logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Facts & FAQ’s: Ethiek

Van Bijsterveldt: Lage jeugdwerkloosheid door effectieve aanpak voortijdig schoolverlaten De intensieve aanpak van voortijdig schoolverlaten werpt zijn vruchten af. In tien jaar tijd is het aantal leerlingen zonder startkwalificatie bijna gehalveerd van 71.000 in 2002 naar 38.600 in het schooljaar 2010- 2011. In Europees verband behoort Nederland hiermee tot de koplopers in het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Mede door de afnemende schooluitval is de jeugdwerkloosheid in Nederland slechts in geringe mate opgelopen en is deze relatief laag in vergelijking met omringende landen. Dit schrijft minister Marja van Bijsterveldt (Onderwijs) vandaag aan de Tweede Kamer. Minister Van Bijsterveldt: “We hebben onze jongeren hard nodig op de arbeidsmarkt. Het bedrijfsleven en de samenleving schreeuwen om gekwalificeerde krachten, vooral in de sectoren zorg en techniek. Het is daarom noodzakelijk dat we blijven investeren in het behalen van startkwalificaties door jongeren.” (Bron: Rijksoverheid)   Payroll; niet in dienst, wel op de loonlijst Op dit moment zijn er 140.000 werknemers die wel op een loonlijst staan, maar niet in dienst zijn bij het bedrijf waar zij werkzaam zijn. Wel is de werknemer in dienst van het payrollbedrijf. Dit bedrijf neemt de juridische en economische taken over van de werkgever. Flexibele arbeid in de vorm van een driehoeksrelatie. Het aantal van 144.000 is ongeveer 2% van alle banen, dit percentage stijgt jaarlijks met 5%. Koepelorganisatie van Nederlandse Payroll Ondernemingen (VPO) verwacht dat de teller volgend jaar op 180.000 staat. Is Payrolling iets nieuws? Het lijkt op werken via een uitzendbureau. Het verschil is dat de opdrachtgever in de payroll-constructie de werknemer zelf werft en selecteert, aldus Jurriën Koops, bestuurder bij de VPO. Er is weinig eenduidigheid binnen de payrollbedrijven, wat het ene bedrijf verzorgt, doet een ander bedrijf weer niet. Er is ook weinig bekendheid onder  flexwerkdeskundigen, velen geven een eigen invulling eraan. Tot januari gold er een payroll-cao, die is verbroken. De vakbewegingen en de VPO blijven met elkaar in gesprek. Uit een onderzoek van onderzoeksbureau Ecorys in opdracht van de Vereniging Payroll Ondernemingen (VPO) onder 2.200 payrollkrachten blijkt dat parollkrachten het werk waarderen met een 7+. In het onderzoek werd gekeken naar hun kenmerken, motieven en ervaringen en hoe zij aankijken tegen hun werkgever, de payrollonderneming. Uit het onderzoek blijkt dat 62% van de payrollkrachten een vrouw is, de gemiddelde leeftijd 38 jaar is en de payrollkrachten gemiddeld twee jaar en vier maanden in dienst van het payrollbedrijf blijven. Een op de vijf werknemers komt uit een werkloosheidspositie en gaat aan de slag via payrollen. (Bron: Intermediair)   Stoppen met werken na kanker niet altijd nodig Jaarlijks wordt er bij 70.000 mensen kanker gediagnosticeerd. Onder de beroepsbevolking heeft 1 op de 79 mannen te maken gehad met een eerder vastgestelde kanker (1,3 %). Bij vrouwen loopt dit cijfer op naar 1 op de 38 (2,6 %). De komende tijd zal het aantal mensen dat leeft met kanker en de gevolgen ervan, blijven stijgen, zowel bij mannen als bij vrouwen. Mede door verhoging van de pensioensleeftijd en vergrijzing. Steeds meer kankerpatiënten (willen) blijven werken gedurende het hele behandelproces of de stap maken naar werk. Als de werknemer en werkgever goede afspraken kunnen maken kan gedeeltelijk doorwerken tijdens ziekte voor beiden uitkomst bieden. Ook al is de ziekte een belasting, het werk is voor zieke werknemers een belangrijke stabiliserende factor in hun leven, een bron van plezier en inspiratie en geeft zin aan het bestaan. Desondanks ondervinden veel kankerpatiënten weerstand bij terugkeer naar werk. Enerzijds heeft dit te maken met factoren die samenhangen met de ziekte en de behandeling. Anderzijds door onvoldoende aandacht voor kanker en werk binnen de Arbozorg en curatieve sector en de gebrekkige communicatie daarover. Gebrek aan advies over werkhervatting en sociale steun vermindert het slagen in terugkeer naar werk. De afhankelijkheid van sociale uitkering heeft een negatieve invloed op de kwaliteit van leven. Zij missen de collega’s, de sociale contacten en de emotionele steun. Alle reden om de zieke werknemer goed te begeleiden in terugkeer naar werk. Wet Verbetering Poortwachter biedt het kader waarin afspraken staan die moeten worden opgevolgd. Wenselijk is de tijd die wordt vrijgemaakt als de werknemer alleen nog maar even komt koffiedrinken. Goed overleg tussen patiënt en oncoloog is onontbeerlijk, dit geldt ook voor het contact tussen werknemer, werkgever én bedrijfsarts. Samen kunnen zij in het plan van aanpak (Wet Verbetering Poortwachter) het begeleidingsproces beschrijven. Met de verzekeraar kan naar creatieve oplossingen worden gezocht. Er moet worden doorgevraagd wat nodig is om te blijven werken. Steeds meer patiënten willen blijven werken. Het revalidatieprogramma Herstel & Balans heeft nu ook een module arbeidsre-integratie. Herstel & Balans is een revalidatieprogramma van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) speciaal voor mensen die kanker hebben of hebben gehad. Het programma is gericht op minder klachten na kankerbehandeling en een betere kwaliteit van leven. Er is nu ook een module werkhervatting opgenomen. Herstel & Balans wordt gegeven op meer dan zestig locaties in Nederland en België. Bekijk meer ervaringen van kankerpatiënten met Herstel & Balans op www.herstelenbalans.nl. (Bron: NFK)   Beperken en voorkomen arbeidsrisico’s zzp’ers In de toekomst zal voor zelfstandigen, om veilig en gezond te kunnen werken, hetzelfde beschermingsniveau gaan gelden als voor werknemers op die arbeidsplaatsen, waar beiden werken. Zo zullen bijvoorbeeld op de bouwplaats de te nemen maatregelen om de lichamelijke belasting te verminderen voor zzp’ers en werknemers gelijk worden. Dit leidt er ook toe dat, waar er concrete normen in Arbo-catalogi zijn vastgelegd, deze als referentiekader gebruikt worden in het toezicht op zzp’ers. Het gelijkstellen van de te nemen beheersmaatregelen zal de bereidheid om de Arbowetgeving na te leven vergroten en de handhaving vereenvoudigen. Achtergrond van dit besluit van het kabinet vormt het advies van de Sociaal-Economische Raad (SER) over zelfstandigen en arbeidsomstandigheden. Dit blijkt uit de reactie van kabinet op het advies van de SER over zelfstandigen en arbeidsomstandigheden die staatssecretaris De Krom van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. (Bron: Rijksoverheid)   Duizenden leerkrachten zullen het basisonderwijs moeten verlaten Begin jaren tachtig, we discussieerden over ‘tweeverdieners’. Met tweeverdieners werden bedoeld de kostwinner en de partner. Vaak betrof het de vrouw des huizes die, nadat de kinderen wat groter waren, weer de arbeidsmarkt wilde gaan betreden. En of dat toch zo maar kon? Grote werkeloosheid hield de gemoederen bezig. “Dan heeft het ene huishouden geen inkomen uit werk en het andere huishouden heeft 2 inkomens.” Het was destijds een ingewikkelde discussie. Jongeren stonden voor de eerste stap in hun loopbaan; de studiekeuze. De Zorg? Pedagogische Academie? Maar of dat zo zinvol was? Het was 1983, het onderwijs zat potdicht. Overigens gold dat voor vele studies in de mensgerichte sector. 2012 Pedagogische academies voor het basisonderwijs (pabo’s) dreigen personeel op te leiden dat voorlopig niet aan de bak komt. In het basisonderwijs zelf komt een gedwongen uittocht van duizenden leerkrachten op de gang. De oorzaak is een opeenstapeling van bezuinigingen. “Basisscholen komen financieel steeds meer in de problemen”, zegt bestuurslid Simone Walvisch van de PO-Raad. “Klassen worden daardoor weer groter, voor conciërges is minder geld, op schoonmaak wordt bezuinigd en collega’s die extra zorg en ondersteuning leverden, komen vast voor een groep te staan. Leerkrachten zullen ontslagen moeten worden.” In 2009 werden 2.722 nieuwe uitkeringen verstrekt, in 2011 waren dit er 4.737. Volgens Van Bijsterveldt hebben nog veel schoolbesturen meer leerkrachten in dienst dan op grond van hun leerlingen aantal mag. In het primair onderwijs zitten ruim 1,6 miljoen leerlingen en werken bijna 190.000 mensen. Salarissen zijn de grootste kostenpost, overhead is klein dus de stijgende werkgeverslasten zijn alleen met personeelsreductie op te vangen. Met als gevolg dat jonge, innovatieve, net afgestudeerden niet in het onderwijs opgenomen kunnen worden en dat een relatief overschot aan oudere en duurdere leerkrachten blijft zitten. In 2013 vinden de bezuinigen plaats op het passend onderwijs. Voor jonge mensen die net zijn afgestudeerd of aan de opleiding willen beginnen; volgens Minister Van Bijsterveldt wordt er vanaf 2015 een tekort op de arbeidsmarkt verwacht. (Bron: Volkskrant)   Ouderen houden moeilijke positie op de arbeidsmarkt Slechts 2% van de vacatures werd in 2011 ingevuld door een 55-plusser. Dat blijkt uit het jaarlijks onderzoek van UWV naar de Nederlandse vacaturemarkt. Ongeschoolden werden op 5% van de vacatures aangenomen, terwijl bedrijven aan 14% van de banen geen opleidingseisen stelden. Ook de positie van arbeidsgehandicapten is weinig rooskleurig. Maar een beperkt deel van de werkgevers had het afgelopen jaar een arbeidsgehandicapte in dienst. UWV maakt dit jaar 150 extra werkcoaches vrij voor de dienstverlening aan 55-plus werkzoekenden. De ondersteuning van arbeidsgehandicapten blijft, ondanks de forse bezuinigingen op het budget van UWV, op peil. Vraag naar personeel verder afgenomen Uit het onderzoek Vacatures in Nederland 2011 , dat onderzoeksbureau APE uitvoerde in opdracht van UWV, blijkt dat er het afgelopen jaar sprake was van een verder afnemende vraag naar personeel. Zowel het aantal vervulde, openstaande als ontstane vacatures vertoonde een daling ten opzichte van 2010 en 2009. Jongeren werden veel vaker aangenomen dan ouderen. Van de circa 650.000 vacatures vorig jaar werd 37% vervuld door jongeren tot 25 jaar en slechts 2% door 55-plussers. Ook in 2010 en 2009 was het percentage 55-plussers  dat werk vond zo laag. Bedrijven die moeite hebben om personeel te vinden, namen vorig jaar wel vaker ouderen aan. Dit was vooral het geval in de sectoren overheid, zorg en welzijn. Klein deel bedrijven heeft arbeidsgehandicapte in dienst Werkgevers namen het afgelopen jaar tienduizend arbeidsgehandicapten aan, waaronder zevenduizend mensen met een Wajong-uitkering. Van de onderzochte bedrijven had 13% een of meerdere arbeidsgehandicapten in dienst, zo blijkt uit het onderzoek. De meerderheid van de bedrijven (71%) die geen arbeidsgehandicapten in dienst had, heeft dit ook nooit overwogen te doen. In 2010 was dit percentage nog 60%. Het onderzoek laat zien dat de meeste bedrijven bekend zijn met subsidieregelingen voor arbeidsgehandicapten, maar dat dit niet leidt tot grotere bereidheid om arbeidsgehandicapten aan te nemen. Kansen voor kwetsbare groepen werkzoekenden “Ouderen krijgen het nog moeilijker nu de werkloosheid oploopt en het aantal vacatures afneemt”, aldus directeur André Timmermans van UWV WERKbedrijf in reactie op het rapport. “Toch is het belangrijk om ze te behouden voor de arbeidsmarkt. Als er straks weer krapte is, hebben we iedereen immers hard nodig. UWV zal zich in 2012, meer nog dan voorheen, richten op het bieden van kansen aan werkzoekenden met een achterstandspositie op de arbeidsmarkt. En op werkgevers die deze werkzoekenden een kans willen geven. Niemand verdient het om onvrijwillig langs de kant te staan.” Uitbreiding netwerkgroepen 55-plus UWV maakt komend jaar ruim 150 extra werkcoaches vrij voor de begeleiding van 55-plus werkzoekenden. Ze worden onder meer ingezet voor de begeleiding van netwerkgroepen. UWV is enkele jaren geleden gestart met groepsgewijze ondersteuning van 55-plussers en breidt deze aanpak vanwege de goede resultaten nu uit. Over het onderzoek Vacatures in Nederland is een jaarlijks onderzoek van UWV onder vijfduizend bedrijven naar de ontwikkeling van de vacaturemarkt in Nederland. Uitzendvacatures maken geen deel uit van het onderzoek. Hierdoor ontstaat een beeld van de reguliere vacaturemarkt. Het rapport brengt ook in beeld hoe werkgevers personeel werven en aannemen. UWV gebruikt de informatie om de dienstverlening aan werkzoekenden en werkgevers verder te verbeteren. (Bron: UWV)   Mannen ambitieuzer dan vrouwen 45-plussers niet meer ambitieus Ruim de helft van de Nederlanders vindt zichzelf ambitieus. Mannen vinden dat vaker dan vrouwen. Ambitie blijkt daarnaast niet het hele leven te groeien: de leeftijdsgrens van 45 jaar is voor veel mensen een keerpunt. Dat blijkt uit de Ambitiemonitor van  opleidingsvergelijker Springest.nl en NIDAP, waaraan 1.004 respondenten deelnamen. Ruim 65% van de mannen vindt zichzelf ambitieus, in tegenstelling tot 51,9% van de vrouwen. 8,2% van de Nederlanders vindt zichzelf zelfs zeer ambitieus. Daarnaast zijn mannen ook vaker tevreden over hun werk dan vrouwen, zij waarderen hun werk vaker met een tien. Ruben Timmerman, oprichter van Springest: “Het is moeilijk te beoordelen of vrouwen daadwerkelijk minder ambitieus zijn dan mannen. Wellicht zijn vrouwen gewoon kritischer op zichzelf en hun werk of lopen ze vaker tegen obstakels aan.” Vanaf 45 jaar zakt ambitie in Bijna de helft van de Nederlanders (47,1%) is nu ambitieuzer dan vijf jaar geleden. Het gaat dan voornamelijk om respondenten in de leeftijdscategorie van 25 tot en met 44 jaar. Vanaf 45 jaar zakt de ambitie plotseling in. “De leeftijd van 45 jaar lijkt een keerpunt te zijn in het leven van veel Nederlanders. Tot die tijd groeit de ambitie volgens eigen zeggen, daarna neemt deze weer af. Blijkbaar is dit een leeftijd waarop veel mensen de balans opmaken tussen werk en privé. Maar, het kan natuurlijk ook goed zijn dan men op die leeftijd zijn belangrijkste doelen heeft bereikt”, aldus Timmerman. WO’ers vinden ambitieuze mensen streberig en opportunistisch Een opvallend resultaat uit het onderzoek, is dat mensen met een WO-achtergrond ambitie vaak associëren met negatieve eigenschappen. Bij ambitie denken zij ook aan eigenschappen als streberig, opportunistisch en egocentrisch. Slechts 24,6% van de WO’ers associeert ambitie niet met negatieve eigenschappen in tegenstelling tot 31,9% van de HBO’ers. Streberigheid wordt als de meest negatieve eigenschap van ambitieuze mensen gezien. (Bron: LVB networks)   Thuiswerken wordt een recht voor werknemer als het aan CDA en Groen-Links ligt CDA en GroenLinks hebben voor het eerst een initiatiefwet ingediend en verwachten steun van PvdA, SP, D66 en ChristenUnie. De verwachting is dat 4.9 miljoen (driekwart) van de werkende bevolking in loondienst hier gebruik van zou kunnen maken. Het wetsvoorstel beoogt een cultuuromslag die het mogelijk maakt de kosten van de vergrijzing op te vangen en dat iedereen die kan werken naar vermogen bijdraagt. Doel is om arbeidsproductiviteit, afstemming zorgtaken en werk, gezondheid en het milieu te optimaliseren. Het voorstel breidt de bestaande wet uit 2000 flink uit, daarin was al geregeld dat werknemers kortere of langere werkweken kon vragen. De uitbreiding houdt in dat als de werknemer er al een half jaar zit, hij alsnog de aanpassing van tijden en werkplek kan aanvragen. Van Hijum (CDA) en Van Gent (GroenLinks) erkennen dat het niet voor ieder beroep kan gelden, zij noemen als voorbeeld; de leraar, verpleegkundige en winkelmedewerkers; “deze mensen zijn op gezette tijden nodig, maar er zijn wel steeds meer mogelijkheden om flexibel te werken”. Werkgevers zijn tegen, de vakbeweging juist voor. (Bron: Volkskrant)
Gratis
lees meer

Boeksamenvatting: Vrije ruimte

Auteur: Els Ackerman

Vrije Ruimte Filosoferen in organisaties Jos Kessels, Erik Boers & Pieter Mostert. Boom, 5e druk 2009. ISBN 978 90 535 2827 3 Hoe kunnen de klassieke idealen van welsprekendheid, weldenkendheid en wellevendheid weer ingang vinden in hedendaagse organisaties? De auteurs steken deze drie kunsten, tegenwoordig in managementliteratuur aangeduid als ‘excellence’, in een modern jasje. Ook ethiek komt daarbij aan bod. Voor dit boek heeft de lezer tijd nodig. Het is geen boek dat je even tussendoor leest, je moet er ruimte voor maken. Dat ligt niet aan de stijl van schrijven, want die is glashelder. De auteurs zijn Jos Kessels, Erik Boers en Pieter Mostert. Alle drie filosoof met jarenlange ervaring in het adviseren en opleiden in organisaties. Zij doen dat vooral met gesprekken die gericht zijn op verheldering van essenties, opschorten van oordelen, verwoorden en toetsen van persoonlijke visies. Als voorwaarde voor deze manier van bezinnen zien zij het creëren van ‘vrije ruimte’, het vermogen zich los te maken uit de gebruikelijke strategische oriëntatie en voorbij directe belangen en resultaten te denken. Hoe zit dit boek in elkaar? ‘Vrije ruimte’ bestaat uit twee stukken: 176 pagina’s theorie inclusief een groot aantal casussen en 66 pagina’s werkmateriaal en praktijkwijzers. Hoofdstuk 1 ‘Scholing en vrije ruimte’ introduceert de belangrijkste begrippen als vrije ruimte, de functie daarvan voor leerprocessen in organisaties, de relatie tussen vrije ruimte en publieke ruimte, het verschil tussen instrumentele en substantiële rationaliteit en de samenhang daarvan met de klassieke deugdenleer en met moderne dialoogopvattingen. In hoofdstuk 2 gaat het over dialectiek, de kunst van het voeren van dialogen of onderzoeksgesprekken. Met een zeer realistische casus, waarin alle hedendaagse misverstanden zijn te herkennen. Hoofdstuk 3 is gewijd aan de retorica, de kunst van het overtuigen en het vrijmoedig spreken. Ook komen de verhouding van retorica tot dialectica en de rol van debatten in organisaties aan de orde. Hoofdstuk 4 houdt zich bezig met de oorspronkelijke betekenis van grammatica, de kunst van het vastleggen van ideeën. De auteurs geven daartoe een aantal oefeningen en methodieken die meestal niet gedoceerd worden in cursussen ‘zakelijk schrijven’ en die een specifiek verband hebben met het filosoferen in organisaties. In hoofdstuk 5 komt de ethica aan bod: de kunst goed te leven en het meesterschap dat dit vergt. Aan de hand van een concrete casus laten zij zien wat de vrijheid inhoudt waar de vrije kunsten op gericht zijn. Ze trekken lijnen naar de klassieke filosofische scholen en de programma’s die zij hadden op het gebied van meesterschap, het huidige begrip van ‘excellence’. Hoofdstuk 6 richt zich op de publieke kant van meesterschap, leiderschap en de klassiek-filosofische opvattingen over scholing daarin. Wat heb ik daar als loopbaanprofessional mee te maken? Steeds vaker merkt de loopbaanprofessional dat hij niet alleen te maken heeft met zijn cliënt of zijn directe opdrachtgever, maar ook met de organisatie die daar achter staat. Een organisatie die soms op zijn laatste benen loopt, bezuinigingen moet doorvoeren die haaks op de missie staan of die zich afvraagt waar ze nu eigenlijk mee bezig zijn. In ‘Vrije Ruimte’ loopt de professional voordurend op tegen herkenningspunten, zowel in zijn eigen manier van denken als bij cliënten en opdrachtgevers. Een paar ondertitels bij hoofdstukken: afzien van oplossing, een concreet voorbeeld kiezen, verblijven in het ongewisse, benoemen van essenties, prikkelen, een debat over klantgerichtheid, overtuigingsmiddelen, over het belang van vergaderen, tafelschikking en tijdverdeling, werkelijkheid en fictie, reflectief dagboek, de middenpositie, vrijheid, de kennis van de meester, ethiek, verbinding, leiderschap en meesterschap. Genoeg herkenning om tijd vrij te maken en stil te staan? Werkmateriaal en praktijkwijzers Een selectie aanwijzingen, stappenplannen, werkvormen of schema’s, ontwikkeld door de auteurs. Een handvat om zelf aan de slag te gaan, vrijelijk te gebruiken mits met bronvermelding. Bijvoorbeeld: richtlijnen voor het tot stand brengen van een dialoog, gespreksregels socratisch gesprek, toveren, bepalen van een goede uitgangsvraag, werken met beelden, kernachtig spreken, argumentatief verslag, het juiste register, vriendschap. De meest intrigerende methodiek die ik tegenkwam is: kapittelen. En dat betekent iets anders dan de lezer van deze samenvatting nu denkt. Perfect te gebruiken in teamtrainingen, groepsgesprekken en andere ingewikkelde situaties. Wie dieper wil gaan, niet alleen in organisaties maar ook met individuele cliënten, maakt vrije ruimte om zijn eigen denkwijzen te toetsen aan die van de auteurs. Els Ackerman werkt in Rotterdam in haar bureau Praktijk voor Loopbaanadvies en Coaching. Voor www.intermediair.nl maakt zij de wekelijkse rubriek Loopbaanadvies. Els is lid van de redactie van LoopbaanVisie. info@elsackerman.nl
Gratis
lees meer

Boekbespreking: Career Counseling

Auteur: Jouke Post

Career Counseling Career Counseling. Theories of Psychotherapy Series. Mark Savickas. American Psychological Association, 2011. 978 14 338 0980 4 In de prestigieuze serie ‘The Theories of Psychotherapy’, uitgegeven onder auspiciën van the American Psychological Association, verscheen vorig jaar ‘Career Counseling’ van Mark Savickas. Als hoogleraar, auteur en hoofdredacteur heeft Savickas zijn sporen in zowel de theorie als de praktijk van loopbaanbegeleiding ruimschoots verdiend. Dat een dergelijke titel in deze serie verschijnt, vormt op zichzelf al een positief signaal voor de status van loopbaanbegeleiding. ‘Career Counseling’ is het meest actuele en systematische overzichtswerk van het gedachtegoed van Savickas en een interessant voorbeeld van de narratieve stroming binnen loopbaanbegeleiding. In hoofdstuk 1 schetst Savickas de historische ontwikkeling van het vakgebied en plaatst zijn eigen visie in het palet van de diverse soorten begeleiding. Daarnaast gaat hij in op de belangrijkste veranderingen op de huidige én toekomstige arbeidsmarkt. Dit leidt hem tot de stelling dat bestaande theorieën over loopbanen niet op een adequate manier inspelen op toenemende onzekerheid en turbulentie. Het gaat immers in toenemende mate om het ontwikkelen van een flexibele identiteit in steeds veranderende en wisselende omgevingen. Werk verliest haar rol als de centrale en stabiele ‘spindoctor’ van de levensloop van mensen. In plaats daarvan komt wat Savickas ‘biographicity’ noemt: het vermogen nieuwe en verwarrende ervaringen te integreren in de eigen biografie. Mensen moeten leren zowel samenhang als eigenheid te ontwikkelen in hun leven. Zelf en verhaal Savickas besteedt veel aandacht aan ‘zelf’ en identiteit’. Werken aan je loopbaan komt neer op het ‘bouwen van een zelf’. Een loopbaan is te zien als een constructie van het eigen levensverhaal, waarbij het zelf wordt geconstrueerd. Het ‘zelf’ is dus geen passief element dat wordt gediagnosticeerd via tests of vragenlijsten, maar het gevolg van een actieve en creatieve houding. Hierin spelen taal en reflectie een cruciale, want faciliterende rol. Constructie is gericht op het zoeken naar zingeving en samenhang en het integreren van nieuwe ervaringen. Identiteit gaat altijd over de paradox tussen continuïteit/permanentie en verandering/flexibiliteit/aanpassing. Loopbaancounseling richt zich op het ontwikkelen en herstellen van een gevoel van continuïteit waarmee transities mogelijk zijn zonder een verlies van dit zelf. Een belangrijke plaats wordt ingeruimd voor het ‘verhaal’: in hun levensverhaal proberen mensen bepaalde breuklijnen in hun leven van betekenis te voorzien. Savickas is ervan overtuigd dat ieder mens binnen zijn leven en loopbaan een  persoonlijk thema uitwerkt, dat kan dienen om samenhang, continuïteit en betekenis te genereren. Het leven als zoektocht, waarin dit levens- of loopbaanthema helpt om tegenslag te overwinnen. Hij verwijst hierbij naar verwante denkbeelden van psychologen als Adler, Jung en Frankl. De loopbaan wordt dus primair opgevat als psychologische taak: individuen zoeken werk waarin de progressieve realisatie van de eigen heelheid (‘wholeness’) gestalte kan krijgen. Het Career Story Interview Na de theoretische en inleidende hoofdstukken werkt Savickas enkele methodische lijnen uit. Het ‘Career Story Interview’  (CSI) vormt de kern, een set vragen en opdrachten die Savickas in de afgelopen dertig jaren heeft ontwikkeld. Het CSI bestaat uit vijf componenten: Rolmodellen: cliënten verwoorden hun zelfconcept door het benoemen van personen die ze bewonderen. De startvraag luidt: ‘wie bewonderde jij toen je zes jaar oud was?’ Savickas is gewend aan de moeite die sommige cliënten hebben met deze vraagstelling en wijst op alternatieven. Ook geeft hij aanwijzingen om door te vragen: in welk opzicht ben jij gelijk aan deze persoon, in welk opzicht anders? Tijdschriften: het zoeken naar favoriete tijdschriften, tv-programma’s of websites vormt een ingang voor interesses en (beroeps)omgevingen die cliënten aanspreken. Er worden richtlijnen gegeven om door te vragen op antwoorden om zicht te krijgen op (beroepen)voorkeuren. Favoriete verhaal: de cliënt wordt gevraagd zijn of haar favoriete verhaal of film te vertellen en in eigen woorden toe te lichten.  Savickas legt een psychologische link tussen het verhaal en het loopbaanthema. Motto’s: welk advies – in de vorm van een motto – zou de cliënt aan zichzelf geven? Het gaat om een spreuk die, of gezegde dat, iets weerspiegelt van wat nodig is om verder te bewegen. Vroege herinneringen: Savickas vraagt zijn cliënten drie ‘vroege herinneringen’ te verwoorden en daar drie componenten in te benoemen: setting, actie en resultaten. Deze herinneringen worden door de cliënt verder toegelicht. Afrondend vraagt hij van deze herinnering een krantenkop te maken die de essentie van de herinnering uitdrukt. In het gesprek dat volgt op het CSI worden de verschillende componenten tot een groter verhaal bewerkt. Savickas geeft concrete aanwijzingen om vanuit dit verzamelde (innerlijk) materiaal te komen tot beelden over beroepsmogelijkheden. De cliënt zet zelf de stap van intentie naar actie. Deze fase kent vijf componenten: Preoccupatie: thema’s die in de vroege herinneringen naar voren kwamen. Welke zijn voor de cliënt van betekenis? Wat gaat hem of haar aan het hart? Zelf: hoe ontwikkelde de cliënt zich, mede als gevolg van de preoccupatie? Setting:  welke omgeving heeft de cliënts voorkeur voor beroepsuitoefening? Script:  hier worden ‘zelf’ en ‘setting’ gecombineerd door het opnieuw bespreken van het favoriete verhaal, nu in het licht van de eigen toekomst. Advies: hier komen spreuk of gezegde terug als aanwijzing. Toekomstscenario: bespreken van een zo optimaal mogelijk scenario met de (beroeps- of studie)richting voor de cliënt. Voor welke maatschappelijke problemen wil hij bijdragen aan een oplossing? Het vinden en verwoorden van deze vijf componenten is een proces waar zowel de counselor als de cliënt actief bij betrokken zijn. Het gaat erom de kennis die is opgedaan in de eerdere sessies aan te wenden voor een vitaliserend en richtinggevend perspectief. Savickas’ methode bestaat doorgaans uit drie gesprekken. Dit lijkt ook de kracht te zijn: een sterk gestructureerde en systematische methode, inclusief specifieke vragen en aanwijzingen. Er ligt grote nadruk op het subjectieve en psychologische element: de cliënt moet zelf verwoorden wat hem bezighoudt en hoe hij tot actie overgaat. De methode is primair gericht op (zelf)inzicht: via de vragen, en opdrachten en spiegeling door de begeleider, wordt de cliënt iets duidelijk; dat inzicht leidt vervolgens tot concrete stappen. De ideale kandidaat voor deze begeleidingsvorm lijkt een actieve, gemotiveerde en ook behoorlijk verbale cliënt te zijn. Het is waarschijnlijk geen toeval dat de meeste voorbeeldcliënten in dit boek universitaire studenten zijn. ‘Career Counseling’ is een inspirerend boek, een zeer leesbare combinatie van theorie en praktijk. Het is bovendien prima mogelijk de (losse) methodische componenten in de eigen werkwijze te integreren.
Gratis
lees meer

Apps voor loopbanen

Auteur: Nienke Kamphuis

Coolwidget Studiekeuze app op basis van merkvoorkeuren. De Cool Widget is nu ook verkrijgbaar voor je smartphone via http://m.coolwidget.nl of in de App Store (Blackberry & iPhone). Career tip iPhone/iPad applicatie met het laatste nieuws en veel tips voor werkzoekenden van loopbaancoaches en recruiters over de hele wereld. Deze applicatie is gericht op zowel Nederlandstalige, Engelstalige als Duitstalige lezers en bevat vele verwijzingen naar online carrière bronnen. Het bevat tevens twee nieuwsfeeds met LinkedIn aanverwante artikelen ter ondersteuning van onze boeken over ‘Solliciteren via LinkedIn‘. Download deze gratis iPhone App, ook geschikt voor iPad en iPod, via itunes.apple.com of zoek naar ‘Career Tip’ in de iTunes Store. iMission De app van Remco Claassen die voortkomt uit het succesvolle boeken ‘Ik’ en ‘Wij’. Je krijgt hulp en tips bij het ontdekken van je drijfveren, het formuleren van je mission statement en het ontwerpen van je leefregels en doelen. Echt een aanrader en heel makkelijk in gebruik. Voor coaches die werken met het mission statement kan dit een absolute aanvulling op het programma betekenen. Core Quality Deze app van Daniel Offman gaat verder in op zelfonderzoek door middel van het bekende kernkwadrant. Waardevolle aanvulling voor wie met het kernkwadrant werkt. Wonderful Wonderful is een applicatie die je dagelijks actief vraagt hoe je dag was. Dit kan je hierin opslaan en later nog eens teruglezen. Eenvoudig en effectief.
Gratis
lees meer

Jongeren (volledige uitgave, 20 artikelen)

INHOUD THEMA 'JONGEREN' (januari 2012) Stelling De BV Ik, Meis Thewissen Een multi-company traineeship, Nienke Kamphuis & Martin Reekers Generatie YEP bestormt de markt, Arjan Erkel & Sezgin Yilgin PRAKTIJK Boeksamenvatting: Beroepskeuzedagboek, Nienke Kamphuis Transitie en de betekenis van werk, Leo Wilhelm & Jakob van Wielink De 5 H’s van Mark Savickas, Perry Filippini Van zoeken naar gevonden worden, Inge van Erkel Jong en ondernemend, Els Oosthoek Speciale projecten voor kwetsbare jongeren, Antoinette Fonville & Nienke Kamphuis Ervaring met studieloopbaancoaching, Sophie Beckering So you think you can teach? Martin Reekers When the music changes, so must the dance, Tom Luken WETENSCHAP De subjectieve betekenis van carrièresucces, Michiel Bloemen, Nele Peeters, Annelies de Cuyper, Julie Arnhem & Nicky Dries Persoonlijkheid en loopbaansucces, Judith Semeijn & Beatrice van der Heijden Wegwijs in coaching, Jesse Segers Wetenswaard NIEUW(S) Jongeren, arbeidsmarkt en social media, Jarno Duursma Leraren zijn pedagogisch verlegen, Martin Reekers Facts & FAQ’s, Els Ackerman, Frank van der Mijn & Evelien Eijssen Vicieuze cirkel, Janneke de Jong Boekbesprekingen Houten handdruk, Marc van Gestel TEN GELEIDE  Jongeren onderscheiden zich op meerdere wijzen van ouderen. In tal van opzichten zijn ze volop in ontwikkeling: fysiek en neurologisch, maar ook emotioneel en qua loopbaan. Terwijl ze net aan hun eigen lengte zijn gewend, de eerste verliefdheden misschien nog door de aderen razen, ze de wereld al enigszins of nog helemaal niet begrijpen en ze zich soms ongenuanceerd losmaken van hun ouders, dient de eerste baan zich aan. Althans, als ze geluk hebben en niet in een onbemiddelbare doelgroep vallen. Dat nieuwe werk vraagt doorzettingsvermogen, lange dagen maken, minder tijd hebben voor uitgaan en lanterfanten en een nieuwe mentaliteit van in het leven staan. Op het werk kom je dan bovendien van die doorgewinterde oudjes tegen die het beter weten, jou onbeleefd vinden, niets begrijpen van zoiets normaals als Whatsappen en veel te veel leven voor hun werk. Ik weet niet hoe het u verging, maar ik vond die eerste loopbaanstappen moeizaam. Werken leek me niet leuk en ontnam me de mogelijkheid om te wandelen, te dwalen, plezier te maken, mijn eigen tijd in te delen en eindeloos te staren naar iemand anders of gewoon naar de zomerse hemelluchten. Het duurde jaren voordat ik ontdekte dat werken echt leuk kan zijn en collega’s boeiende personen. Als jongere moet je een nieuwe balans vinden, komend vanuit een leven in (ogenschijnlijk) volle vrijheid en bewegend naar een werkend bestaan vol verantwoordelijkheid. Kenmerkend voor de huidige generatie (westerse) jongeren is dat zij weinig sturing hebben gekregen, in een rijke wereld zijn opgegroeid met onbegrensde keuzemogelijkheden en veel belang hechten aan zelfontplooiing en blijvende vrijheid. Dat maakt die overgang des te lastiger. En dat ze vanwege hun neurofysiologische stadium nog moeite hebben om op hun soms hedonistische levensstijl te reflecteren, helpt ze bovendien niet om de omslag makkelijk te maken. Moeten ze maar eens ‘gewoon’ leren te werken? Hebben ze strenger toezicht nodig? Gaat die vrijheidsdrang vanzelf wel over (helaas, zou ik willen toevoegen)? Een paar kanttekeningen. Allereerst spreekt hier een vader die graag zou zien dat zijn zonen en dochter nou eens gaan doorpakken. Ten tweede zijn er veel jongeren die helemaal niet in weelde zijn opgegroeid, moeilijk bemiddelbaar zijn en dolgraag zouden willen werken. Ten derde zullen oudere generaties moeten gaan inzien dat de jongste generatie vernieuwingen meeneemt die de wereld drastisch beïnvloeden en haar ten goede kunnen veranderen. En ja, toch ook, ten laatste: ook anno 2012 zullen jongeren moeten leren wat de basisattitude en consequenties van een werkend bestaan zijn, want zo zit de wereld nu eenmaal in elkaar. Laten we ze daarbij wel de ruimte voor vernieuwing geven. Van loopbaanprofessionals wordt gevraagd de verschillende werelden van de hedendaagse jongeren te leren kennen en te waarderen. We kunnen ze helpen om die loopbaan te bewandelen en er vertrouwen bij op te bouwen, met behoud van hun jeugdig elan en met ruimte voor hun knowhow op het gebied van social media en nieuwe organisatievormen. En ten slotte kunnen we jongeren ‘het nut’ van ouderen leren en andersom. Daarom ligt hier het themanummer 'Jongeren' voor u.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper