logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Lezerscolumn: Een interessante toekomst

Auteur: Els Ackerman

Mijn kleinzoon is eerstejaars student. Informatica. Hij had geen loopbaanadviseur of schooldecaan nodig om zijn keuze te maken. Iets anders dan computers valt buiten zijn gezichtsveld, denk ik. Zijn toekomstige werk zal zich waarschijnlijk ver van Nederland afspelen, een interessante toekomst. Wie zal over een jaar of tien nog loopbaanadviseur willen worden? Tegen die tijd haalt iedereen informatie over opleidingen en beroepen van internet, stelt vragen waar hij mee zit aan een e-coach en kan door alle beperkende regels toch niet van studie switchen of meer dan één masterstudie voltooien. Studiefinanciering is dan iets uit het verleden en iedereen boven de veertig is stokoud in de ogen van werkgevers, net als in 2012. De loopbaanadviseurs van nu, of ze Noloc-erkend zijn of CMI-gecertificeerd, noemen zich dan allemaal coach. Levensloopcoach, leefstijlcoach, balans-werk-en-privécoach, hoogbegaafdheidscoach of misschien wel nadenkcoach. Allemaal zijn ze gespecialiseerd in een bepaalde doelgroep:jongeren, studenten, starters, bèta’s, hoogopgeleiden, techneuten, vrouwen, bijstandsmoeders of gehandicapten. Elke cliënt is flexwerker, een vaste aanstelling is zó 2004. Om de drie jaar wordt dus iedereen een tijdje werkloos en moet opnieuw solliciteren na een minimale periode waarin recht bestaat op een werkloosheidsuitkering. Stop. Dit is een beeld om moedeloos van te worden. Even overstappen dus naar de andere kant. Het loopbaanvak professionaliseert in hoog tempo, in 2020 is er een flink aantal universitair afgestudeerde loopbaanprofessionals. Het vak heeft dan een stevige wetenschappelijke basis, gedoceerd door bevlogen hoogleraren. Zij begeleiden promovendi, die onderzoek doen naar de knelpunten en zo weer nieuwe ontwikkelingen in gang zetten. Daarnaast hebben marketing en personal branding een hoge vlucht genomen. Elke zzp’er zet zichzelf uitermate zichtbaar in de markt met zijn unique selling points. Het aantal boeken met volstrekt nieuwe begeleidingsmethoden is niet meer te tellen. Uiteraard te koop via internet als digitale boeken voor de e-reader of de tablet. De opvolgers van LinkedIn en Facebook zorgen voor een groot virtueel netwerk van adviseurs en coaches. In 2020 doen nieuwe loopbaantheorieën de ronde, ontwikkeld in Australië of in de Verenigde Staten. Van al die oude theorieën klopte geen moer, die kunnen in de prullenbak. In LoopbaanVisie staan enthousiaste artikelen van onderzoekers en collega’s die het licht gezien hebben, met prachtige modellen van cirkels en driehoeken in 3D. Zo moet het worden, het jaarlijkse loopbaancongres laat een zaal vol adviseurs zien die staan te trappelen om de nieuwe ideeën toe te passen. Het vak wordt nu pas echt verjongd. In de koffiepauze staan in een hoek wat senioren bij elkaar. Roken doen ze al lang niet meer. Ze kijken op hun smartphone of er nog nieuwe opdrachten binnenkomen en twitteren naar hun volgers dat ze op een zeer interessant loopbaancongres zitten. De pensioengerechtigde leeftijd is inmiddels opgetrokken naar zeventig jaar, dus ze moeten nog even mee. Ze begeleiden nog steeds cliënten naar een interessante  toekomst, in maximaal drie gesprekken. De rest gaat via internet en twitter.  Misschien hadden ze toch informatica moeten gaan studeren, net als mijn kleinzoon. Els Ackerman werkt als zzp’er in haar Praktijk voor Loopbaanadvies en Coaching in Rotterdam. Daarnaast geeft ze cursussen columnschrijven en autobiografisch schrijven en is ze redactielid van LoopbaanVisie. www.elsackerman.nl
Gratis
lees meer

Forum: Loopbaanadvisering: juist door HRM!

Auteur: Jan Schuitemaker, Willem de Jong

In het artikel ‘Ethische conflicten door dubbelrol P&O en loopbaanadvies’ (LoopbaanVisie 2, 2012) wordt gesuggereerd dat HRM geen Loopbaanadvisering zou moeten uitvoeren. Jammer! De geïnterviewden benadrukken de lastige kanten ervan en noemen als problemen vooral gebrek aan onafhankelijkheid, vertrouwen van medewerkers en tijd en kwaliteit aan de kant van HRM. Terecht wordt opgemerkt dat HR goed werk zou kunnen doen in loopbaanadvisering door een transparante opstelling naar alle betrokkenen en door bewust anticiperen op mogelijke risico’s en rolconflicten. In het artikel wordt dit echter niet uitgewerkt. Wij willen in onderstaande reactie juist deze kant recht doen. Bovendien kan HRM het management adviseren over personele bezetting. Tijdens de vele trainingen die wij geven en in onze contacten in zowel het bedrijfsleven als bij de overheid, horen wij steevast dat HRM (vaak tegen haar zin) de meeste tijd besteedt aan primaire processen. Het gaat dan vooral over uitvoering van en reageren op vragen en problemen in personeelsbeheer (adreswijzigingen, salarisveranderingen, veranderingen op het gebied van pensioenen, secundaire arbeidsvoorwaarden, et cetera). Van veel van dit soort taken wordt de HRM’er niet gelukkig, ook al omdat dat niet zijn specifieke competentie is (met name nauwkeurigheid). De meeste HRM’ers hebben immers voor het vak gekozen omdat het ‘iets met mensen’ was en dat is het cijferwerk niet. Zij willen graag af van die administratieve taak, die ook prima overgenomen kan worden door een goed lopende F&Aafdeling. Als die taakverschuiving heeft plaatsgevonden blijft tijd en ruimte over voor de echte HRM-taak, namelijk optimale inzet van Human Resources. Sparringpartner zijn voor medewerkers rond hun loopbaan is daar onderdeel van. HRM moet wél het initiatief weer nemen In de vele HR-opleidingen wordt terecht veel aandacht besteed aan de factor mens. Wie zijn toch die medewerkers, wat willen zij, hoe moeten wij ze belonen en hoe kunnen wij hen ontwikkelen? Veel literatuur, soms weinig handvatten, maar uiteindelijk is HRM wel de plek in de organisatie waar deskundigheid bestaat over het menselijk kapitaal. Wel is in het verleden naar onze mening een cruciale fout gemaakt door de lijn volledig verantwoordelijk te maken voor HR-taken. De fout ligt erin dat het management het misschien wel zou kunnen (leren), maar het zeker niet ziet als haar primaire taak en het dan ook vaak niet of slecht uitvoert. Logisch gevolg is dat HRM toch een expliciete rol neemt, bijvoorbeeld bij werving en selectie en als de waakhond die erop toeziet dat functionerings- en beoordelingsgesprekken gevoerd worden. Ook bij het loopbaaneinde van de werknemer is HRM actief door het uitvoeren van de exit. Hierdoor is HRM voor veel managers zowel lastig als afwezig. Lastig omdat er opeens weer iets op personeelsgebied gedaan moet worden. En afwezig als ondersteuner op het gebied van inzet en kwaliteitsontwikkeling van de medewerkers, een rol waarvoor zicht nodig is op hun ambities en mogelijkheden. Tijd om de rol van HRM weer eens te verhelderen...? HRM kan beter HRM staat voor Human Resources Management; en dat betekent dat juist de productie factor ‘mens’ goed gemanaged wordt! En dat kan ons inziens beter. De verschillen tussen hoe wij omgaan met mens en machine maakt dat duidelijk. Bij de aanschaf van beide wordt goed onderzocht wat we precies zoeken, aan welke criteria de productiefactor (mens en/of machine) moet voldoen. Nadat die eisen zijn opgesteld begint het zoekproces en na verloop van tijd blijkt dat er een beperkt aantal geschikte/passende mogelijkheden zijn. Vervolgens wordt geselecteerd en gekocht en komt de nieuwe productiefactor in dienst. Met een nieuwe medewerker wordt nog een inwerkperiode afgesproken, bij een machine geldt een ingebruiknameperiode. Daarna wordt het onderscheid steeds groter. Bij een machine wordt regelmatig onderhoud gepleegd (de 1000 uur of 10.000 km beurt), wordt kritisch gekeken naar mogelijke nieuwe updates of aanpassingen en wordt ook regelmatig gekeken naar afschrijving c.q. restwaarde. Bij de productiefactor mens ziet dat er anders uit. Als de omstandigheden daarom vragen wordt er nog wel eens een POP-je geschreven en een opleidinkje gevolgd, maar van een reguliere grote onderhoudsbeurt op motivatie, kwaliteiten en de juiste inzet op taken is bijvoorbeeld geen sprake. Bij business-as-usual blijven medewerkers tot in lengte van dagen in dienst, bij grote veranderingen wordt actie genomen op ‘probleemgevallen’. Dat mag dus anders! HRM dient te bewaken dat medewerkers over de juiste motivatie en kwaliteiten blijven beschikken en die dit voor hun eigen plezier en dat van hun manager inzetten op de juiste plek. Dus juist aandacht voor (loopbaan)ontwikkeling. Kansen voor HRM HRM staat dus voor Human Resource Management. Dat betekent dat je HRM-taken eventueel delegeert naar de lijn, maar er wel bovenop blijft zitten om de kwaliteit te bewaken! De HRM’er is de specialist en dient dus van de (Human) Resources te weten hoe het er voor staat. Wat kan de medewerker? Wat wil de medewerker? En, ook(!): wat wil de organisatie, waar heeft zij behoefte aan op dit moment? En voldoet de huidige wens qua competenties wel aan het aanbod van de competenties van de medewerker? Human Resource Management betekent ook kijken naar de toekomst: wat heeft de organisatie in de (nabije) toekomst nodig qua competenties en welk aanbod van huidige competenties van medewerkers is daarvoor al geschikt, nog te ontwikkelen of te vervangen omdat die niet (meer) te ontwikkelen is? In onze ogen gaat het dus niet alleen over de vraag of HRM beschikbaar is voor loopbaanadvies van de individuele medewerkers en hoe dat goed vorm te geven. Daar is veel behoefte aan en die kans is ons inziens duidelijk. Een andere kans ligt in de organisatiebehoefte om bovenomschreven specialistische kennis te gebruiken in het toekomstfit houden van de personeelsbezetting. Daar ligt een uitdaging voor HRM als loopbaanadviseur richting management. HRM kan het leren! Mocht bovenstaande rolinvulling voor de HRM’er nieuw zijn, dan is er goed nieuws: het is te leren! Dat blijkt uit ervaring met training van HRM’ers in loopbaanadvisering. Een pragmatische benadering blijkt goed te werken. De bekende loopbaanfasen (wie ben ik, wat  wil, wat kan ik en hoe kom ik daar) worden via beproefde vragenlijsten en huiswerkopdrachten door de cursisten ingezet bij hun eigen twee klanten. Daarnaast (dat is van belang en ontbreekt in andere opleidingen) wordt er ook gekeken naar de organisatieontwikkelkant via de vlootschouwoefening (zie kader). Ook is aandacht nodig voor een heldere positionering (hoe ziet mijn loopbaanwinkel eruit?) en opstelling rond diverse ethische issues en valkuilen. Een weloverwogen en nuchtere opstelling blijkt de rolinvulling van  loopbaanadviseur prima werkbaar te maken. Tot slot Loopbaanadvisering is eigenlijk een kerntaak van HRM, zowel op het de individuele niveau als op het niveau van de organisatie. Het verdient zeker aandacht om heel bewust af te wegen welke loopbaanadviestrajecten intern kunnen/moeten en welke extern. Jan Schuitemaker RL is eigenaar van The Careercoach in Schoonrewoerd, www.thecareercoach.nl. Willem de Jong RL is mede-eigenaar van Bureau de Jong en de Jong in Breda, www.jongjong.nl. Beiden zijn Register Loopbaanprofessional CMI-C met een eigen loopbaanadviesbureau. Zij verzorgen trainingen in loopbaanadvisering, o.a. voor HR medewerkers en voor startende  loopbaanadviseurs die zich zelfstandig willen vestigen.
Gratis
lees meer

Boeksamenvatting: Rethinking the future of work

Auteur: Jouke Post

Rethinking the future of work Rethinking the future of work. Directions and visions. Colin C. Williams. Palgrave, 2007. ISBN 978 14 039 9371 7 Er zijn veel verschillende visies op de toekomst van arbeid, die door Colin Williams, hoogleraar Strategisch Management aan de School of Management van de Universiteit van Sheffield, overzichtelijk worden beschreven. Het boek van Williams kenmerkt zich door een zeer gedegen en kritische beschouwing van deze toekomstvisies. Allereerst schetst hij drie veel voorkomende toekomstvisies rond arbeid: de formalisatiethese, de commodificatiethese en de globaliseringsthese. Onder formalisatie moet worden verstaan: de gedachte dat in de ontwikkeling van arbeid formele arbeid (dus staat en markt) in toenemende mate de dominante vorm zal worden, en dat informele arbeid zal verdwijnen. Formalisatie wordt gezien als een natuurlijke en onvermijdelijke ontwikkeling. Westerse landen lopen voorop, derdewereldlanden lopen achter en zullen in de loop der tijd volgen. De commodificatiethese stelt dat de formele productie van goederen en diensten in toenemende mate zal gaan plaatsvinden in de marktsector, en in afnemende mate door de overheid of in de informele economie. De markt doordringt steeds meer aspecten van het dagelijks leven. Het kapitalisme dringt steeds verder door in de wereld en wordt het dominante systeem. Er is weinig discussie over deze stelling, wel over de mate van, het tempo en de verscheidenheid van dit proces. Neoliberalen zien dit primair als een positieve ontwikkeling. Voor linkse politici is dit anders: zij benadrukken meer de schaduwzijde van deze ontwikkelingen. De globaliseringsthese stelt dat producten en goederen zullen worden geproduceerd in een grenzeloze en open wereldeconomie, waarin hypermobiel kapitaal de wereld rondzwerft op zoek naar mogelijkheden om winst te maken. Ook globalisering wordt vaak voorgesteld als een natuurlijke en onvermijdelijke ontwikkeling. Williams besteedt veel aandacht aan het ontkrachten van deze drie (hypo)thesen. Hij onderzoekt in een indrukwekkend aantal landen in hoeverre de veronderstelde ontwikkelingen corresponderen met feiten en cijfers. Op basis daarvan komt hij tot uiterst relativerende conclusies en zwakt hij het waarheidsgehalte van deze ‘verhalen’ sterk af. Volgens Williams hebben de drie theses soms meer een idealistisch of retorisch, dan een realistisch karakter. Bijzonder en verrijkend is dat ook alternatieve toekomstbeelden van arbeid uitgebreid aan bod komen: dit zijn visies waarin bepaalde elementen van arbeid in het kapitalistische systeem anders worden vormgegeven, bijvoorbeeld een pleidooi voor meer gesubsidieerde, informele arbeid of lokale (‘groene’) arbeid. In deze visies wordt arbeid ook anders opgevat dan uitsluitend als zijnde betaald werk. Ook nu is er een kritische blik en worden sommige visies door Williams als te eenzijdig of romantisch getypeerd. ‘The Future of work’ bestaat voor een groot deel uit een kritische analyse c.q. weerlegging van al te gemakzuchtige of eenzijdige toekomstbeelden van arbeid. Williams geeft aan dat de ontwikkelingen van arbeid in met name de Westerse wereld verre van eenduidig of lineair zijn. Integendeel, zo stelt hij. Er is sprake van heterogene en gefragmenteerde ontwikkelingen, vaak tegenstrijdig en regionaal gebonden. Ook zijn er geen onvermijdelijke economische krachten werkzaam en is er veel meer ruimte en vrijheid in het vormgeven van de toekomst van (alternatieve vormen van) arbeid dan vaak wordt gedacht. Arbeid is meer dan alleen betaalde arbeid en dat kunnen we zelf helpen vorm te geven. Op die manier kunnen we ervoor zorgen dat mensen meer keuze hebben in het soort werk dat bij hen past. Jouke Post is docent theorie en methoden loopbaanbegeleiding en verbonden aan de post-hbo loopbaanbegeleiding van de Saxion Hogeschool in Deventer.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper