logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Assessments in het hoger onderwijs

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Joughin, G. (Ed.) (2009). Assessment, Learning and Judgement in Higher Education. DOI:10.1007/978-1-4020-8905-3_1. Springer Science + Business Media 445 p. Hardcover, ISBN: 978-1-4020-8904- Dit boek onder redactie van Gordon Joughin geeft de huidige stand van zaken weer rondom het denken over assessments in het hoger onderwijs. De bijdragen van de acht auteurs zijn vooral gebaseerd op onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Australië. De redacteur geeft aan dat met het boek geen nieuwe wegen worden ingeslagen, maar dat het kritische punten van assessment wil behandelen. Voor het gebruik van assessments in leersituaties worden de concepten assessment, leren en beoordelen uitgewerkt. Drie functies van assessment komen vooral aan bod: beoordelen van prestaties, ondersteunen van het leerproces en het behoud van standaarden waarvoor de student wordt opgeleid. In het eerste hoofdstuk van Joughin wordt een definitie gegeven van assessment: ‘To assess is to make judgements about students’ work, inferring from this what they have the capacity to do in the assessed domain, and thus what they know, value, or are capable of doing’ (Joughin, 2009, p.16). Zoals deze definitie aangeeft gaat het niet alleen om de beoordeling van een prestatie, maar ook om vast te stellen wat die betekent voor de toekomst. Assessment stuurt het leren en de manier waarop studenten leren benaderen kan dus door assessments worden gestuurd. Het probleem van beoordelen en de rol die de student daarbij kan vervullen komt aan de orde in de hoofdstukken van D. Boud, D.R. Sadler en M. Yorke. Boud geeft aan dat het ontwerpen van assessments moet beginnen vanuit de behoefte in de praktijk na het opleiden en niet vanuit de behoefte van een onderwijsinstelling. Deze praktijkgerichte kijk op assessments levert een aantal condities op voor het ontwerpen van assessments. Assessmenttaken moeten geplaatst worden in een authentieke omgeving. Holistische taken zijn beter dan gefragmenteerde taken. Aangezien het proces om tot een oplossing te komen vaak beter te generaliseren is dan het product dat gemaakt is, is het goed om ook bij de beoordeling te focussen op het proces in plaats van het product. Probeer los te komen van uitsluitend assessments op cursusniveau en ontwikkel programmaoverstijgende assessments. Sadler gaat in op het problematische gebruik van analytische beoordelingsschema’s en pleit voor het gebruik van holistische beoordelingen waarbij gebruikgemaakt wordt van criteria met een daarbij behorende interpretatie. Het is duidelijk dat deze aanpak een goede training van de beoordelaars vergt. Yorke behandelt het geven van scores. Scores zijn volgens hem slechts vage, niet erg precieze signalen. Hij stelt dat het beter zou zijn als studenten zelf aangevenwanneer ze recht hebben op een bepaalde beoordeling. Dit zou kunnen door ze de vraag te laten beantwoorden wat ze hebben gedaan om te voldoen aan de standaarden van de opleiding. De student kan hier dan onderwijscomponenten inbrengen, maar EVC is hierbij ook op zijn plaats. Deze manier van werken zou studenten bewuster maken van het leerproces waarin ze zich bevinden. De hoofdstukken die hierop volgen hebben betrekking op de rol van assessments ten behoeve van het bevorderen van leren. F. Dochy gaat in op het belang van edumetrische kwaliteitscriteria. Het hoofdstuk van J. Caroll bespreekt plagiaat. Zij geeft aan dat het bij de ontwikkeling van assessments al mogelijk is om het leren aan te moedigen en studenten van plagiaat te weerhouden. Ontwikkelaars moeten zichzelf vragen stellen als ‘Is de ontworpen opdracht uitdagend genoeg voor de studenten om daar tijd en energie in te steken?’, of ‘Bestaat het antwoord op de vraag al en is dat makkelijk te vinden?’. Plagiaat zal daarmee niet voorkomen worden, maar mogelijk wel verminderen. Het hoofdstuk van L. Suskie gaat in op de vraag hoe assessments diepgaand leren kunnen bevorderen. Tenslotte is er een hoofdstuk van K. Ecclestone over assessments in het beroepsonderwijs en het boek sluit af met een samenvatting van de besproken ontwikkelingen van de hand van redacteur Joughin. Voor de lezers van EXAMENS is dit boek een aanrader. Het is overzichtelijk, actueel en makkelijk leesbaar. Mw. dr. Joosten-ten Brinke is redacteur van EXAMENS. Zij is als onderzoeker werkzaam bij de Open Universiteit Nederland. E-mail: desiree.joosten-tenbrinke@ou.nl.
Gratis
lees meer

Het Eerste Telboekje

Auteur: Joost Dijkstra

Je kunt niet vroeg genoeg beginnen met wiskunde en dus kreeg mijn zoontje van twee laatst bij gelegenheid zijn ‘Eerste Telboekje’, althans dat beweerde de titel, want in werkelijkheid was het al zijn derde of vierde telboekje. In het boekje wordt netjes van 1 tot 10 geteld (waarom dat altijd van 1 tot 10 moet zijn is niet dui delijk) met behulp van auto’s (die getallen kende hij het eerst), dieren, fruit en speelgoed. Zoals goed onderwijs betaamt wordt het boekje afgesloten met een toets (zonder antwoordsleutel alsof de peuter die net leert tellen wel al kan lezen en meteen de neiging tot fraude heeft). Vanzelfsprekend is dit dan ook vaak een onverwachte mondelinge overhoring door papa of mama. Onze peuter moet bewijzen dat hij het tellen heeft geleerd. Immers, het is de toets die motiveert om te leren. De toets stuurt het leergedrag van de lerende. Eigenlijk wisten we dat al lang, maar nu dat steeds onder onze neus wordt gewreven, kunnen we er bijna niet meer omheen. En misschien niet eens onterecht, want als we naar onszelf kijken zien we dat in de meeste gevallen ook terug. Op school heb ik voor wiskunde nooit een bladzijde extra gelezen, laat staan bestudeerd, alleen wanneer die op de toets (toen nog proefwerk) aan bod kwam. Dat lag helemaal niet aan het vak wiskunde, want hetzelfde geldt voor de meeste andere vakken. Nu zoveel jaar later zelf als docent merk ik precies hetzelfde en het maakt niet uit of het nu om onderwijs gaat waarbij de lerende of de docerende centraal staat. Leerlingen en studenten vragen altijd en meestal nadat je vol enthousiasme voor je vak een zijpad hebt bewandeld of een andere leuke anekdote hebt verteld: “komt dit terug op de toets?”. Het is dus niet gek dat het van belang wordt geacht dat we onze examinering zo moeten vormgeven dat deze aansluit op onze instructie in het onderwijs. Constructive Alignment, het afstemmen van instructiedoelen en toetsdoelen, of nog sterker het integreren van de toetsing in de instructie, tot zelfs Test-Enhanced Learning (testen leidt tot beter onthouden dan herbestuderen). Toetsen zit in de natuur van de mens en blijkt een effectieve leerstrategie. Zolang we het niet expliciet toetsen noemen valt het niemand op, dan gaat het allemaal automatisch en natuurlijk, net als leren. Kinderen hoef je niet te leren hoe ze moeten leren. Opeens kunnen ze praten en zeggen ze de gekste dingen na (van nature kunnen ze imiteren), opeens kunnen ze kruipen en later lopen (van nature leren ze soms letterlijk door vallen en opstaan). Niemand heeft ze geleerd hoe ze zich dat eigen moesten maken en toch denken we dat we ze op school eerst moeten leren leren en opeens stuurt de toets het leren. In de huidige kenniseconomie is het natuurlijk helemaal niet verkeerd om efficiënt en zonder veel omwegen het juiste te leren. Een toets als sturingsstrategie is ook niet verwerpelijk. De vraag is echter wanneer moeten we hiermee beginnen. Op welk moment in het levenslange leertraject moeten we beginnen met examineren, zodat het juiste geleerd wordt of moeten we dat een beetje relativeren? Weet u nog wanneer uw eerste toets was? Ik betwijfel het zeer of mijn zoontje zonder de laatste toetspagina in zijn vierde telboekje niet zou leren tellen. Sterker nog hij kan nu tot 13 tellen, maar tot nu toe ging geen enkel telboekje verder dan 10. De heer J. Dijkstra is werkzaam aan de universiteit van Maastricht. Hij zal in 2009 de Gastcolumn verzorgen. E-mail: joost.dijkstra@educ.unimaas.nl.
Gratis
lees meer

EXAMENS 2009-01 Volledige uitgave

  INHOUD EXAMENS 2009-01 maart 2009 Het ERK en de examens leesvaardigheid Een Europees Referentiekader voor talenexamens: een utopie? José Noijons en Erna van Hest Assessor in het hbo: een vak apart Transformatie onderwijsleerprocessen in Biloba-programma Mart van Dinther Terecht of niet? Over vervallen vragen Henk van Berkel Deel 1: de ‘verdwijnende’ examinator Examens tussen tradities en vernieuwingen Ton Luijten Gastcolumn Cesuurbepaling: de definitief verschuifbare, absoluut relatieve norm Joost Dijkstra Uit de praktijk Acteurs in levensechte examensituaties Annie Kempers-Warmerdam De roep om experts Een gesprek met Piet Sanders, directeur RCEC Henk van Berkel Van quotiëntregel naar productregel Alternatieve regel om nadelen quotiëntregel op te lossen Edwin Terwisscha van Scheltinga Het toezichtskader BVE 2009 Overheid over onderwijs en examineren Jan Jacobs Gezien en gelezen Actief Leren, Transparant Beoordelen Annemarie de Knecht-van Eekelen en Jolanda Soeting Literatuur Agenda Wie zijn wij? Verenigingsnieuws   Redactioneel Annemarie de Knecht-van Eekelen “Afschaffen die examens” Onderwijs, toetsing en examinering zijn nauw met elkaar verbonden, te nauw menen sommigen. Teaching to the test is de valkuil van deze nauwe relatie waarin leerkrachten maar al te makkelijk vallen. Het is geen nieuw probleem. ‘Mijns inziens is de grootste fout in de [leer]methode: het leeren voor een examen’, schreef in 1901 de Haarlemse wis- en natuurkundedocent dr. P.M. Heringa (1851-1915). ‘Afschaffen dus zooveel mogelijk die examens’, betoogde hij, want examens verstoren ‘een rustig onderwijs’, zijn aanleiding tot ‘zenuwachtige studie’, geven aanleiding tot vergissingen en kunnen dus ‘een bron zijn van onrechtvaardigheden’. Naar zijn mening zijn al die examens ‘eigenlijk contrôle-examens op de docenten’ en ‘daarvoor moeten de hersenen der leerlingen boeten’. Examens zijn volgens hem gebaseerd op wantrouwen jegens de docenten. ‘Laat de onderwijzers der lagere scholen op hunne rapporten de leerlingen bevorderen tot de H.B. School of gymnasium. [...] Laat ten slotte de rapporten van het 5e jaar H.B. School beslissen, wie worden toegelaten tot de verdere studie of de practijk’. Zonder problemen kunnen de opvattingen van bovengenoemde Heringa worden vertaald naar het heden. De discussie over de eindtoetsbasisonderwijs, de voortdurende herziening van eindexamenprogramma’s, de invoering van andere vormen van beoordelen in het mbo, het zijn een paar van de onderwijsthema’s die regelmatig in het nieuws zijn. Het is een zoeken naar een evenwicht tussen onderwijs en toetsing. Op dit moment overheerst de opvatting dat onafhankelijke, externe toetsing noodzakelijk is om de kwaliteit van het onderwijs te bewaken. Die kwaliteit is een punt van zorg. Volgens het laatste Examenverslag 2007-2008 van de Inspectie van het Onderwijs (december 2008) over de mbo-examens is de onvoldoende examenkwaliteit zowel te wijten aan de examenproducten als aan de examenprocessen. Toch is de examenkwaliteit bij 78% van de opleidingen in het mbo wel voldoende, maar dat is voor de inspectie niet genoeg. Verbetering van de onderwijskwaliteit anno 2009 zal niet samengaan met het afschaffen van centrale examens waarvoor Heringa ruim honderd jaar geleden pleitte. De examenorganisaties worden juist versterkt. Voor het VO is op 18 december 2008 de Wet College voor examens aangenomen. Het College voor examens is verantwoordelijk voor de centrale examens en de staatsexamens en stelt regels op voor inhoud, beoordeling en organisatie van deze examens. In het mbo introduceert het ministerie van OCW centrale examinering voor Nederlands en rekenen/wiskunde omdat door centraal ontwikkelde examens ‘de kwaliteit van de examinering beter gewaarborgd’ is en de prestaties van de kandidaten beter te vergelijken zijn. De examens mogen immers geen ‘bron zijn van onrechtvaardigheden’, zoals Heringa zei. De toetsing moet echter wel extern zijn, want interne toetsing biedt volgens huidige maatstaven onvoldoende garantie voor kwaliteit. Heringa zag ook al wel dat ‘het ideaal dat ik schilderde denkelijk wel vooreerst niet bereikt zal worden’. Heringa, P.M. (1901). Ons Onderwijs. II. Is het mogelijk ons onderwijs meer aan het doel te doen beantwoorden? In: Heringa, P.M., Meijers, M. & Polvliet, G. Volksopvoeding en volkskracht. Amsterdam: H.J.W. Becht, 28-49.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper