moeten op jonge leeftijd een keuze voor een profiel in de bovenbouw maken en een paar jaar daarna voor een vervolgopleiding in het mbo. Tegen die achtergrond is de aandacht voor LOB in het vmbo begrijpelijk. Tegelijkertijd kun je je afvragen of het vmbo daarmee niet met een onmogelijke LOB-opdracht wordt opgezadeld, want kun je leerlingen op die jonge leeftijd al aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor hun eigen loopbaan? Die vroege verantwoordelijkheid komt voort uit de inrichting van ons bestel, waarin vmbo-leerlingen al na vier jaar van school moeten verkassen, terwijl dat voor havo- en vwo-leerlingen pas na vijf resp. zes jaar het geval is. Dat heeft iets scheefs, helemaal als je beseft dat er voor vmbo-leerlingen minder opties in het verschiet liggen dan voor havo- en vwo-leerlingen c.q. de opties die voor hen in het verschiet liggen, maatschappelijk minder gewaardeerd worden. Misschien is dit nog te billijken, als leerlingen “terecht” op basis van hun capaciteiten naar het vmbo gaan, maar ook dat is niet altijd het geval. Een deel van de vmboleerlingen had cognitief best naar de havo gekund, maar door milieu-specifieke selectiemechanismen gaan deze leerlingen toch naar het vmbo. Zo beschouwd zitten er best een paar dingen scheef in de inrichting van ons onderwijsbestel. Je gaat je dat pas goed realiseren als je dat onderwijsbestel met enige distantie bekijkt, zoals dat gebeurt in Nederlands onderwijs in internationaal perspectief, het Focusdeel van deze DNM. Eigenlijk is dit titel wat misleidend: het gaat niet om een internationaal perspectief, maar om meerdere internationale perspectieven. Hierdoor is het – weer – een inhoudsrijk Focusdeel geworden, waar je echt even voor moet gaan zitten. Daarmee lopen we wel een risico, want op weg naar de zomervakantie wordt op menig bureau de stapel “nog te lezen” alleen maar groter. In de eindeschooljaarshectiek schiet zoiets als het lezen van vakbladen erbij in; dat wordt uitgesteld tot het moment waarop het allemaal wat rustiger is. Maar tegen die tijd is men al zo onthecht dat het alsnog doornemen van de stapel opeens ook niet meer zo relevant lijkt en de achterstallige tijdschriften linea recta in de spreekwoordelijke oud-papierbak belanden. We beseffen dat dit ook het lot van dit juninummer kan zijn; hopelijk weten we dat met dit redactioneel te voorkomen.

€ 6,95

Samenwerking in de regio (maart 2017)

INHOUD "Samenwerking in de regio" Leiderschapsvorming vanuit een interactieperspectief, Eric Verbiest Onderwijsonderzoek en onderzoekscultuur – deel 3, Pieter Leenheer Opleiding van mbo-leraren, Linda Medendorp, Marloes van Bussel, Ida Bontius Lean Kata bij leerlingbegeleiding, Bert van Beers en Marcel van Wijk Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw Onderzoek Boeken Focus op… Introductie: Samenwerking in de regio, Frans Mulder en Klaas Pit Samenwerking tussen scholen. Vanuit urgentie en met perspectief, Klaas Pit De krimp in beeld. Gebruik van data in het perspectief van regionale samenwerking, Dexter Knights en Tammy Lie Mondragón als inspiratiebron. Lessen voor vitaal onderwijs en vitale regio’s in Nederland, Hans Schuit, Rob Diephuis en Remy van Kasteren Portret Stichting Kindante (PO) - Door samenwerking meer kwaliteit Portret Eemsdeltacollege (VO) - Ondernemerschap en optimisme gaan samen in een regio onder druk Portret Scalda (MBO) - Van stip op de horizon naar concrete stappen Redactioneel De voorkant van dit nummer van De Nieuwe Meso goed bekeken? Dan zal het u vast zijn opgevallen dat de ondertitel van dit blad is gewijzigd, van “Vakblad voor schoolleiders en -bestuurders” in “Vakblad over onderwijs en leiderschap”. In ons E-magazine van februari 2017 hebben we deze wijziging al toegelicht: ontwikkelingen rond en in het onderwijs vragen om leiderschap op alle niveaus en niet alleen op het niveau van schoolleiders en bestuurders. Reden voor ons om ons niet langer exclusief te richten op schoolleiders en bestuurders, maar op een bredere doelgroep die geïnteresseerd is in ontwikkelingen in het onderwijs en daaraan wil bijdragen. Daarbij blijven we ons vanuit onze historie focussen op thema’s die spelen op het mesoniveau van het onderwijsbestel, dus tussen het microniveau “in de klas” en het macroniveau van het onderwijsbeleid. De verbreding van DNM is geïnspireerd door het rondetafelgesprek dat we ruim een jaar geleden voerden met een aantal jonge schoolleiders, die ons “verweten” hiërarchisch te denken door ons zo nadrukkelijk te richten op schoolleiders en bestuurders (zie “Van oude bolwerken naar nieuwe netwerken” in DNM 3.2, juni 2016). Die feedback hebben we een tijdje op ons laten inwerken wat uiteindelijk heeft geresulteerd in de nieuwe ondertitel. In het openingsartikel in het voorliggende nummer pleit Eric Verbiest vanuit een interactieperspectief voor gespreid leiderschap. Dat wil zeggen leiderschap dat niet is voorbehouden aan de formele leiders, maar het resultaat is van interacties tussen mensen en ook iets is dat telkens opnieuw moet worden gerealiseerd. Je zou het artikel kunnen zien als een nadere, theoretische onderbouwing van onze nieuwe ondertitel. Leiderschap dat niet exclusief is voorbehouden aan de formele leiders wil niet zeggen dat bestuurders en schoolleiders er minder toe doen. In de eerste plaats hebben juist zij een belangrijke rol in het ontwikkelen en faciliteren van het leiderschap van anderen. Daarnaast mag van hen worden verwacht dat zij hun verantwoordelijkheid nemen bij het aanvatten van complexe vraagstukken die het belang van de eigen organisatie overstijgen. De leerlingendaling is een voorbeeld van zo’n vraagstuk. Het focusdeel is hieraan gewijd en aan de regionale samenwerking die nodig is om de gevolgen van de krimp het hoofd te bieden. Samenwerking is ook de rode draad die de artikelen in het magazinedeel verbindt: samenwerking die nodig is om van de school een lerende organisatie te maken (artikel van Leenheer), samenwerking in het kader van opleiden in de school (artikel van Medendorp, van Bussel en Bontius) en samenwerking van docenten en leerlingen ten behoeve van de vergroting van de mentale weerbaarheid van leerlingen (artikel van Van Beers & Van Wijk). Het is samenwerking wat de klok slaat. Misschien hadden we samenwerking ook in de nieuwe ondertitel moeten opnemen…?

€ 6,95

Gepersonaliseerd onderwijs (december 2016)

INHOUD "Gepersonaliseerd onderwijs" Interne dialogen van innovatieve schoolleiders, Danielle Verschuren Strategisch HRM in het onderwijs, Peter Leisink, Eva Knies, Karen Oostvogel en Jasper Aalbers Op zoek naar lerende organisaties, Pieter Leenheer Professionele leergemeenschappen van ervaren docenten, Rutger van Sande Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw…Groeimindset Onderzoek Boeken Focus op… Introductie: gepersonaliseerd onderwijs, Klaas Pit Gepersonaliseerd onderwijs. Een benadering vanuit twee perspectieven, Klaas Pit Leren van de leerlabs, Noud Cornelissen en Milan van Manen Meer maatwerk mogelijk maken in het vmbo, Geesje van Slochteren Aan de slag met onderwijsontwikkeling, Noud Cornelissen Portret 1: Het Stedelijk in Zutphen Portret 2: Ds Pierson College in Den Bosch Portret 3: Farel College in Amersfoort Portret 4: Tabor College locatie d’Ampte in Hoorn Redactioneel Onderwijs2032, ooit mede ingestoken ter meerdere eer en glorie van de staatssecretaris, is inmiddels een flinke nagel aan zijn politieke doodskist. De zogenaamde verdiepingsfase - een politiek handigheidje om de kikkers nog enigszins in de kruiwagen te houden - heeft geresulteerd in een advies van de Onderwijscoöperatie - sinds kort zonder BON - dat het proces van curriculumvernieuwing van onderop moet worden ingericht. De sectorraden mogen dan wel staan te juichen dat er breed draagvlak is voor curriculumvernieuwing, de weg die de Onderwijscoöperatie nu voorstaat, is principieel zo’n andere, dat je haast zou concluderen dat Onderwijs2032 morsdood is. Hoe heeft het zo ver kunnen komen? In de eerste plaats was de start natuurlijk bijzonder ondoordacht: wat haal je je op de hals als je met behulp van sociale media een landelijk debat wilt entameren over onderwijs? Paul Schnabel mocht vervolgens met zijn platform proberen het proces nog enigszins in goede banen te leiden. Gezien de ongunstige vertreksituatie heeft hij er nog best iets aardigs van weten te maken: het advies op hoofdlijnen had prima als vertrekpunt kunnen dienen. Maar ondertussen waren de tegenkrachten gemobiliseerd en kreeg het proces een heel andere wending. Het ging allang niet meer over de inhoud, maar over zeggenschap: wie heeft het nu eigenlijk voor het zeggen in het onderwijs? Op het moment dat de tegengeluiden ook in de Kamer doordrongen en de staatssecretaris gedwongen werd een verdiepingsfase in te lassen, kon je al zien aankomen: hij is de regie kwijt. Niettemin, bezinning op het curriculum is broodnodig. En de Onderwijscoöperatie ontkent dat ook niet. Haar terechte punt is dat Onderwijs2032 niet het zoveelste concept mag zijn dat over het veld wordt uitgerold, maar veeleer een startpunt voor de dialoog van onderop. Dat betekent dat het niet zou moeten gaan over zeggenschap, maar over leiderschap. Niet het hiërarchische leiderschap, maar gedeeld leiderschap, dat scholen helpt de lerende organisatie te worden waarin de professionele dialoog de vanzelfsprekende basis vormt. Het is een thema dat in het magazinedeel van deze DNM eens te meer ruime aandacht krijgt, met de artikelen van Daniëlle Verschuren over innovatieve schoolleiders, Rutger van der Sande over professionele leergemeenschappen en Pieter Leenheer over lerende organisaties.

€ 6,95

Passend onderwijs (september 2016)

INHOUD "Passend onderwijs" Gelijke onderwijskansen als maatschappelijke opdracht, Sietske Waslander Intern toezicht namens de morele eigenaren, Hartger Wassink Gesprekscultuur in scholen, Loes Lauteslager Onderwijsonderzoek en onderzoekscultuur, Pieter Leenheer Werken met data, José Hermanussen en Marjo Brinkman Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw Onderzoek Boeken Focus op… Introductie: passend onderwijs als sociaal experiment, Anneke Westerhuis Passend onderwijs: aanleiding, totstandkoming en beoogde doelen, Guuske Ledoux Het woud van regels en verplichtingen: opgeschoond of verschoven?, Els Kuiper en Guuske Ledoux Worden ouders beter van passend onderwijs?, Liselotte van Loon-Dikkers en Guuske Ledoux Leerwegonderwijs onderwijs binnen passend onderwijs: minder papierwinkel, meer praten, Eva Voncken Passend onderwijs in het mbo: toelatingsrecht of zorgplicht?, Ton Eimers Toekomst voor passend onderwijs in het mbo?, Ton Eimers Passende governance voor passend onderwijs, Pieter Leenheer Epiloog. Passend onderwijs: gaat het werken?, Anneke Westerhuis Redactioneel Kees Schuyt was een van de auteurs van het WRRrapport over de basisvorming. Bij de presentatie in 1986 vertelde hij hoe hij eerder een groep onderwijsmensen schetste hoe de WRR had stilgestaan bij het vraagstuk van differentiatie en integratie. Zijn gehoor had driftig geknikt: differentiatie en integratie, dat was hét thema waarover het zou moeten gaan. Enigszins beteuterd waren ze toen Schuyt verklapte dat het aan bod was gekomen in het kader van een WRR-advies over Europa. Wat Schuyt maar wilde zeggen: er zijn klassieke thema’s die niet alleen het onderwijs betreffen. Passend onderwijs, het onderwerp van het focusdeel, is een thema dat je ook vanuit het differentiatieintegratieperspectief kunt bekijken: lang hebben we voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften aparte voorzieningen in het leven geroepen, maar toen de prijs daarvoor als te hoog werd gezien, is gepoogd die voorzieningen te integreren. Eerdere pogingen (WSNS) en de lange aanloop van passend onderwijs maken duidelijk dat iets wat eenmaal gedifferentieerd is, niet gemakkelijk kan worden geïntegreerd. De hoofdstukken in het focusdeel laten ook zien hoe taai zo’n proces is. Schuyts basisvorming was een veelbelovend voorstel om differentiatie en integratie in de eerste fase van het voortgezet onderwijs met elkaar in balans te brengen. Na decennialang, vruchteloos debat over de juiste aanpak van ongelijke onderwijskansen, was het voorstel zeer welkom. Dat de politiek een andere invulling aan de voorstellen van de WRR gaf, laten we hier maar even rusten. Waar het om gaat is dat het thema ongelijke onderwijskansen – tot in de jaren ’80 een hot issue, daarna overvleugeld door thema’s zoals excellentie - terug is op de politieke agenda. Sietske Waslander staat hier in het openingsartikel bij stil. Zonder Schuyts begrippen expliciet te gebruiken, laat ze zien dat met name de integratieve functies van ons onderwijsbestel onder druk staan. Maatregelen zijn nodig, maar wie zijn aan zet? Moeten besturen meer gaan samenwerken om ongelijke onderwijskansen tegen te gaan? Passend onderwijs maakt duidelijk dat zolang er gedeelde belangen zijn, het maken van afspraken wel gaat, maar dat het een dun lijntje is dat besturen verbindt; een lijntje dat gemakkelijk breekt als een bestuur het idee krijgt dat iets minder loyaal samenwerken profijtelijker is voor de eigen instelling. Wie houdt de bestuurders bij de les? In de huidige constellatie kijken we dan naar de interne toezichthouders, maar het is de vraag of zij vinden dat dat in hun rolopvatting past. Als de bestuurder het thema ongelijke onderwijskansen niet agendeert, doet de intern toezichthouder dat dan? Namens wie? In zijn artikel over governance in het magazinedeel betoogt Hartger Wassink dat goed toezicht staat of valt met een weloverwogen antwoord op de vraag namens wie de toezichthouder toezicht houdt. Met andere woorden, van wie is de school en het samenwerkingsverband eigenlijk? - een ander klassiek vraagstuk dat van tijd tot tijd op de agenda komt en ook weer figureert in deze DNM.

€ 6,95

Het opleiden van leraren (juni 2016)

INHOUD "Het opleiden van leraren" Scrummen in de school, Jan van Rossum, Ellen Reehorst en Koen Vos Meer meemaken in de klas, Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin Een eigentijdse school met een vergrijzende bemensing (deel 2), Aart Bontekoning Van oude bolwerken naar nieuwe netwerken, Klaas Pit en Arie Olthof De SchoolGyroscoop als hulpmiddel, Dries Oosterhof en Gerard Grommers Relaties leggen en de kunst van balanceren, Pieter Veen, Tjerk Budding en Goos Minderman Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw Internationaal Boeken Focus op… Introductie. Het opleiden van leraren, Gerritjan van Luin, Pieter Leenheer, Quinta Kools en Marco Snoek Ruimte van en voor de leraar (in opleiding), Gerritjan van Luin Vraagstukken en kernopgaven bij het opleiden van leraren, Marco Snoek, Quinta Kools en Amber Walraven; Gerda Geerdink en Jeroen Onstenk Wie ben jij als leraar? De ontwikkeling van de professionele identiteit van de leraar, Jeannette Geldens en Ietje Pauw Startende leraren, Marco Snoek en Anja de Bruijn; Pieter Leenheer en Gerritjan van Luin; Rita Schildwacht en Janine Mommers Professionalisering van leraren en leraren-in-opleiding, Evelien van Geffen; Uwe Krause; Tom van Eijck en Ed van den Berg Epiloog: de rol van de schoolleider en bestuurders, Pieter Leenheer Redactioneel Ieder jaar ‘verversen’ scholen hun ‘klantenbestand’ - excuses voor deze lelijke begrippen - met soms wel 25 procent: geslaagde leerlingen verlaten de school, terwijl een nieuw cohort instroomt in het eerste leerjaar. Dat proces vindt ieder schooljaar plaats, dus wat dat betreft geen nieuws. Maar wat is het effect van die forse verversing? U heeft docenten in de lerarenkamer of in de wandelgangen vast wel eens verzuchtingen horen uiten over de nieuwe leerlingen, die ten opzichte van leerlingen in de voorgaande jaren zich anders gedragen, bepaalde dingen niet of juist wel kunnen, enzovoorts. Volgens de generatietheorie van Aart Bontekoning - zie verderop in het magazinedeel - bestaat er een verschil tussen opeenvolgende generaties in organisaties. Dat verschil zal niet plotseling ontstaan, maar stukje bij beetje. Ieder nieuw cohort leerlingen zal dus net wat anders zijn dan het vorige cohort en de vraag is dan: onderzoeken scholen die verschillen om er vervolgens bewust mee om te kunnen gaan? Op die manier zou het bij de tijd brengen en houden van het onderwijs een minder abrupt proces hoeven te zijn dan nu veelal het geval is. Nu doen we heel lang ongeveer hetzelfde, waarna een club van ‘wijze’, dus meestal al wat oudere mensen gevraagd wordt een advies uit te brengen, dat vervolgens zo radicaal afwijkt dat het vooral veel negatieve energie opwekt. Maar zou het niet veel beter zijn als we in staat zouden zijn van jaar tot jaar ons onderwijs aan te passen? Ter inspiratie openen we daarom het magazinedeel met twee artikelen waarin het primair proces centraal staat. Jan van Rossum en Ellen Reehorst geven een indruk van Scrum@school, een specifieke methode om onderwijs projectmatiger in te richten; vervolgens pleiten de natuurkundeleraren Kees Hooyman en Eke Rebergen in een bijdrage van Gerritjan van Luin en Pieter Leenheer voor ‘ervaringsgericht onderwijs’ waarin de nadruk veel minder ligt op het extern bepaalde ‘wat’, maar veel meer wat er gebeurt in het klaslokaal. Naast de jaarlijkse verversing van het leerlingenbestand, vindt er voortdurend verversing plaats van medewerkers en leidinggevenden. Hoe we er in ons land voor zorgen dat er kwantitatief en kwalitatief voldoende nieuwe leraren zijn, staat centraal in het focusdeel. Verversing van het management komt aan de orde in het verslag van het rondetafelgesprek dat Klaas Pit en Arie Olthof hadden met zes jonge schoolleiders. In de eerste twee jaargangen van DNM kwamen zij individueel al aan het woord in de rubriek ‘Je bent jong en je wordt schoolleider’. Nu ze samen aan het woord komen, blijkt eens te meer hoe zeer zij anders zijn, denken en doen dan vorige generaties schoolleiders; generaties waartoe wij als DNM-redactie ook behoren. Ook wij zullen ons dus moeten verversen. Een eerste stap is dat een van de jonge schoolleiders - Jasmijn Kester - gaat bijdragen aan de digitale DNM-nieuwsbrief. Ideeën, tips en voorstellen voor andere stappen zijn welkom.

€ 6,95

Raakvlakken tussen primair en voortgezet onderwijs (maart 2016)

INHOUD "Raakvlakken tussen primair en voortgezet onderwijs" Van een verdraaide organisatie naar excellerende teams, Jannemieke Wijgergangs en Paulien Schimmer Mindfulness in het onderwijs, Hartger Wassink Een eigentijdse school met een vergrijzende bemensing, Aart Bontekoning Ruimte laten aan het mbo, Margriet van der Sluis Professionele ontwikkeling van docenten organiseren, Rob Poell, Cara Valk en Ferd van der Krogt Leiders gezocht Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met uw Onderzoek Internationaal Boeken Focus op… Introductie. Raakvlakken tussen primair en voortgezet onderwijs, Arie Olthof en Hartger Wassink De eeuwige status quo van de vroege selectie, Laura de Adelhart Toorop Junior College en Tiener College: een innovatieve programmalijn, Pieter Snel en Mariska van Wijngaarden De Plaatsingswijzer. Bottom-up werken aan de doorgaande lijn, Marinus Giesing Onderwijskwaliteit in het primair onderwijs. Balanceren tussen meerstemmigheid en gedeelde betekenis, Andrea Frankowski, Ilsa de Jong, Paul Frissen, Martijn van der Steen, Rik Peeters, Jorren Scherpenisse en Nancy Chin-A-Fat Leren en presteren in samenhang. Kritische-vriendgesprekken over het leren van onderwijsorganisaties, Rick Steur, namens School aan Zet Het onderwijs neemt de opvoedkundige taak niet serieus genoeg. Interview met Ton van Rijn, Hartger Wassink Redactioneel Nadat in 2012/2013 duidelijk werd dat de toenmalige uitgever wilde gaan stoppen met Meso magazine en Meso focus, simpelweg omdat het beursgenoteerde concern er te weinig aan verdiende, hebben we ons als redactie ingespannen om Meso elders een vervolg te geven. Het voorliggende nummer van De Nieuwe Meso markeert de start van alweer de derde jaargang van dat vervolg. In die zin zou je kunnen zeggen dat we geslaagd zijn. De positieve reacties die we van lezers krijgen, onderstrepen dat. Toch knaagt er iets. In de eerste plaats het aantal betalende lezers. Ondanks de positieve reacties neemt het aantal abonnees op de digitale of papieren uitgave van De Nieuwe Meso maar langzaam toe. Veel mensen ontvangen digitaal de inhoudsopgave van ieder nieuw nummer. Tussendoor ontvangen zij bovendien de digitale nieuwsbrief. Allemaal goed bedoeld van ons, maar het pakt in de praktijk averechts uit: door de mailtjes denken mensen dat ze een abonnement hebben, terwijl ze dat feitelijk dus niet hebben… Te weinig inkomsten is voor een blad natuurlijk een probleem, maar ondertussen knaagt er nog iets anders. Bij de ‘doorstart’ hebben we ervoor gekozen door te gaan met waarmee we bezig waren: het maken van een vakblad voor schoolleiders en -bestuurders. Behouden van wat we hadden, stond daarbij voorop, dat was al ingewikkeld genoeg. Inmiddels begint die keuze wat te schuren. Meer en meer beseffen we dat het ons niet primair gaat om schoolleiders en-bestuurders. Wat ons als redactie bindt en motiveert, is het werken aan ‘mooier’ onderwijs. Tegelijkertijd beseffen we dat voor mooier onderwijs niet alleen schoolleiders en -bestuurders aan zet zijn; sterker nog, we kennen helaas te veel situaties waarin schoolleiders en -bestuurders mooier onderwijs eerder hebben belemmerd dan bevorderd. Voor mooier onderwijs is gemeenschappelijke inspanning en gedeeld leiderschap van alle betrokkenen nodig. Dat is ook een van de Leitmotiven in veel van de bijdragen in de eerste twee jaargangen van De Nieuwe Meso. Waarom staat er dan nog ‘Vakblad voor schoolleiders en -bestuurders’ op de voorkant? Zou het niet beter zijn als er bijvoorbeeld ‘Vakblad voor gedeeld leiderschap’ of iets dergelijks zou staan? Nu is het veranderen van de voorkant een fluitje van een cent; daar gaat het dus niet om. Het gaat om onderliggende vragen als ‘Wat bedoelen we met ‘mooier’ onderwijs?’ en ‘Hoe kunnen we de beweging naar mooier onderwijs ondersteunen?’ Het zijn vragen die volop leven, niet alleen binnen de redactie, maar in het onderwijs in brede zin. Meer dan in voorgaande jaren zien we in het onderwijs, buiten de bestaande kaders om, een beweging van mensen die op zoek zijn naar inspiratie; mensen die van elkaar willen leren en samen ‘mooier’ onderwijs willen maken. Zonder onze onafhankelijkheid prijs te willen geven, willen we als DNM ons meer met die beweging verbinden. Ons denken daarover is nog maar net begonnen en zal ook nog wel enige tijd in beslag nemen. Ondertussen gaan we ‘gewoon’ door met het maken van een vakblad voor schoolleiders en -bestuurders waarvan we stiekem denken en hopen dat het interessant is voor iedereen die wil werken aan ‘mooier’ onderwijs.

€ 6,95

Ontwikkelingen in het MBO (volledige uitgave, 19 artikelen)

INHOUD THEMA 'ONTWIKKELINGEN IN HET MBO' (december 2015) Ouders zijn de sleutel, Mariëtte Lusse en Annette Diender Leidinggeven aan kantelend onderwijs, Evelien Loeffen en Marion Hoeffgen Gespreid leiderschap in het onderwijs, Frank Hulsbos en Stefan van Langevelde Huisacademies in het onderwijs, Annemarie Breeve Leiders gezocht Bestuur Beleid Beschouwing De jonge schoolleider Internationaal Hoe zit het met uw Boeken Focus op... Introductie. Ondertussen in het mbo, Renée van Schoonhoven en Pieter Leenheer Zelfsturende teams in het mbo als bestuurlijke opgave, Hans Schuit Wat mbo-docenten beweegt, Pieter Leenheer Mbo-docenten vinden aansluiting techniekonderwijs-beroepspraktijk prima, Sjoerd Arends Hybride leeromgevingen in het mbo: het beste van twee werelden, José van den Berg en Loes de Jong Examenkwaliteit in het mbo: hard en zacht in balans, Paula Willemsen en Rob Vink Oud zeer en een langzame kentering, Pieter Leenheer De mbo-loopbanen van de toekomst en het mbo van de toekomst, Elke van Doorn Signalementen, Renée van Schoonhoven Redactioneel DNM is een kwartaalblad. Die verschijningsfrequentie past prima bij het format, met naast het magazinedeel, een fiks thematisch focusdeel, waarvoor je echt even moet gaan zitten. De verschijningsfrequentie maakt dat we niet heel direct kunnen inspelen op de actualiteit. Zo komt in het focusdeel, waarin ontwikkelingen in het middelbaar beroepsonderwijs andermaal centraal staan, de Kamerbrief van eind november jl. over verplichte collegevorming nog net langs, maar kunnen we bijvoorbeeld al geen aandacht meer besteden aan het onderzoeksrapport over ROC Leiden van de commissie-Meurs. Nu zal dat rapport gezien de naar verwachting brisante inhoud ook in de algemene media volop airplay krijgen, dus wat dat betreft niet getreurd. Maar soms klemt het toch, zoals in het geval van Het Alternatief II. Deze belangwekkende artikelenbundel onder redactie van René Kneyber en Jelmer Evers belandde helaas net te laat op onze redactietafel en moet dus een paar maanden wachten op uitgebreidere aandacht. Dat is jammer, want Het Alternatief II laat namelijk een interessante verschuiving zien ten opzichte van het eerdere Het Alternatief (2013). In dat boek pleitten Kneyber en Evers ervoor het systeem te flippen en de leraar aan de top van de onderwijspiramide te plaatsen. Anders gezegd, ze riepen op tot collectieve autonomie. Twee jaar laten constateren ze in het slothoofdstuk van Het Alternatief II dat leraren onvoldoende in beweging zijn gekomen. Volgens Kneyber en Evers is er eigenlijk niks - of in ieder geval niet veel - mis met de handelingsruimte die leraren hebben, maar wel met de mate waarin ze daarvan gebruik weten te maken, oftewel met hun handelingsvermogen. De theoretische basis voor die verschuiving in hun denken is te vinden in het in de bundel opgenomen artikel Teacher agency. Een ecologische kijk op het handelingsvermogen van leraren van Mark Priestley, Gert Biesta en Sarah Robinson. Zij zien dat vermogen niet als een min of meer vaste eigenschap van een mens, maar als iets dat mede afhankelijk van de werkomgeving tot ontwikkeling komt. De auteurs van Het Alternatief II snijden overigens veel meer aan dan het voorgaande, vandaar dat we er in DNM 3.1. uitgebreider op terug zullen komen. Maar een van de kernvragen - hoe moet de werkomgeving worden ingericht, zodat leraren hun handelingsvermogen ontwikkelen? - figureert al wel meer of minder direct in dit magazinedeel, en wel in het artikel van Evelien Loeffen en Marion Hoeffgen over kantelend onderwijs en de rol van de schoolleider, in dat van Frank Hulsbos en Stefan van Langevelde over gespreid leiderschap en in dat van Annemarie Breve over huisacademies in het onderwijs. Alhoewel we de letter(s) van Het Alternatief II dus nog even bewaren voor 2016, waart de geest ervan al rond in dit nummer van DNM, alweer het laatste van de 2e jaargang(*). De redactie (*) Om met lezers terug te blikken op die eerste tweejaargangen en vooral om met hen vooruit te blikken, vindt op 21 januari 2016 de DNM-lezersdag plaats. Het thema van die dag sluit aan bij een van de hoogtepunten uit twee jaargangen: de focus over niet-westerse inspiratiebronnen voor leiderschap. Voor meer informatie verwijzen we graag naar www.denieuwemeso.nl

€ 6,95

Het werk van Gert Biesta (volledige uitgave, 21 artikelen)

INHOUD THEMA 'HET WERK VAN GERT BIESTA - WAT IS GOED ONDERWIJS?' (september 2015) Beroepsstandaard en professionele identiteit, Manon Ruijters en Gerritjan van Luin De dubbelrol van de directeur-bestuurder, Wim van Doornik en Edith Hooge Herstel van de pedagogische dimensie, Dolf van den Berg Balans in passend onderwijs, Saskia Laseur en Jochem Streefkerk Leiders gezocht Bestuur Beleid Beschouwing De jonge schoolleider Internationaal Hoe zit het met uw Boeken Boeksignalementen Focus op... - Introductie. Focus op het werk van onderwijspedagoog Gert Biesta, Gerritjan van Luin, Hartger Wassink en Arie Olthof Wereldgericht onderwijs: vorming tot volwassenheid, Gert Biesta Bespreking van Het prachtige risico van onderwijs, Wouter Pols Het prachtige risico van Biesta? Een reflectie, Dolf van den Berg ‘Ze zeggen dat Biesta moeilijk is’. E-mailuitwisseling over Biesta’s werk en het primair onderwijs, Hartger Wassink & Hester IJsseling In gesprek met Rik Seveke (De Balie) over onderwijs, onderwijsdebatten en Biesta, Pieter Leenheer Middelbaar beroepsonderwijs: meer dan kwalificatie?, Carlos van Kan Het prachtige risico van leiderschap. Over hoge gronden en lage moerassen, Gerritjan van Luin Besturen als zwak proces. Over het gedachtengoed van Gert Biesta en onderwijsbestuur, Hartger Wassink Biesta op school, Gerritjan van Luin Over taal, normativiteit en professionaliteit (gratis extra download), Gert Biesta Denkend aan Holland, onderwijsbeleid en Biesta Alle retoriek sinds de jaren ’90 over autonome scholen ten spijt, is de invloed van Den Haag op het onderwijs nauwelijks afgenomen - om maar even een understatement te gebruiken. Opbrengstgericht werken lijkt alweer passé; nu vindt de overheid dat het onderwijs moet excelleren, differentiëren en personaliseren. Met een beroep op hun verantwoordelijkheid voor het stelsel, nemen de OCW-bewindslieden het ene na het andere onderdeel van het stelsel onderhanden, daarbij op de huid gezeten door een ongedurig parlement. Van die dadendrang - waarvan je je dus kunt afvragen hoe gepast het is - zou je als leraar, schoolleider of -bestuurder behoorlijk moe, afkerig of boos kunnen worden. Dat zal her en der ook zeker het geval zijn, maar wat de laatste tijd vooral opvalt, is het grote aantal positieve initiatieven in en rond het onderwijs van groepen leraren en schoolleiders. Het bruist als nooit te voren en je zou kunnen zeggen dat de autonomie waarover we het in de jaren ’90 hadden, nu invulling krijgt - meer ondanks het onderwijsbeleid dan dankzij. De betrokkenheid van veel onderwijsmensen bij #onderwijs2032 bijvoorbeeld is mooi, maar het is ook een reactie op het verstikkende en versmallende onderwijsbeleid in de afgelopen decennia. Steeds meer mensen maken zich hard voor goed onderwijs, vanuit het besef dat goed onderwijs meer is dan hoge scores op PISA-rankings. Wat dat ‘meer’ dan is, voelen velen intuïtief wel aan, maar het onder woorden brengen als basis voor dialoog, blijft lastig. Juist op dat punt schiet onderwijspedagoog Gert Biesta te hulp. De drie doeldomeinen die hij voor het onderwijs onderscheidt - kwalificatie, socialisatie en subjectivering - zijn op veler lippen. Dat leidt tot een belangrijke verbreding van het onderwijsdebat, waarin het te lang over enkel kwalificeren ging. Maar daarmee zijn we er nog niet. De veel lastiger vraag die ook op tafel ligt, is de waartoe-vraag. We realiseren ons dat onderwijs bijdraagt en bij hoort te dragen aan kwalificatie, socialisatie en subjectivering, maar welke kwalificatie, socialisatie en subjectivering achten we wenselijk? Welk mens- en wereldbeeld staat ons voor ogen als we die vraag proberen te beantwoorden? Juist op dat punt zijn de verschillen tussen groepen mensen in ons land groot. Je kunt je zelfs afvragen of we wel een gemeenschap vormen, waarin sprake is van een gezamenlijke cultuur en gedeelde uitgangspunten. Het antwoord is waarschijnlijk nee. Juist daarom is het belangrijk dat we werk blijven maken van autonomie, zodat leraren en scholen daadwerkelijk de ruimte krijgen om bij te dragen aan wat zij en hun directe omgeving zien als het goede. Voorwaarde daarbij is dat #onderwijs2032, ondanks de enthousiaste betrokkenheid van velen, niet leidt tot een stapeling van claims aan het adres van het onderwijs, maar tot een smal nationaal curriculum. Prachtig dat er nu ook aandacht is voor socialisatie en subjectivering, maar laat op dit vlak alsjeblieft ruimte aan de scholen.

€ 6,95

Wijsheid en leiderschap (volledige uitgave, 16 artikelen)

INHOUD THEMA ‘WIJSHEID EN LEIDERSCHAP’ (juni 2015) Een curriculum van Grote Vragen, Dick van der Wateren Gepersonaliseerd leren, Frank Studulski Bouwstenen voor toekomstgericht onderwijs, Filip Dochy Praktijk en onderzoek samen aan de slag, José Hermanussen en Ria Groenenberg Nabij leiderschap, Iwan Basoski Leiders gezocht Onderzoek Bestuur Beleid Beschouwing Hoe zit het met doorzettingsvermogen De jonge schoolleider Boeken Focus op… Introductie Wijsheid en leiderschap. Focus op niet-westerse inspiratiebronnen voor schoolleiders, Klaas Pit, Maarten Bremer en Marc Coenders De persoonlijke weg van de leider, Maarten Bremer Visjes bakken met Laozi, Carlo Hover De wijsheid van India: een persoonlijke weg naar binnen, Marc Coenders Afrikaans leiderschap: de gemeenschap als leidraad, Dick de Groot Redactioneel Veel meer dan in de afgelopen decennia gaat het in debatten in en rond het onderwijs over de waartoevraag, we signaleerden dat ook al in DNM 2.1. Je kunt je hoofd breken over hoe dat komt. Is het een reactie op het doorgeschoten rendementsdenken? Kunnen we het op het conto schrijven van de staatssecretaris en zijn #Onderwijs2032? Vanuit het westerse perspectief zoals we dat gewend zijn te hanteren, ligt zo’n vraag naar dé oorzaak nogal voor de hand. Maar als je je laat inspireren door een traditionele Chinese denkwijze zoals het daoïsme, dan realiseer je je dat het zinloos is te zoeken naar een oorzaak: ontwikkelingsprocessen zijn cyclisch, de polen van tegenstellingen volgen elkaar op. Het gaat bovendien niet om lineaire processen, maar om een ontwikkelingsveld waarin alle variabelen samen zorgen voor resultaten. Er is, met andere woorden, niet één oorzaak aan te dragen waarom de waartoe-vraag opeens op veel plekken wordt besproken. De voorgaande verwijzing naar het daoïsme is ingegeven door het focusdeel van dit nummer van DNM, dat in het teken staat van niet-westerse inspiratiebronnen voor leiderschap. Na lezing van dat focusdeel realiseer je je dat de vraag hoe het komt dat de waartoevraag thans zo populair is, geen bijster zinvolle vraag is. Vanuit Chinees perspectief is bijvoorbeeld de vraag hoe je als leidinggevende bij deze ‘emergente’ ontwikkeling kunt aansluiten, veel relevanter. Vanuit Indiaas perspectief zul je vooral de vraag stellen hoe je je er persoonlijk toe verhoudt. Vanuit Afrikaans perspectief ten slotte zul je je afvragen hoe je met de gehele schoolgemeenschap tot een gezamenlijk antwoord kunt komen. Contemplatie is het verbindende element van deze drie niet-westerse inspiratiebronnen, en dat is iets waarin we hier in Nederland niet erg sterk zijn. We moeten immers onverwijld aan de slag met #Onderwijs2032 en het nieuwe curriculum, met gepersonaliseerd leren, met toekomstgericht onderwijs, met het combineren van praktijk en onderzoek en met professionalisering, om maar even de onderwerpen van de artikelen in het magazinedeel van dit DNMnummer te noemen. Ons advies: neem kennis van die artikelen en schrijf op wat je eruit haalt voor je eigen praktijk. Leg dat lijstje vervolgens naast je neer, laat je inspireren door de niet-Westerse bronnen zoals die in het focusdeel bijeen zijn gebracht en kijk dan nog eens naar het lijstje. Het is niet ondenkbaar dat er daarna nog maar een topic overblijft. Welke? Het waartoe-topic natuurlijk! Ten slotte: in het actuele onderwijsdebat figureert het werk van onderwijspedagoog Gert Biesta veelvuldig. Reden voor ons om daar in DNM 2.3, die na de zomervakantie verschijnt, de focus op te richten. Voor nu wensen we je veel leesplezier toe met het voorliggende nummer en een mooie zomer.

€ 6,95

Ontwikkeling van het vakmanschap van leraren (volledige uitgave, 18 artikelen)

INHOUD THEMA 'ONTWIKKELING VAN HET VAKMANSCHAP VAN LERAREN' (maart 2015) De Nieuwe Meso Rekenbeleid in vo en mbo, Renée van Schoonhoven Verbinding en dialoog als kritieke succesfactoren (tweeluik - deel 1), Iwan Basoski Het vertaalvermogen van schoolleiders (tweeluik - deel 2), Berit Lindemann Duurzame schoolontwikkeling, Hans van Dael, Tineke Drewes en Aris Fickweiler De taal van de leider, Frank Weijers Ecologie Internationaal Hoe zit het met uw Evidence based werken Onderzoek Boeken Focus op... Introductie op het thema Ontwikkeling van het vakmanschap van leraren, Arie Olthof en Pieter Leenheer Zin en onzin van professionalisering, Klaas van Veen Docentontwikkelteams en de professionalisering van docenten, Fer Coenders Leidinggeven aan een professionele leercultuur, Niek Bootsma Leraren doen het zelf, maar kunnen niet zonder hun schoolleiding, Kees Horsman Buitengebied tussen binnenwerelden. Over linking connections van scholen en het onderwijsdiscours buiten schooltijd onder leraren, Pieter Leenheer Het onzekere vakmanschap. Bij wijze van nabeschouwing, Pieter Leenheer Redactioneel Tijdens een lezersbijeenkomst medio november ontvingen we een groot aantal suggesties over inhoud en vorm van De Nieuwe Meso. De inhoudelijke suggesties, bijvoorbeeld over thema’s en toon, geven richting aan het redactiebeleid in de komende periode. Aan een suggestie over de vorm geven we meteen gehoor: met ingang van deze tweede jaargang beginnen we met het magazinedeel, waarna in het focusdeel een specifiek thema wordt uitgediept. Over het magazinedeel Zowel in als rond het onderwijs is met verbazing kennis genomen van de recente perikelen rond de invoering van de rekentoets, maar de aard van die verbazing verschilde. In het onderwijs verbazing over de halsstarrigheid waarmee de coalitie vasthoudt aan de invoering van de rekentoets. Buiten de sector verbazing over waarom dat onderwijs zo moeilijk doet: hebben ze dat rekenen nou nog niet op orde? In het openingsartikel laat Renée van Schoonhoven zien dat er over zin en onzin van het rekenbeleid veel meer valt te zeggen dan nu in de actuele discussie over een aspect ervan - de rekentoets - gebeurt. Wat blijkt? Het rekenbeleid bevat van meet af aan een forse weeffout: ingecalculeerd is dat een substantieel deel van de basisschoolleerlingen in het basisonderwijs niveau 1F niet zal halen, terwijl zij later in het voortgezet onderwijs minstens 2F moeten halen voor een diploma. Hoe valt dit te rijmen? De hele gang van zaken rond het rekenbeleid roept de vraag op hoe het kan dat ondanks alle landelijke overlegcircuits, er beleid wordt ontwikkeld dat zeker tot uitvoeringsproblemen zal leiden. Of komt dat juist door die overlegcircuits? Hoe dan ook, schoolleiders en -bestuurders moeten vroeger of later aan de slag met dat niet-passende overheidsbeleid. De uitdaging is dan het zo vorm te geven dat het aansluit bij de eigen schoolsituatie en bijdraagt aan de realisatie van de eigen doelstellingen. Het betrekken van leraren daarbij is essentieel. Hoe je als schoolleider of –bestuurder kunt schakelen - tussen beleid en praktijk en tussen buiten en binnen - staat in deze DNM centraal in een tweeluik met een artikel van Iwan Basoski en van Berit Lindemann. Over het focusdeel Nog even terug naar het rekenbeleid. Daarmee begeven overheid en politiek zich op het domein dat goed beschouwd aan de onderwijsprofessionals oebehoort. Hoe kan dat? Zou het beleid er anders uit hebben gezien als leraren een sterkere beroepsgroep vormen? Met die vraag zijn we aanbeland in het focusdeel, met als thema de ontwikkeling van het vakmanschap van leraren. Dat is al langer een hot item, maar ook hierbij geldt: het zijn vooral anderen die vinden dat leraren moeten professionaliseren. Hier ontstaat een paradox: als leraren dit heft niet in eigen handen nemen, kan alle aandacht voor professionalisering juist deprofessionaliserend werken. Anderzijds: om het heft in handen te kunnen nemen, is het nodig dat de beroepsgroep zich professionaliseert. Deze spanning vormt een rode draad in het focusdeel, dat uiteenlopende bijdragen over lerarenprofessionalisering bevat.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper