logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

Greep krijgen op je toetsen en examens

Auteur: Ad de Jongh

Paul Bloemen, Esther Gielen & Cilia de Jong (2010). Greep krijgen op je toetsen en examens – Werkboek voor studenten in het MBO. Nuenen: OAB Dekkers. Produkt 2010003. € E17,00. Te bestellen via www.oabdekkers.nl. Greep krijgen op je toetsen en examens Het mbo staat bijna jaarlijks in het centrum van de belangstelling als het gaat om de kwaliteit van de examens. Elk jaar wanneer de inspectie het examenverslag voor het mbo uitbrengt, levert dit veel stof op voor de media. Dat heeft te maken met het gegeven dat een deel van de examens blijkbaar nog steeds niet op orde is. Examinering en het verbeteren van de examineringsprocessen staan hoog in het vaandel van het mbo. Vele maatregelen zijn in de afgelopen jaren genomen om de kwaliteit van de examineringsprocessen te verhogen. De publicatie van het boekje Greep krijgen op je toetsen en examens, een werkboek voor studenten in het mbo, niveau 3 en 4, kan in dat kader bezien worden. Het biedt studenten houvast om zich terdege voor te bereiden op de examens zoals die in het mbo worden afgenomen. Een goede voorbereiding is voor de student van essentieel belang voor het met succes afleggen van examens. Het werkboek, een uitgave van Onderwijsadviesbureau drs. M.A.F. Dekkers, omvat zes hoofdstukken. Na de inleiding waarin het doel van het boek wordt beschreven en de wijze waarop de student ermee kan werken, volgt een hoofdstuk over toetsing en examinering. In dat hoofdstuk komen zaken aan de orde als: Wat moet ik leren voor het examen?, Hoe word ik getoetst?, Hoe is de toetsing en examinering georganiseerd? Hoofdstuk 3 behandelt verschillende examenvormen: de proeve van bekwaamheid, het examendossier en het criteriumgericht interview. Kortom examenvormen die heden ten dage in vele mbo-instellingen worden gehanteerd. De student krijgt uitleg over deze verschillende vormen en leert ook op welke wijze hij zich daarop kan voorbereiden. Het vierde hoofdstuk met de titel ‘Toetsing voor ontwikkeling’ gaat in op de formatieve toetsing. Ook hier komen de veelvoorkomende toetsvormen aan de orde: kennistoets, vaardigheidstoets, casustoets, simulatie, stage- en praktijkopdracht en projectopdracht. Studenten krijgen tips hoe ze zich kunnen voorbereiden op deze toetsvormen. In het vijfde hoofdstuk geven de auteurs tips en ‘tools’ voor toetsen en examens. Het boek wordt afgesloten met een begrippenlijst waarin de gebruikte begrippen op een duidelijke wijze worden uitgelegd, omdat de beschrijvingen van de toets- en examenvormen kunnen afwijken van de specifieke terminologie op de school van de student. Het boek is aantrekkelijk vorm gegeven. In elk hoofdstuk wordt de kennis geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk, waarbij drie studenten gevolgd worden. Het zijn Desi die de opleiding tot verpleegkundige volgt, Mehmed die wordt opgeleid tot commercieel medewerker in het bank- en verzekeringswezen en Robert die medewerker groenvoorziening wil worden. Deze illustraties verlevendigen de tekst en maken duidelijk dat de publicatie in eerste instantie is bedoeld voor de studenten in het mbo. In het kader van studieloopbaanbegeleiding is dit zeker een waardevolle publicatie waarmee de studenten kunnen worden voorbereid op toetsing en examinering. Doordat het boek het karakter heeft van een werkboek kan de student de aangeboden leerstof op dit gebied zowel zelfstandig tot zich nemen, als onder begeleiding van zijn docent of studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider in het mbo is immers de aangewezen persoon om de student te begeleiden bij zijn leerproces en daar hoort ook het examineringsproces bij. Greep krijgen op je toetsen en examens is zeer vernieuwend. Tot op heden lijken er in Nederland geen andere publicaties over toetsing en examinering te bestaan die specifiek voor studenten in het mbo bedoeld zijn. Het gebruik van dit werkboek bij de begeleiding van studenten zal zeker vruchten afwerpen: direct voor de student die zich beter kan voorbereiden op zijn toetsing en examens en indirect als bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van de examens. De heer drs. A.J.C.M. de Jongh is redacteur van EXAMENS. E-mail: A.J.C.M.deJongh@zadkine.nl.
Gratis
lees meer

Regels zijn regels

Auteur: Wynand Wijnen

Regels zijn regels. Denkt u zich de volgende situatie in. Het eindexamen heeft voor een bepaalde leerling een erg ongelukkige uitkomst. Hij is gezakt omdat hij bij het totaal van zijn cijfers twee-tiende punt tekort komt. Het gaat dus om de cijfers voor de schoolonderzoeken en de cijfers voor de vakken bij het centraal schriftelijk. En dan kom je 0,2 punt tekort. Er is niets aan te veranderen want ‘regels zijn regels’. In dit verband is het bijzonder sneu dat deze leerling – uitgerekend in de eindexamentijd – te maken had met een zware verkoudheid. Van een echte concentratie op de studie was daardoor nauwelijks sprake geweest. Zijn resultaten waren over het algemeen altijd best redelijk, zodat de tegenvallende eindexamenuitslag hard aankwam. De teleurstelling is natuurlijk goed te begrijpen. Wanneer je op een haar na het beoogde resultaat hebt bereikt en wanneer er bovendien sprake is van verzachtende omstandigheden in de vorm van een verkoudheid, dan ligt een teleurstelling echt voor de hand. Maar is dat wel terecht? Men zou kunnen zeggen dat de beslissingsregels bij eindexamens duidelijk en helder zijn. Alles onder de beslissende grens leidt tot negatieve beslissingen, of dat nu twee-tiende punt is of minder of een vol punt en meer. Grenzen zijn nu eenmaal grenzen. Regels houden amper rekening met ‘kleine’ ongeregeldheden van buitenaf zoals verkoudheden. Zou dat wel het geval zijn – zo is de redenering – dan zouden er in de examenperiode misschien heel wat doktersbriefjes ingeleverd worden. Er is dus een spanning tussen de redelijkheid van de regels die voor iedereen hetzelfde moeten zijn en de redelijkheid van de uitzonderingen waarvoor in veel gevallen begrip bestaat. De indruk is dat de rigiditeit van de regels de boventoon zijn gaan vormen. Beroepsprocedures, juridische scherpslijperij, uitspraken van de inspectie, enzovoort hebben de ruimte om met de menselijke maat te kijken naar de omstandigheden aanmerkelijk ingeperkt. De vraag of men een beslissing in allerlei procedures overeind kan houden is blijkbaar belangrijker geworden dan de vraag of met de beslissing wel recht wordt gedaan in een meer menselijke zin van dat woord. Zijn er geen omstandigheden die een mindere prestatie bij een examen aannemelijk maken? Waarom mogen die omstandigheden niet worden meegewogen? Is er geen objectieve informatie buiten het eindexamen om die een tegenvallend examenresultaat kan relativeren? Waarom mag die objectieve informatie bij beslissingen niet meegenomen worden? Men zou de indruk kunnen krijgen dat we onzekere, maar menselijke beslissingen proberen te vermijden, omdat we bang zijn dat die beslissingen niet bestand zijn tegen juridische procedures. We maken de redelijkheid en de begrijpelijkheid misschien te gauw ondergeschikt aan regels en reglementen. Regels en reglementen houden niet altijd rekening met onvoorziene omstandigheden. Toch hebben we geregeld met die onvoorziene omstandigheden te maken en het is eigenlijk niet goed dat we in die gevallen geen adequate beslissingen kunnen nemen vanwege de regels. Uitzonderlijke omstandigheden vragen om uitzonderlijke procedures en het zou mogelijk moeten zijn dat groepen van docenten deze uitzonderlijke procedures formuleren en toepassen. In de praktijk gebeurt dat ook wel, maar die terechte uitzonderlijke beslissingen komen niet altijd in volledige openheid tot stand. Wanneer cijfers worden aangepast om aan geldende regels te kunnen voldoen, wordt niet de uitzondering accoord bevonden maar wordt de werkelijkheid omgebogen naar de regels. Dat is toch wel vreemd en niet zo goed te verdedigen. Prof.dr. W.H.F.W. Wijnen was hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van het Hoger Onderwijs aan de Universiteit van Maastricht.
Gratis
lees meer

Evaluation and testing in nursing education

Auteur: Annemarie de Knecht-van Eekelen

Marilyn H. Oermann & Kathleen B. Gaberson (2009). Evaluation and testing in nursing education. 3rd ed. New York: Springer Publ. Comp. 446 pp. ISBN 978-0-8261-1062-6. € 66,99. Deels op internet: http://books.google.nl. Dit handboek over toetsen en beoordelen is geschreven door en voor verpleegkundigen. De auteurs beogen de opvattingen over assessment, toetsen, meten en evalueren in het verpleegkunde onderwijs te beschrijven en docenten hiermee te laten werken als onderdeel van hun onderwijstaak. Daartoe hebben zij het boek geordend in vijf delen: I Basic Concepts, II Classroom testing, III Elements of test construction, administration, and analysis, IV Written assignments and clinical evaluation, V Issues related to testing, grading, and other evaluation concepts. Dat het boek zich richt op de verpleegkunde opleiding blijkt vooral uit de gekozen voorbeelden van items die afkomstig zijn uit het verpleegkunde curriculum in de Verenigde Staten, terwijl er ook een hoofdstuk is gewijd aan de National Council Licensure Examinations. Los daarvan biedt het boek heel veel praktische informatie over het samenstellen van toetsen, afname, scoring en alles wat er komt kijken bij beoordeling van studenten en docenten. Het richt zich duidelijk op de docent die wil weten welke soorten items er zijn, hoe een toets moet worden samengesteld, wat beoordelingscriteria zijn. Uiteraard begint het boek met een uiteenzetting over het doel van toetsen en beoordelen, met taxonomieën en factoren waardoor de kwaliteit van de toets wordt bepaald (validiteit, betrouwbaarheid en efficiency (hier ‘practicality’ genoemd)), het is niet nieuw maar wel heel overzichtelijk. In het tweede deel komt een scala aan vraagvormen uitgebreid aan bod: waar/onwaar, matching, meerkeuze, multiple response, kort antwoord, invulvragen, essay. Veel voorbeelden, ook van verschillende vormen van correctievoorschriften, inspireren de lezer om eens iets anders te proberen dan een gebruikelijke stellingvraag. Een apart hoofdstuk over ‘assessment of higher level learning’ geeft interessante mogelijkheden voor het toetsen van ‘critical thinking’, een vaardigheid die in het curriculum centraal staat. Deel drie behandelt praktische zaken die voor de afname van een toets van belang zijn: de vormgeving van de toets, de instructie, de inrichting van het toetslokaal, spieken, surveillance, etc. en vervolgt met scoren, toets- en itemanalyse en de maatregelen die daaruit kunnen volgen. Docenten wordt aangeraden om zuinig te zijn op goede items en deze te bewaren of een itembank op te zetten. Lastig voor docenten is het beoordelen van schriftelijke werkstukken. Hiervoor biedt het boek in deel vier voorbeelden van checklists en beoordelingscriteria waarbij niet alleen inhoud en structuur maar ook de schrijfstijl wordt beoordeeld. Geheel in lijn met de discussie in EXAMENS nummer 3-2010 over het meebeoordelen van taalverzorging pleiten de auteurs voor feedback aan studenten over hun fouten in grammatica, interpunctie en spelling, omdat de kwaliteit van communicatie te lijden heeft onder slordig taalgebruik. Deel vier is vooral gewijd aan wat in dit boek ‘clinical evaluation’ heet, hetgeen neerkomt op competentiebeoordeling. Opnieuw zijn er de nodige voorbeelden van beoordelingsinstrumenten, nu voor praktische vaardigheden. Interessant is de opmerking dat de beoordelaar ervoor moet waken om te veel aspecten van de handelingen te willen beoordelen, omdat het dan onmogelijk wordt om die gegevens van elke student te verzamelen: ‘competencies need to be realistic and useful for guiding the evaluation’ (p. 259). Na deel vijf, waarin onder meer beknopt aandacht wordt gegeven aan psychometrische aspecten van toetsen en het al dan niet geven van cijfers, volgen drie bijlagen met respectievelijk de Code of Fair Testing Practices in Education, de Code of Professional Responsibilities in Educational Measurement, en de Standards for Teacher Competence in Educational Assessment of Students. Deze laatste Standards zijn hier overgenomen in het kader. Dergelijke codes en standaarden zouden in het Nederlandse onderwijs niet misstaan Samenvattend kan gezegd worden dat het boek niet alleen een aanrader is voor verpleegkundigen maar voor iedereen die een praktisch overzicht wil krijgen over de vele aspecten van toetsen en beoordelen. Het boek is goed geschreven, zeer leesbaar, met weinig Standards for Teacher Competence in Educational Assessment of Students Teachers should be skilled in: 1. choosing assessment methods appropriate for instructional decisions, 2. developing assessment methods appropriate for instructional decisions, 3. administering, scoring and interpreting the results of both externally produced and teacher-produced assessment methods, 4. using assessment results when making decisions about individual students, planning teaching, developing curriculum, and school improvement, 5. developing valid student grading procedures that use student assessments, 6. communicating assessment results to students, parents, other lay audiences, and other educators, 7. recognizing unethical, illegal, and otherwise inappropriate assessment methods and uses of assessment information.   Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van. eekelen@gmail.com.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper