logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

Handboek Assessment deel I, gedragsproeven

Auteur: Dr. Piet Sanders

Handboek Assessment deel I, gedragsproeven Piet Hendriks en Wouter Schoonman (redactie), 2006 Assen: Van Gorcum 2006 158 pagina’s ISBN: 90 2324 214 9 Prijs: € 29,50 De auteurs van het Handboek Assessment zijn lid van de kenniskring en het lectoraat Assessment van de Saxion Hogescholen. Het nu verschenen eerste deel van het Handboek Assessment gaat over gedragsproeven, terwijl de nog te verschijnen twee delen over beroepsproducten en docentcompetenties zullen gaan. Volgens de introductie is het handboek bedoeld om docenten en management in het (hoger) onderwijs te helpen bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van assessments. Het Handboek Assessment bestaat uit acht hoofdstukken waarvan de eerste vier meer theoretisch en de laatste vier meer praktisch van aard zijn. In het boek wordt steeds verwezen naar een website die men kan raadplegen. Volgens hoofdstuk 1 gaat het boek over het toetsen en beoordelen van gedrag met behulp van gedragsproeven. Hierbij moet de student tijdens speciaal geconstrueerde oefeningen of proeven in een beroepsrelevante context kunnen laten zien dat hij of zij over vaardigheden beschikt waarbij de interactie met anderen belangrijk is. Hoofdstuk 2 gaat over competentiegericht leren. Het hoofdstuk geeft een goede beschrijving van het ontstaan van competentiegericht leren en recente ontwikkelingen op dit gebied. Ook in dit boek is de conclusie dat door deze nieuwe manier van leren niet alleen het onderwijs anders ingericht moet worden maar ook de toetsomgeving. Hoe we competenties van studenten verantwoord kunnen beoordelen, is het onderwerp van hoofdstuk 3. Na een bespreking van de tekortkomingen van traditionele toetsvormen, wordt een groot aantal toetsvormen besproken die gebruikmaken van concrete beroepscontexten: voortgangstoets, overall-toets, casustoets, simulatie, stationstoets, enzovoort. Het hoofdstuk eindigt met een verhandeling over competentiegericht beoordelen. Hoofdstuk 4 is een lezenswaardig hoofdstuk over ‘Assessment’. Aan de orde komen achtereenvolgens het gebruik van assessments in het bedrijfsleven en het onderwijs, de waarde van gedragsproeven, de feilbaarheid van de menselijke beoordelaar en de ethiek van beoordelen. Hoofdstuk 5 bevat een receptuur voor het ontwerpen van gedragsproeven. Ik vond dit het beste hoofdstuk van het boek. De zeven stappen om te komen tot een gedragsproef zijn uitvoerig beschreven en elke stap is voorzien van een aantal zeer relevante kwaliteitsvragen. In hoofdstuk 6 komen de vier rollen aan bod die bij de uitvoering van gedragsproeven aan de orde zijn: de regisseur, de kandidaat, de rollenspeler en de assessor. Hoewel er terecht veel aandacht is voor de assessor, vond ik de uitspraken over de persoonlijkheid van assessoren weinig onderbouwd. De bespreking van de twee methoden om gedragsobservaties van studenten te registreren, het ORCEST-model (bottom up) en vooral ook het RUBRICS-model (top down), vond ik de moeite waard. Na lezing van de kwaliteitsvragen bij stap zeven uit hoofdstuk 5, vond ik hoofdstuk 7 over de evaluatie van gedragsproeven teleurstellend. Zo krijgt de lezer geen of een ontoereikend beeld van het verschil tussen belangrijke begrippen als beoordelaarsbetrouwbaarheid en beoordelaarsovereenstemming. Ook krijgt het belang van het minimaliseren van intersubjectiviteit te veel nadruk, terwijl (verhoging van) het aantal taken bij een assessment van veel groter belang is voor de verhoging van de kwaliteit van een assessment. In hoofdstuk 8 presenteren de auteurs een aantal praktische oplossingen voor de problemen die zich voordoen bij het gebruik van de receptuur, bij de beoordeling en het rendement van het gebruik. Voor de doelgroep waar dit boek zich op richt kan ik het boek aanbevelen. Het bevat zowel theoretische als praktische informatie die hen kan helpen bij het ontwerpen, uitvoeren en evalueren van assessmentprocedures. Dr. Piet Sanders is hoofd van het Psychometrisch Onderzoek- en Kenniscentrum van Cito.
Gratis
lees meer

Kobus wordt kampioen

Auteur: Hans Verschoor

Kobus wordt kampioen. Kobus, Inge en ik gingen voor het eerst naar een internationale hondenshow, in Bleiswijk op 5 november. Eerder kon niet want Kobus onze Irish Softcoated Wheaten Terrier – een wollen beertje met een hartje van goud – mocht pas na negen maanden in zijn klasse meedoen. Maar de lezers van dit mooie blad Examens zijn niet allemaal hondenliefhebbers. Waar het om gaat op zo’n hondenshow is de examinering. Hoe hij loopt, zijn gebit, of de hond op de baas let, ontspannen is, zijn postuur, hoogte, breedte, staart, haarinplant, enzovoort. De honden lopen rond en de keurmeester kijkt, wikt en beschikt. Kobus kreeg ‘uitmuntend’ en de eerste plaats, met kampioenspunten. Mooi natuurlijk. En de sportieve medestrijders zeiden: ‘Nog drie keer zo’n resultaat en hij wordt geclassificeerd als Nederlands kampioen.’Mister Holland als hond. ‘En’, zeiden ze, ‘over een paar weken is er een hondenshow in Amsterdam en begin februari een in Eindhoven. Maar je moet niet naar Amsterdam’ zei het oude echtpaar uit Dongen, ‘want de keurmeester daar houdt niet van dikke vachten.’ En Kobus heeft een berenvacht. Tja. Niet naar Amsterdam dus. De maandag na de hondenshow had ik mijn eerste bestuursvergadering van de Nederlandse Vereniging van Examens. Ik legde dit probleem daar op tafel. Was er sprake van regionale differentiatie? Er zijn toch minutieus omschreven, internationale standaarden. Alles was geborgd. Het Kwaliteits Centrum Examinering was er weliswaar niet bij, maar was dat wel zo geweest, dan had het geen fout kunnen vinden. Vast niet. Het probleem is hier: één keurmeester, een examencommissie, bestaande uit één man of vrouw. Dat is ook het risico als we gaan examineren in de beroepspraktijk van het middelbaar beroepsonderwijs. Eén verantwoordelijke voor de examinering, één keurmeester is te weinig. Een examencommissie met meer personen uit diverse geledingen geeft meer zekerheid. Sommige bedrijfstakken doen dit zo samen met de scholen. Blijven doen. Het erkend civiel effect voor de gediplomeerde staat hierbij bovenaan. En Kobus? Ach er zijn zo veel hondenshows. Ik ga op zoek naar keurmeesters die van dikke vachten houden. Want: Kobus wordt kampioen. Hans Verschoor is directeur van Savantis.
Gratis
lees meer

EXAMENS 2006-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2006-03 september 2006 Het Inburgeringsexamen Buitenland: de Toets Gesproken Nederlands - De samenstellers aan het woord John de Jong, Anne Kerkhoff, Matthew Lennig en Petra Poelmans En we noemen het assessment … Over nut en noodzaakvan gedragsproeven Hans van der Stam Stoten aan de toetssteen Leren waarderen als grondslag voor beoordelen Ruud Duvekot Tien jaar Examenkamer In gesprek met Victor Geodvolk Henk van Berkel en Ton Luijten De kwaliteitswinst van het Jachtexamen Uit de praktijk... Kees de Kroon Wie betaalt de rekening? Extra vorzieningen bij examens Annie Kempers-Warmerdam en Fenneke van der Grinten Toetsbias en itembias Wat is ... Karin Bugel en Piet Sanders Literatuur Agenda Gastcolumn Gezien en Gelezen Verenigingsniews ‘A.D.’ Op 14 augustus jl overleed prof. dr. Adriaan de Groot op 91-jarige leeftijd, door de velen die hem beter kenden: ‘A.D.’ genoemd. Zijn werk heeft grote invloed gehad op het denken over evaluatie en selectie in het onderwijs. In 1950 werd hij hoogleraar in de methodologie van het psychologisch onderzoek aan de Universiteit van Amsterdam. Dat was het startpunt van een reeks interessante onderzoeksprojecten en baanbrekende publicaties. Het boek Vijven en Zessen uit 1966 leidde enerzijds tot heftige discussies in onderwijskringen maar zette ook de toon voor nieuwe inzichten over beoordelen en beslissen. Methodologie uit 1961 verwierf internationale faam en kende vele herdrukken. Met Testmethoden ten dienste van het onderwijs, een rapport over een studiereis naar Amerika in 1958, legde hij de grondslag voor de oprichting van het Cito. Daarnaast was hij een vermaard schaker. Zijn proefschrift was gewijd aan het Denken van de schaker. Ook komt zijn naam voor in literaire kringen. Zo scheef hij in de jaren zestig opstellen over de achtergronden van de provobeweging en de studentenopstanden in het literaire tijdschrift Tirade. Ik ontmoette A.D. voor het eerst op een receptie na afloop van de promotie van Hildo Wesdorp in 1974. Daarna zat ik vele malen tegenover hem op een schaaksimultaan bij het Cito, waar hij zelden of nooit een partij verloor. Op Schiermonnikoog waar hij vanaf begin jaren tachtig woonde, kwam ik in de zomer van 1993 bij hem voor een interview ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Cito. In dat gesprek stak hij zijn kritiek op de onderwijspolitiek niet onder stoelen of banken: ‘Het privatiseringsspook waart ook rond in onderwijskringen. Privatisering is alleen nuttig als je concurrenten hebt. Onderwijs en onderwijsinstellingen integraal privatiseren is levensgevaarlijk. Komt dat allemaal in dat boekje terecht? Doe het maar, het is tenslotte niet de eerste keer dat ik me impopulair maak in politieke kringen.’ Najaar 2002 was de laatste keer dat ik bij A.D. op bezoek was. Hij leek ineens veel ouder. Soms raakte hij de draad van het gesprek kwijt en vroeg dan aan zijn vrouw: ‘Waar hadden we het ook weer over…’ A.D. is er niet meer. Zijn werk blijft echter een ijkpunt in de wereld van examens, toetsen en beoordelen. We komen op dat werk in latere afleveringen van dit tijdschrift zeker terug.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper