logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

Inleiding: Trends in integriteitstinten

Auteur: Lidewey van der Sluis

Trends in integriteitstinten Groeitalenten zijn ons bij geboorte gegeven. Onze vrije wil krijgen we erbij. Met die vrije wil kunnen we bepalen wat we met onze talenten doen. Talentontwikkeling is een keuze in afhankelijkheid van de kansen om te kunnen kiezen. Integriteit is ook een keuze. Integer handelen staat gelijk aan het nemen van verantwoordelijkheid voor het eigen gedrag. Met een integere arbeidskracht wordt iemand bedoeld die adequaat en zorgvuldig werkt, met inachtneming van de verantwoordelijkheden en de geldende regels. Indien de regels ontbreken of onduidelijk zijn, dan is morele oordeelsvorming nodig. Iemand is moreel competent als hij of zij maatschappelijk verantwoord gedrag vertoond. Algemeen aanvaarde sociale en ethische normen liggen hieraan ten grondslag. Naast deze smalle, morele duiding van het begrip integriteit bestaat er ook een ruimere opvatting. Integriteit staat dan voor de afwezigheid van fraude en corruptie of voor waarden als collegialiteit, betrouwbaarheid, klantgerichtheid, objectiviteit, fatsoenlijkheid, effectiviteit en efficiëntie. We leven in een tijd waarin de sociale verantwoordelijkheid van ondernemingen onder een vergrootglas ligt. Mensen verwachten dat ondernemingen integer handelen en oog hebben voor de belangen van mensen, het milieu en de maatschappelijke omgeving. Een onderneming waarvan de naam wordt verbonden aan kinderarbeid, of die niet duurzaam produceert, of niet  orgvuldig is in de richting van haar werknemers, krijgt onherroepelijk problemen. Als gevolg van deze sociale roep om ethisch handelen en maatschappelijk verantwoord ondernemen, veranderen ook productieprocessen en worden producten op een andere manier beoordeeld. Integriteit is de vrijblijvendheid voorbij. Het wordt gevraagd en afgedwongen door de samenleving, aldus ook Michael Porter in zijn artikel ‘Creating shared values’ in de Harvard Business Review (2011). medewerkers van het nog altijd vooraanstaande McKinsey hebben dit ook ingezien. Het was nieuws dat zij voortaan ook naar gedrag en cultuur in organisaties gaan kijken. Maar wat werkgerelateerd integer gedrag is, is nog niet zo evident.  Naar de mening van Peter Wakkie die van 2003 tot 2009 bij Ahold werkte als lid van de raad van bestuur heeft integriteit vele grijstinten. “Aan een manager van een onderneming voorhouden dat hij of zij ethisch en integer moet handelen, heeft geen zin als er geen duidelijke gedragsregels of –codes zijn. De betrokkene tast in veel gevallen in het duister. Mag hij of zij wel of niet met een klant gaan eten in de hoop diens opdracht binnen te halen? Zonder harde regels komt een manager onnodig voor moeilijke beslissingen op het ethische vlak te staan” (2011). Naast regels zijn voorbeeldgedrag en het door de leiding voorleven van de gewenste cultuur essentiële voorwaarden voor de mate waarin niet alleen de letter, maar ook de geest van de gedragsnormen wordt nageleefd. Een compliance officer is de interne toezichthouder die op deze aspecten van gedrag en cultuur toeziet. Hij of zij moet de organisatie een spiegel voorhouden, thema’s bespreekbaar maken. Dit onderdeel zou nauw verbonden moeten zijn met het werk van HR-officers. Zij faciliteren in het sturen op gewenst gedrag en zij zien toe op het naleven van competentie- en prestatiemanagement. In deze integriteitsdriehoek van compliance, competenties/gedrag, en prestaties kan op consistente wijze gewenst gedrag daadwerkelijk benoemd, beoordeeld, beloond en gestimuleerd worden. Integer handelen wordt op die manier geen dode letter maar levende materie. Met de regels ls het bestaansminimum,  the tone at the top als belangrijkste hefboom en de organisatiecultuur als mantel van integriteit. Prof. dr. Lidewey van der Sluis is hoogleraar Strategisch Talent Management aan de Nyenrode Business Universiteit, directeur en oprichter van het Nyenrode Powerhouse Competing for Talent, en afdelingshoofd CHROME.
Gratis
lees meer

Promotie: De Conflict Paradox

Auteur: Frank de Wit

De Conflict Paradox Wereldwijd besteden werknemers gemiddeld meer dan twee uur per week – dus ongeveer een dag per maand – aan conflicten op de werkplek. Veel van deze conflicten hebben negatieve gevolgen. Conflicten nemen veel tijd in beslag, roepen frustraties op, en zorgen ervoor dat werknemers minder gemotiveerd  zijn om zich voor de organisatie in te zetten. In zijn proefschrift ‘The Paradox of Intragroup Conflict’ onderzoekt Frank de Wit van de Universiteit Leiden deze negatieve gevolgen, maar ook of, en wanneer, organisaties juist kunnen profiteren van conflicten tussen werknemers. De eerste stap hierbij was om meer dan honderd eerdere onderzoeken naar de effecten van conflicten samen te voegen en te analyseren door middel van een meta-analyse. De resultaten lieten zien dat binnen teams, meningsverschillen over het proces, zoals over de precieze inbreng van de teamleden, of de vraag wie waar verantwoordelijk voor is, altijd negatieve gevolgen hebben voor teamprestaties. Hetzelfde geldt voor conflicten die ontstaan door verschillen in persoonlijkheden, of die te maken hebben met persoonlijke, niet-werkgerelateerde zaken. Proces- en persoonlijke conflicten blijken namelijk in allerlei soorten groepen en omgevingen te leiden tot lagere effectiviteit, minder innovativiteit, en een verslechterde besluitvorming. De meta-analyse liet echter ook zien dat conflicten die direct met de inhoud van het werk te maken hadden wel een positief effect kunnen hebben op groepsprestaties. Taakconflicten kunnen er namelijk voor zorgen dat groepsleden kritischer naar hun eigen standpunten gaan kijken. Hierdoor kan een te vroege consensus worden voorkomen en zullen groepsleden uiteindelijk betere en meer weloverwogen besluiten nemen. Er moet bij taakgerelateerde conflicten echter wel aan specifieke contextuele voorwaarden worden voldaan. De belangrijkste voorwaarde is of de groepsleden in staat zijn om de persoon van de taak te scheiden. De Wit en zijn collega’s laten namelijk zien dat groepen alleen profiteren van een taakconflict als een taakconflict niet als te persoonlijk wordt ervaren. Groepsleden werden namelijk veel meer rigide in het vasthouden aan hun eigen mening en ook ongemotiveerder om naar andere groepsleden te luisteren, als zij zich een taakconflict te persoonlijk aantrokken. De Wit en zijn collega’s tonen verder aan dat stress hierbij een belangrijke rol speelt. Metingen van cardiovasculaire reacties tijdens conflicten (zoals stijgingen en dalingen in hartslag en bloeddruk) lieten zien dat mensen die zich tijdens een conflict bedreigd voelden, veel meer geneigd waren om vast te houden aan hun eigen eerste mening, dan mensen die zich uitgedaagd voelden. Dit had niet alleen gevolgen voor de manier waarop ze omgingen met andere meningen, maar ook met de kwaliteit van de beslissingen die zij namen. Het proefschrift laat daarmee zien dat het onderscheid tussen verschillende conflicttypes helpt om conflicten te identificeren die een bedreiging vormen voor de prestaties van groepen (proces- en persoonlijk conflict) en conflicten die het potentieel hebben om de prestaties van groepen te verbeteren (taakconflict). Ten tweede laat het zien dat onderscheid maken tussen verschillende typen conflict niet afdoende is, maar dat de relatie tussen taakconflicten en groepsprestaties afhangt van de context waarin een conflict plaatsvindt en de stress die mensen tijdens conflict ervaren. Frank de Wit, Sociale en Organisatiepsychologie Universiteit Leiden. Website: www.fsw.leidenuniv.nl
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper