logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

EXAMENS 2011-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-04 november 2011 Studietoetsen: zinvolle inhoud of betrouwbare score? De standaardmeetfout is belangrijker dan de betrouwbaarheid, Klaas Sijtsma Digitaal toetsen met de landelijke kennistoetsbank voor de zorg Bruggen Bouwen tussen zorg en onderwijs, Wil de Groot-Bolluijt, Janske Rohof en Sigrid Vermin Een handreiking is niet genoeg Een reactie op ‘Geslaagd! - Handreiking examencommissies’ Jan Adema Terecht of niet? Facebook-informatie: privé? Henk van Berkel Gastcolumn De traditie van het rode potlood, Wynand Wijnen Uit de praktijk Van papieren naar digitale boekhoudexamens, Manon Bonefaas en Piet Philipsen Examens contactlensonderwijs Comakership tussen de branche Optiek en de Optiekopleidingen, Ad de Jongh, met medewerking van Ruud van ’t Pad Bosch, Mariëlle van Goor, Bernice Meester, Henk Eimers en William van der Zalm Gaat meetfout bij de rekentoets slachtoffers maken? Het effect van de rekentoets op het percentage misclassificaties, Robert Zwitser en Anton Béguin Kopstukken uit de examenwereld: Pieter Drenth - De man van wetenschap en bestuur, Henk van Berkel en Desirée Joosten-ten Brinke Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Onthul je kwaliteit Op vrijdag 23 september 2011 organiseerde QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) een symposium met als titel Onthul je kwaliteit . QANU biedt hoger onderwijsinstellingen externe beoordelingen van hun onderwijs en onderzoek en geeft adviezen voor het verbeteren van hun interne kwaliteitszorg. Veel universiteiten vragen aan QANU begeleiding bij het accreditatieproces. Opleidingen in het hoger onderwijs moeten eenmaal per zes jaar hun kwaliteit kunnen aantonen om te worden geaccrediteerd. Een van de onderwerpen waarop opleidingen hun kwaliteit moeten aantonen is ‘Toetsen en Beoordelen’. Het symposium was bedoeld voor medewerkers die in het hoger onderwijs verantwoordelijk zijn voor het schrijven van de zogenaamde zelfstudies. Dit zijn documenten waarin opleidingen laten zien dat ze kwalitatief aan de maat zijn. Vandaar de titel Onthul je kwaliteit, met dus als invalshoek ‘Toetsen en Beoordelen’. Hoe kun je laten zien dat je op dat gebied de zaakjes goed op orde hebt? Zoals dat gaat op dergelijke symposia, er worden sprekers uitgenodigd die verstand van zaken hebben. In dit geval twee: Jaap Milius en Olle ten Cate, beiden verbonden aan de Universiteit Utrecht. Milius, docentenopleider en onderwijskundig adviseur met als expertise toetsen en beoordelen, beet het spits af. Hij koos de invalshoek van schriftelijke toetsen. Hij constateerde veel gemor bij docenten die door de sterkere nadruk op toetsen de bureaucratie zien toenemen, hun eigen autonomie zien afnemen en de onderwijskwaliteit teloor zien gaan omdat die ten koste gaat van de verhoging van de toetskwaliteit. Dat laatste is natuurlijk onzin omdat toetsen en onderwijs geen tegengestelde begrippen zijn. Integendeel, onderwijs en toetsen vormen samen een geheel (zie het artikel van Van der Vleuten in het vorige nummer van EXAMENS). Maar enfin, het zijn opvattingen van docenten. Hoe toon je kwaliteit van schriftelijke toetsen aan? In samenspraak met de aanwezigen ontstond het volgende lijstje: de aanwezigheid van een toetsplan met informatie over de toetsvorm, met een indicatie van het aantal toetsvragen, de compensatiemogelijkheden, de normering, de toegestane hulpmiddelen tijdens de toets, de specificatietabel en informatie over de herkansing, en na afloop van de toets dienen er psychometrische gegevens - betrouwbaarheid, percentage geslaagden, p-waarden en Rit´s - beschikbaar te zijn. Na Milius was het de beurt aan Ten Cate, directeur van het Expertisecentrum voor Onderwijs & Opleidingen van het UMCU, die als lid van visitatiecommissies zijn zienswijze vertelde over de kwaliteit van ‘Toetsen en Beoordelen’. Zijn motto was ‘Gerechtvaardigd Vertrouwen’. Visitatiecommissies beoordelen het verleden van opleidingen maar geven een accreditatie voor de toekomst. Dus, betoogde hij, moet je op zoek gaan naar aanwijzingen dat opleidingen ook in de toekomst kwalitatief goed zullen toetsen. Hij gaf het volgende rijtje: de juiste eindtermen moeten aanwezig zijn die op een goede manier zijn vertaald in studietoetsen, er moeten hoge slaagpercentages zijn in combinatie met een hoge studie-inzet van studenten (en geen hoge slaagpercentages met een lage studieinzet) en de toetsen moeten een goede psychometrische kwaliteit hebben. Laat zien dat je kwaliteit hebt. Dat lijkt me een mooie opdracht aan exameninstellingen Dat geeft gerechtvaardigd vertrouwen voor de toekomst.   De heer dr. H.J.M. van Berkel is hoofdredacteur van EXAMENS en werkzaam aan de Universiteit Maastricht. E-mail: h.vanberkel@maastrichtuniversity.nl.

€ 6,95

Evalueren om te leren - Toetsen en beoordelen op school. Bussum:

Auteur: Alex van de Kerkhof

Jos Castelijns, Mien Segers, Katrien Struyven (redactie) (2011). Evalueren om te leren - Toetsen en beoordelen op school. Bussum: Uitgeverij Coutinho. ISBN 978 90 469 0253 0. € 28,-.Te bestellen via www.coutinho.nl. De illustratie op de voorkant van Evalueren om te leren is een alleraardigst gekozen metafoor: een jongetje klautert langs een klimwand omhoog. Een gewaagd avontuur, maar gelukkig zit het kind vast aan een veiligheidstouw en mocht het eens vallen, zal het geen letsel oplopen. Men kan het niet op de afbeelding zelf zien, maar ongetwijfeld worden vanaf de zijkant goede raadgevingen geroepen. Met dit alles wordt precies de kern verbeeld van dit nieuwe leerboek: leerlingen die onderweg zijn helpen in hun verdere ontwikkeling. Die hulp bestaat uit feedback en evaluatie, gegeven door de leraar, medeleerlingen en zelfs ouders, maar ook de zelfreflectie is een belangrijk instrument om steeds weer een stapje hoger te komen. In Evalueren om te leren gaat het hoofdzakelijk om ‘formatieve’ evaluatie, die zich onderscheidt van de ‘summatieve’ waarbij het gaat om het beoordelen van het niveau of de geschiktheid van leerlingen aan het einde van een bepaalde fase of periode. Formatieve evaluatie is juist vooral bedoeld om de leerling inzicht te geven in het eigen leerproces en aanwijzingen te geven tijdens het leerproces.Aan Evalueren om te leren hebben een vijfentwintigtal deskundigen, veelal met een onderwijskundige achtergrond, veelal werkzaam aan universiteit of hogeschool, een bijdrage geleverd. Hun afzonderlijke, soms theoretische, soms praktische bijdragen zijn handig geordend in een drietal overkoepelende delen: Een kader voor Evalueren om te leren, Praktische vormgeving van Evalueren om te Leren in de klas en Bouwstenen voor schoolbeleid. Het eerste deel schets een theoretisch kader voor toetsen en beoordelen op school. Zo worden in vogelvlucht enkele leer- en motivatietheorieën geschetst, enkele basale uitgangspunten bij het evalueren behandeld en worden bouwstenen aangereikt voor het evalueren om te leren. In het tweede deel worden veel praktische adviezen gegeven, zoals over op welke wijze effectief feedback te geven (bijvoorbeeld door het vooral ook te hebben over wat goed gaat en niet alleen over wat nog niet goed gaat, en bij oordelen het woordje ‘maar’ te vermijden). Het handige van dit deel is dat gewerkt wordt met realistische casussen, zodat de (aankomende) leraar zijn eigen inzichten aan die van de auteurs kan toetsen. Andere nuttige onderwerpen in dit deel zijn onder andere peer assessment, zelfreflectie, het werken met portfolio’s en het evalueren van projectwerk. In het slotdeel komen kwesties aan de orde als hoe leraren voor evaluatie om te leren gewonnen kunnen worden en welk schoolbeleid daarbij passend is, welke rol ouders bij de evaluatie kunnen spelen en hoe in het algemeen op school de kwaliteit van de evaluatie bewaakt kan worden. Elk hoofdstuk uit Evalueren om te leren eindigt voorbeeldig met enkele reflectievragen, bruikbaar voor studerenden, maar ook voor ervaren leraren, schooldirecties of anderszins geïnteresseerden kan deze bundel voor oriëntatie of doelgericht beleid zijn nuttige functie hebben. De heer drs. A.J.M. van de Kerkhof is redacteur van EXAMENS. E-mail: alex.vandekerkhof@cito.nl.
Gratis
lees meer

De traditie van het rode potlood

Auteur: Wynand Wijnen

Over het beoordelen van profielwerkstukken kent de scholengemeenschap te V. geen duidelijke beleidslijn. Feitelijk wordt het beleid aan de individuele docenten overgelaten, maar dat leidt er dan in de praktijk wel toe dat er regelmatig klachten zijn van leerlingen. Soms zijn leerlingen van mening dat bepaalde opmerkingen beter tijdens de begeleiding gemaakt hadden kunnen worden: ze hadden er dan nog iets aan kunnen doen. Andere leerlingen vinden het storend dat docenten alleen maar de vinger leggen op de zwakke punten, terwijl ze toch zo goed mogelijk hun best hebben gedaan. Het kan toch niet zo zijn dat hun werk alleen maar uit tekorten bestaat. Een jonge docent in een eindexamenklas heeft deze opmerkingen serieus genomen. Hij besluit om in de beoordelingen aandacht te besteden aan zowel sterke als zwakke punten. Voor deze beginnende docent, die meteen een eindexamenklas heeft gekregen vanwege het lerarentekort, staat vast dat profielwerkstukken niet alleen maar uit zwakke punten bestaan. In zijn eigen opleiding vond hij het ook al storend dat zijn docenten eerder klaar stonden met het rode potlood dan met een schouderklopje. Hij vindt het van belang om eerst aandacht te besteden aan de zaken die goed, creatief of vindingrijk zijn. Het benadrukken van de goede dingen is immers veel stimulerender dan het wijzen naar alles wat beter zou kunnen. Zoals er in alle profielwerkstukken zwakke punten aangewezen kunnen worden, is er in alle profielwerkstukken ook sprake van sterke punten waarvoor de leerlingen een pluim verdienen. De traditie van het rode potlood is echter moeilijk om te buigen. Het corrigeren van een proefwerk bestaat veelal uit het aanstrepen van de fouten en het tellen daarvan. Beoordelingen zijn in veel gevallen gerelateerd aan het aantal gemaakte fouten en veel minder aan de zaken die goed of bijzonder goed werden opgepakt. De beginnende docent moet heel wat tijd investeren om zijn meer ervaren collega’s ervan te overtuigen dat aandacht besteden aan de sterke punten van de profielwerkstukken loont. Mensen – en ook leerlingen – zijn gevoelig voor positieve opmerkingen. Hun motivatie wordt erdoor gestimuleerd en veelal is een sterkere inzet het gevolg. Misschien moet wel worden geconcludeerd dat het rode potlood een statusverhogend effect heeft voor de leraar, maar een positief effect op de inspanningen van de leerlingen is nog niet overtuigend aangetoond. Gaandeweg gaat het docentencorps overstag. De collega’s van onze beginnende docent geven meer en meer ruimte aan positieve, stimulerende signalen naar de leerlingen toe. Die leiden tot een betere inzet van de leerlingen, tot positieve verbeteringen in de profielwerkstukken, tot een duidelijke tevredenheid bij de ouders en toteen zeker enthousiasme bij de schoolleiding. Natuurlijk is het nieuw en het nieuwe moet altijd rekenen op enige achterdocht, maar de feitelijke effecten zijn duidelijk en overtuigend. Voor het beoordelen van profielwerkstukken spreken de docenten af dat er eerst een passage wordt gewijd aan de sterke punten en daarna een passage aan de punten die verbeterd zouden kunnen worden. Dit geeft een positieve impuls aan de profielwerkstukken waaraan zowel leraren als leerlingen meer tijd en zorg besteden. Prof.dr. W.H.F.W. Wijnen was hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van het Hoger Onderwijs aan de Universiteit Maastricht
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper