logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Column: Piraterij

Auteur: Jolanda Botke, Rick de Rijk

Piraterij Tijdens de 17e en 18e eeuw beheersten piraten de internationale wateren. Vooral op de populaire handelsroutes waren deze losse federaties van maritieme bandieten heer en meester. Omdat de piraten zich niet konden beroepen op geldende regels – hun activiteiten bestonden immers vooral uit het schenden daarvan – ontwikkelde zich in de piratencultuur een eigen systeem van regels, waarden en normen. Op hun doelwit, de (concurrerende) handelsschepen, gaf een door de eigenaar ingehuurde kapitein op autocratische wijze leiding. Machtsmisbruik naar de vaak arme bemanning was aan de orde van de dag. De invloed van de niet meevarende eigenaar – vaak tevens de opdrachtgever voor de reis – was beperkt en het doel van de reis werd nogal eens aangepast onderweg, omdat de kapitein dat beter uitkwam. Het moreel van de bemanning was hierdoor onder de maat: ze werden slecht behandeld en kregen slecht of weinig te eten. Het beste voedsel ging altijd eerst naar de kapitein en de officieren. Muiterij was dus geen incident, maar een logisch uitvloeisel van deze wijze van werken. De piraten hadden geen last van het probleem van de ontbrekende eigenaar, want ze bemachtigden het schip door het te stelen en waren daarmee collectief eigenaar. Vervolgens kozen ze op democratische wijze uit hun midden hun officieren. Als eerste een kapitein, want het was toch wel handig als iemand onderweg de strategie bepaalde en besluiten nam. Om de macht van de kapitein te beperken was er een kwartiermeester. Ook deze officier was gekozen. Zowel de kapitein als de kwartiermeester kon door de groep worden weggestemd – bij collectief besluit – als ze niet aan de verwachtingen voldeden. Alle piraten, inclusief de kapitein en de kwartiermeester, hadden gelijke rechten aan boord. De piraten maakten daarnaast collectieve afspraken over de verdeling van de buit, inclusief incentives en een vergoeding voor gewonden (een soort arbeidsvoorwaarden avant la lettre). Gingen piratengroepen samen op pad, dan stonden ze vooraf stil bij deze collectieve afspraken en maakten dus weer collectieve afspraken over de collectieve afspraken. De branchekoepels of vakbondachtige afspraken werden per situatie dus vastgesteld. Gokken en drankmisbruik was beperkt of verboden en de piraten waren verplicht om hun eigen wapen(s) te onderhouden (uit: Peter T. Leeson’s ‘An-arrgh-chy: The Law and Economics of Pirate Organizations’). De cultuur op het piratenschip maakte dat het aantrekkelijk was om je bij de piraten aan te sluiten, en dat gebeurde dan ook op grote schaal. Het systeem was gericht op het voorkomen van interne conflicten en met optimale focus op het doel: geld verdienen door op strooptocht te gaan en daarin waren de piraten dan ook zeer succesvol. Is het een integer systeem? Misschien niet, maar het geeft wel een mooi perspectief op de discussie tussen compliance en values in organisaties. Rick de Rijk is voorzitter van de VETRON en directeur van Gooiconsult. www.vetron.nl  en www.gooiconsult.nl Jolanda Botke is bestuursondersteuner bij VETRON en zelfstandig ondernemer. www.pelikaanadvies.nl
Gratis
lees meer

Boeken Integriteit

Auteur: Wilmar Schaufeli en Arnold Bakker, Halelly Azulay, Jeroen de Flander, Vincie van Gils, Leike van Oss en Jaap van ’t Hek, Aart Bontekoning en Marieke Grondstra

Psychologie van arbeid en gezondheid Wilmar Schaufeli en Arnold Bakker (red.). Bohn Stafleu van Loghum, 2007 (2e dr.). ISBN 978 90 313 5069 8 Het is al vaker gezegd: de vergrijzing komt eraan. Dit betekent een grote uitstroom van aantallen werknemers, en niet te vergeten ervaring en kennis. Een kleinere groep zal deze leemte moeten opvullen. Slimmer en innovatiever werken is een oplossing. Ook is er veel aan gelegen iedere mogelijke arbeidskracht aan het werk te houden. In de jaren 70 van de vorige eeuw groeide de interesse in de psychologie van arbeid en gezondheid. Deze discipline heeft niet stilgezeten. In de loop der jaren zijn er vele onderzoeken gedaan hoe de mens acteert in de werkomgeving. In het boek ‘De psychologie van arbeid en gezondheid’ heeft de redactie onder leiding van Wilmar Schaufeli en Arnold Bakker de kennis van vele experts gebundeld. Het boek is opgedeeld in vijf delen, die weer een aantal onderwerpen belichten. Deze hoofdstukken zijn goed apart te lezen. Dat er een rol is weggelegd voor coaches in dit verhaal wordt duidelijk door het aparte hoofdstuk dat aan deze discipline is gewijd, naast counselling en mediatie. Waren vroeger veelal fysieke klachten aanleiding tot verzuim; het recente verleden laat zien dat de psychische klachten ook hun plek opeisen. Vroeger keek men naar wat iemand niet meer kon. Nu is de invalshoek: wat kan iemand nog wel betekenen in het arbeidsproces? Het boek bespreekt vele modellen die goed zijn onderzocht. Van elk model wordt de empirische evidentie verklaard; ook de kritische kanttekeningen komen voorbij. Gelukkig is er ook uitleg over de onderzoeksmethodes. Sommige delen in het boek vergen inspanning om te doorgronden, maar over het algemeen is het goed te volgen voor degenen die wat minder thuis zijn in de wereld van modellen en onderzoeken. De coachingswereld is bezig een stap te zetten richting professionalisering en evidence-based interventies. Dit boek geeft in ieder geval goed onderbouwde en onderzochte inzichten in wat er speelt in de wereld van arbeidssatisfactie, re-integratie, verzuim, werkstress, balans tussen privé en werk en veel meer. Altijd goed om in de gereedschapskist te hebben om te zorgen dat velen gezond en tevreden aan de slag kunnen blijven. Eric Smallenburg - stresscounsellor   Employee Development on a Shoestring Employee Development on a Shoestring. Halelly Azulay. ASTD Press, 2012. ISBN 978 15 628 6800 0 This book starts with an introduction and is followed by twelve chapters. All chapters describe a separate learning method that is relatively cheap in terms of costs to execute. It starts with the most simple and cheapest learning methods and ends with the more sophisticated methods, which are still relatively cost efficient, but require a serious time commitment. The topics of the chapters are up-to-date and contemporary. Some of the methods are so obvious that you would almost forget to mention them as a settled learning method (e.g. self-directed learning). Other chapters describe common methods such as learning by being mentored and others explain newer methods like digital storytelling and social learning tools. Each chapter has a similar consistent set up, which gives the reader a good overview. The unfavourable counter side of this is that reading the book from front to back can become a bit tedious. Due to the rigid set up, it unfortunately happened that concepts were mentioned in earlier chapters, but only explained in later chapters. The one thing this book is missing are graphics. The author describes many processes and methods where graphics could have been a great addition, such as the paragraphs ‘how to prepare’. Without pictograms and graphics it now feels as I am rereading the same text over again. Moreover, I wasn’t expecting this much plain text in  a book that identifies modern fun learning methods (e.g. using videos and podcasts). As only one chapter describes each method, the reader should not expect a huge amount of detail. I think that especially the ‘how does it work’ paragraphs are limited for a novice reader that needs to know how to implement that learning method from scratch. The part of ‘concerns/downsides’ from within the ‘how does it work’ paragraphs on the other hand are very helpful as the most common resistance arguments are described there in conjunction with action or arguments in favour of that specific learning method. In my opinion, the book’s greatest features are the diversity of cost-efficient learning methods and in particular the ‘benefits for the leaner/organisation’ paragraphs in each chapter, as you will find valuable information to build your business case; whether you are an HR professional, manager or an individual employee wanting to further develop yourself on a shoestring. Marjon Huizing - coach, trainer & consultant   Strategiehelden Strategiehelden: De uitvoering bepaalt het succes! 250 praktische tips. Jeroen de Flander. Business Contact, 2011. ISBN 978 90 470 0410 3 ‘Strategiehelden’ bestaat uit drie delen. In het eerste deel geeft De Flanders een korte schets van de ontwikkeling op het terrein van strategieimplementatie. Onderzoek toont aan dat veel strategisch potentieel in organisaties verloren gaat door slechte implementatie. Een goede uitvoering van de bedrijfsstrategie is bijzonder waardevol. De auteur introduceert een eenvoudig, maar handig strategie-implementatiemodel dat hij ‘De 8’ noemt. Dit slaat zowel op het aantal stappen in het model, als op de visuele weergave ervan. De volgende twee delen gaan over het succesvol implementeren van een eenmaal uitgedachte strategie. Aan de hand van zes  uitdagingen legt. De Flander uit wat de succesfactoren zijn en welke acties cruciaal zijn voor een geslaagde strategie-implementatie. In elk hoofdstuk staan tal van tips en geven vooraanstaande mensen uit grote bedrijven hun visie op het onderwerp. Elk hoofdstuk eindigt met kernachtige samenvatting, zodat je eerst snel de samenvattingen kunt lezen en je daarna kunt verdiepen in de  hoofdstukken die je interessant vindt. Helder en vlot geschreven boek, praktisch van opzet, met een brede kijk op strategie-implementatie. Geen how-to; wel veel handige wenken en tips. Mariska van der Hoek – communicatie-adviseur   Meer grip op de groep Meer grip op de groep: 44 krachtige werkvormen voor communicatieadviseurs. Vincie van Gils. Kluwer, 2011. ISBN 978 90 130 9133 5 ‘Meer grip op de groep’ bestaat uit drie delen. In het eerste deel wordt de rol van communicatieadviseur als facilitator bij het werken met groepen toegelicht. Participatie van medewerkers wordt beoogd. Interactieve werkvormen zijn uitermate geschikt voor tweerichtingsverkeer in de communicatie tussen directie en medewerkers. De medewerkers kunnen worden ingedeeld in fasen van participatie en betrokkenheid. Per fase wordt aangegeven welke werkvormen geschikt zijn om in te zetten. Ook aan de praktische kant van het organiseren van een bijeenkomst wordt aandacht besteed. Tips zijn verwerkt in interviews die in het boek worden  weergegeven. Deel twee belicht 44 verschillende werkvormen, waarbij overzichtelijk wordt aangegeven welk doel met welke werkvorm te realiseren is: kennismaking, kennisoverdracht, brainstormen of energizers. Iedere werkvorm wordt op een kaart uiteengezet: doel, aantal deelnemers en benodigde materialen voor de oefening. De kaarten zijn verzameld in een ringband. De beschreven werkvormen zijn goed, maar mij veelal bekend. Het laatste deel biedt een overzicht te vinden van interessante boeken. De uitgave ziet er verzorgd uit en is goed leesbaar. Ilse Schoolenberg – teamleider en ouderenadviseur   Ondertussen in de organisatie Ondertussen in de organisatie. Leike van Oss en Jaap van ’t Hek. Mediawerf, 2012. ISBN 978 94 904 6312 0 Ondertussen in de organisatie’ beschrijft vanuit verschillende invalshoeken het verschil tussen managementtheorie en -praktijk en het verschil in beleving tussen managers die plannen maken en de medewerkers, die aan het werk zijn. Het boek laat zien waarom zoveel managementplannen gedoemd zijn te mislukken. Het management maakt plannen, terwijl medewerkers die aan het werk zijn andere plannen bedenken en anders doen. Het Ondertussen is een sterke kracht; het regelt uit zichzelf veel zonder dat jij je ermee bemoeit - vaak lossen problemen ‘vanzelf’ op. Het Ondertussen is ook een fenomeen dat er altijd is, maar aan de randen van je blikveld ligt. Het Ondertussen kan je alleen maar indirect benaderen. En net op het moment dat je denkt alles onder controle te hebben omdat je een  doordachte strategie hebt ontwikkeld is er het Ondertussen. Er komt iets onverwachts moois uit het Ondertussen. Of het Ondertussen strooit onverwacht roet in het eten. Het boek laat zien waar de werkelijke beïnvloedingsfactoren liggen. De schrijvers weten het  Ondertussen goed te beschrijven en te duiden vanuit verschillende invalshoeken. Het boek geeft geen kant-en-klare oplossingen, maar wel stof tot nadenken. Suzie Ziener – techniek en ICT-jurist   Ygenwijs: Generatie Y ontmoet X, pragmaten en babyboomers Ygenwijs: Generatie Y ontmoet X, pragmaten en babyboomers. Aart Bontekoning en Marieke Grondstra. Business Contact, 2012. ISBN 978 90 470 0442 4 ‘Ygenwijs’ is een inspirerend boek voor organisaties en teams waar mensen van verschillende generaties met elkaar (moeten) werken. Een uitnodigend verhaal, menselijk vormgegeven vanuit een theoretisch kader en fris aangevuld met de verhalen en anekdotes uit de praktijk. In tien hoofdstukken, voorzien van een literatuur lijst, wordt een beeld geschetst van generatieverschillen, samenwerkingsvoorkeuren, cultuur en leiderschap. Generatie Y heeft een positieve kijk op het leven en gaat voor humor, informaliteit(nieuwe patronen), flexibiliteit en persoonlijk leiderschap. Deze groep werkt graag samen – ook met andere generaties – is snel,  spontaan en open en streeft naar authenticiteit. De Ygenwijze generatie krijgt energie van collegialiteit, vrijheid om zichzelf te zijn en uitdagingen. Ook teamspirit en persoonlijk contact met oudere collega’s is belangrijk. Deze aspecten worden gebundeld in hoofdstuk negen:’Werkprincipes voor het benutten van generatiekrachten: Het Nieuwe samenwerken’. Focus op de krachten, niet op de zwaktes en ontwikkelen door te doen. Wim Annerel – trainer
Gratis
lees meer

Groei/Krimp (volledige uitgave, 25 artikelen)

INHOUD THEMA 'GROEI/KRIMP' (december 2012) Leven lang leren van levensbelang voor laag opgeleiden, Frank Cornelissen & Judit Soons Van baanzekerheid naar werkzekerheid. Ria van 't Klooster in gesprek met Olav Welling, Directeur organisatie- en personeelsbeleid van het Rijk Samenwerken stimuleert inzetbaarheid, Peter Steenkamp & Wiljo Florijn Innoveer u uit de Crisis, Marcel van der Ven De lange weg, column Karin Brugman Interview met Jack Philips. Meten is nog niet altijd weten, Jolanda Botke & Stephan Obdeijn WETENSCHAP Groei - oei, foei - groei, Lidewey van der Sluis Onderzoek effectiefste leiderschapsstijl voor middemanagers, Reimara Valk & Maureen den Hamer An interview with Professor Gervase Bushe. The use of judgmental language confuse things, Russel Kerkhoven Nationaal onderzoek talentmanagement, Lidewey van der Sluis, Rosalie van Stormbroek-Burgers & Boudewijn Overduin Vooral investeren in vertrouwen, Large scale interventions in de praktijk, Petra Kramer Duurzame inzetbaarheid, Martine Vos PRAXIS In memoriam Louis Le Roy, De man die wist hoe groei werkt, Cees Hoogendijk Natuurijk organiseren!, Derk Hueting & Lia Hol Trainingstool Faaldurf, Karin de Galan Organisatiebeloftes waarmaken, Angelique Blekking & Marjan Engelen Sturen in een co-creatieproces, Sibrenne Wagenaar in gesprek met André Vaughan, senior adviseur Leren & Ontwikkelen bij Buitenlandse Zaken VARIA Als de dagen korter zijn... Jolanda Botke Flying Dutch CLO met een groot hart, Interview met Nick van Dam,  Ger Driessen Talent in ontwikkeling, Myrthe Scheentjes De ASTD Experience, Jolanda Botke Nieuws, Guido van der Wiel Boeken Voorwoord Groei versus krimp Groei is een proces dat niet op zichzelf staat, groei hangt samen met het begrip krimp. In de huidige economie lijken organisaties vooral te maken hebben met krimp, waar ze wellicht liever groei zien. Groei houdt beweging in, en beweging  betekent verandering. In de natuur zijn veranderingsprocessen aan de orde van de dag. Water wordt ijs, eb gaat over in vloed, en de rups ontpopt zich tot een vlinder. Hoewel we dit soort veranderingen vanzelfsprekend vinden, zijn ze dit allerminst. Ook de vaak onontkoombare veranderingen waar veel organisaties in deze tijd mee te maken krijgen, komen niet vanzelf. Beschouwingen over het ondergaan van veranderingsprocessen, hoe hiermee om te gaan en deze te hanteren, staan centraal in dit themanummer. Zo vind je in deze uitgave een boeiend interview met Olav Welling; directeur organisatie- en personeelsbeleid van het Rijk, over de uitdaging waar hij voor staat om de rijksoverheid te laten evolueren tot een flexibele netwerkorganisatie. Verder kun je lezen hoe gericht werken aan innovatie en creativiteit voor winst kan zorgen. Van de beursgenoteerde ondernemingen zegt weliswaar 84% dat ze innovatie en creativiteit als belangrijke kerncompetenties zien, toch voert minder dan 5% hiervoor een actief beleid. Om deze twee kerncompetenties te laten bloeien, is zorgen voor een creatief werkklimaat een goed begin. In een volgend prikkelend artikel is te lezen hoe de P&O-adviseurs van acht technische kenniscentra, tegen alle bezuinigingen in, de handen ineen sloegen en het duurzaam inzetten van medewerkers aan het waarmaken zijn. Groei begint hoe dan ook met een sterke visie. In het licht van ons themanummer moet ik denken aan het onderscheid dat Aristoteles maakt bij verandering tussen de begrippen ‘zijn’ en ‘worden‘. Volgens hem is verandering (en dus beweging) de overgang van het mogelijke naar het werkelijke, oftewel van het potentiële naar de verwezenlijking of voltooiing. Maar groei kan niet zonder zijn tegenhanger krimp. Krimp is in wezen een voorwaarde voor groei. In krimp ligt de uitdaging besloten om tot de kern te komen, waarmee de uitkomst aan kracht wint. Teruggekeerd bij hun essentie ontdekken organisaties en mensen opnieuw hun vurigheid en kracht, om vervolgens te kunnen schitteren in volle glorie. Ter lering en inspiratie, de voorliggende uitgave. Audrey de Jong Hoofdredacteur, hoofdredacteur@tvoo.nl

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper