logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

EXAMENS 2011-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2011-03 augustus 2011 Een model voor programmatische toetsing? Een toetsprogramma van de Universiteit Maastricht, Cees van der Vleuten en Lambert Schuwirth Meten is weten; vergeet het maar! Over het zoeken naar de ware score, Henk van Berkel Gastcolumn Mijn leerlingen beoordelen elkaar, Wynand Wijnen De wet , het rekenen en de rekentoets , Invoering van de rekentoets havo/vwo in 2014, Ben Wilbrink en Joost Hulshof Uit de praktijk Netwerkbijeenkomsten over toetsing in het WO Effectiviteit van een examenstelsel ove intimidatie, omkoping en ondermijnend gedrag, Agnes Dinkelman Werken met itembanken, de praktijk bij hogeschool Windesheim, Geert van der Wijk Kopstukken uit de examenwereld: Cees van der Vleuten -voorstander van longitudinaal toetsen, Desirée Joosten-ten Brinke en Ad de Jongh Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Cijfers en motivatie? Bij mijn weten is het nog niet eerder voorgekomen dat toetsing op alle niveaus van het onderwijs zo voortdurend in het nieuws is. Een van de laatste berichten van voor de zomervakantie was de mededeling dat de ministerraad heeft ingestemd met een wetswijziging waardoor een verplichte eindtoets voor taal en rekenen/wiskunde voor leerlingen in groep 8 van de basisschool wordt ingevoerd in 2013. Bovendien regelt het wetsvoorstel dat alle scholen in het primair onderwijs met een leerling- en onderwijsvolgsysteem (lovs) moeten gaan werken. De centrale eindtoets wordt niet meer, zoals de ‘Citotoets’, afgenomen in begin februari, maar pas eind april. De toets lijkt meer een afrekening voor de school dan voor de leerling, want het schooladvies moet bij de overgang naar het voortgezet onderwijs de doorslag geven en niet de resultaten op deze toets. Als de leerlingen vervolgens hopelijk op de juiste plaats in het voortgezet onderwijs belanden, krijgen ze ook daar te maken met de referentieniveaus taal en rekenen. Er komen verplichte tussentijdse toetsen aan het einde van de onderbouw voor de vakken Nederlands, Engels en rekenen/wiskunde. De functie van deze toetsen is diagnostisch, formatief. En ook in het vo wordt het gebruik van een leerlingvolgsysteem verplicht. Inmiddels is het onzalige idee om spelling en grammatica in de eindexamens integraal mee te beoordelen verlaten. Een bijna 80 pagina’s dik rapport van Regioplan Beleidsonderzoek vertelt wat wij allang wisten: het is organisatorisch en toetstechnisch ‘niet of nauwelijks’ uitvoerbaar. Hoe het met de even problematische rekentoets, waarover Wilbrink en Hulshof in dit nummer schrijven, zal aflopen lijkt minder hoopvol. Die komt er vast wel, maar misschien lukt het om de inhoud aan te passen. Aangenomen dat de leerlingen slagen voor het eindexamen met voldoendes voor de kernvakken dan komen ze een nieuwe barrière tegen. Zij die naar het hbo of wo willen, blijken te worden geselecteerd op hun cijfers. Ook dit bericht verscheen kort voor het zomerreces: eindexamencijfers laten meetellen bij de selectie van nieuwe studenten. Maar cijfers mogen niet het enige criterium zijn, ook een motivatiegesprek moet meewegen. De discussie over examencijfers is niet nieuw, belangrijk is de vraag op welke cijfers geselecteerd gaat worden: op het gemiddelde cijfer van schoolonderzoek en centraal examen of alleen op cijfers van het centrale examen? De grote verschillen tussen de cijfers van school- en centraal examen die door de Inspectie van het Onderwijs zijn gerapporteerd, geven te denken. De voorzitter van het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) deed al vast een duit in het selectiezakje: er zouden door deze selectie op cijfers veel studenten naar het hbo in plaats van naar het wo gaan. De universiteit zou elitair worden. Wat is daar eigenlijk op tegen? Maar er is nog het motivatiegesprek dat redding kan bieden. Stel dat een leerling goede cijfers heeft en dan op motivatiegesprek moet komen. Of hoeft hij dat niet vanwege die cijfers. Moeten alleen de zesjes laten zien dat ze toch echt gemotiveerd zijn? Nu hebben luie zesjes vaak een vlotte babbel en een motivatiegesprek is zo subjectief als het maar kan. Ik geef ze een goede kans om binnen te komen. Maar pas op, onze voortvarende staatssecretaris van OCW Zijlstra wil ook minder hertentamens in het hoger onderwijs en de aanwezigheid bij colleges en deelname aan tentamens moeten verplicht worden. Dan moeten die zesjes toch nog gaan studeren. Mw. dr. A. de Knecht-van Eekelen is hoofdredacteur van EXAMENS. E-mail: a.van.eekelen@gmail.com.

€ 6,95

Netwerkbijeenkomsten over toetsing in het wo

Auteur: Hans Mariën

De Universiteit van Tilburg en IVA beleidsonderzoek organiseerden gedurende het academisch jaar 2010-2011 drie netwerkbijeenkomsten rond het thema ‘ Kwaliteit van toetsing in het wetenschappelijk onderwijs’. Na een startbijeenkomst in Tilburg in 2010 zijn in 2011 twee vervolgbijeenkomsten gehouden bij SURF Foundation in Utrecht. Op initiatief van Claudia Loijens, medewerker toetskwaliteit van de Universiteit van Tilburg, en Paula Willemse, senior onderzoeker van IVA beleidsonderzoek, is een aantal bijeenkomsten over toetsing georganiseerd met deelnemers van 10 verschillende universiteiten. Uit een inventarisatie bleek dat aan de universiteiten behoefte bestaat om kennis te delen en te ontwikkelen, informatie te verstrekken en samen te werken ter verbetering van de kwaliteit van de toetsing. In de eerste bijeenkomst zijn onder meer de volgende thema’s en bijbehorende vragen uitgesproken die leidend zijn geweest voor de invulling van de volgende bijeenkomsten: • Examencommissie: hoe ondersteun je examencommissies in hun nieuwe rol?, • Docenten: hoe zorg je ervoor dat centraal toetsbeleid de docent bereikt?, • ICT: wat zijn de mogelijkheden en moeilijkheden van digitaal toetsen?, • Toetsbeleid: wat is goed toetsbeleid en hoe komt dit tot stand?, wat zijn minimale eisen voor de (nieuwe) accreditatie?, • Betrouwbaarheid en validiteit van toetsen: kan universiteitsoverschrijdend onderzoek worden opgezet?, hoe voorkom je fraude bij toetsing? Gerard van de Watering, medewerker kwaliteitszorg en onderwijsinnovatie van de Technische Universiteit Eindhoven, heeft resultaten van een drietal onderzoeken gepresenteerd: 1o ronde vak-evaluaties, 2o een vragenlijstonderzoek over validiteit, betrouwbaarheid, transparantie en efficiëntie (kwaliteitscriteria van toetsing) en 3o naar de opzet van toetsen, het toetsconstructieproces, het beoordelingsproces, de betrouwbaarheid en de cijferbepaling in een steekproef van 35 toetsen uit een totaal van circa 1.400 toetsen. De examencommissie was het thema van de tweede netwerkbijeenkomst. De plaats van de examencommissie in de faculteit of instelling, de relatie van de toetsdeskundige tot de examencommissie, de MOC-rollen (Managing Organizational Change) en de stappen om tot verandering van de organisatie te komen hebben ruime aandacht gekregen. Een casusbeschrijving over een chaotisch verlopen toets gaf de gewenste praktijksituatie waarin MOC-rollen en positie van de examencommissie werden benoemd en geduid. In de derde bijeenkomst stond de implementatie van toetsbeleid bij de verschillende universiteiten centraal. Jan Steen gaf een presentatie over de totstandkoming van toetsbeleid bij Wageningen University. Deelnemers maakten daarna een stappenplan van de (mogelijke) implementatie van het toetsbeleid binnen hun eigen instelling. Wie maakt het plan? Hoe landt het plan in de organisatie? Hoe wordt het plan uitgevoerd? Wie heb je nodig om het toetsbeleid te laten werken? Deelnemers hebben aangegeven het netwerk te willen voortzetten. De aanwezigheid van verschillende gremia wordt als positief en inspirerend ervaren. Het werken met casussen en opdrachten stimuleert om na te denken over de eigen praktijk en de ‘theoretische prikkeling’ helpt daar zeker bij! Wie interesse heeft in het bijwonen van de netwerkbijeenkomsten in het academisch jaar 2011-2012 kan contact opnemen met Hans Mariën, onderzoeker bij IVA beleidsonderzoek: tel. 0134668484 of email: j.b.a.marien@uvt.nl.
Gratis
lees meer

Toetsen op school.

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Sanders, P. (red.) (2011). Toetsen op school. Arnhem: Cito. 190 pp. Te downloaden op: www.toetsenopschool.nl, gratis Het boek Toetsen op school is eigenlijk geen boek, maar een website die Cito ontwikkeld heeft om een bijdrage te leveren aan beter onderwijs, een cadeau aan de lerarenopleidingen. De kennis en kunde van docenten op het gebied van toetsen en beoordelen kan vergroot worden met behulp van dit boek. Dat het boek niet als boek verschijnt, maar als website heeft het voordeel dat bijstelling mogelijk is als daar aanleiding voor is. Er zijn of komen nog aanvullende publicaties met specifieke informatie voor primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Toetsen op school is geschreven vanuit de gedachte dat docenten ten aanzien van vijf aspecten van toetsen deskundig moeten zijn: 1. Docenten moeten weten dat toetsen verschillende doelen hebben, 2. Docenten moeten toetsen kunnen ontwikkelen, 3. Docenten moeten weten waar ze informatie over toetsen kunnen vinden, 4. Docenten moeten toetsresultaten kunnen beoordelen en interpreteren, en 5. Docenten moeten de kwaliteit van toetsen en examens kunnen beoordelen. In het eerste hoofdstuk wordt door Sanders het doel van toetsen beschreven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar toetsen voor het beoordelen van leerlingen, toetsen voor het beoordelen van het onderwijsleerproces, toetsen voor het beoordelen van groepen leerlingen en scholen en toetsen voor het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs.Roelofs en Visser richten zich daarna in hoofdstuk 2 op de stappen die gezet moeten worden om te komen tot het samenstellen van een toets. Hoe kom je van een visie op toetsen via einddoelen en tussendoelen naar toetsbare leerdoelen en hoe kan je deze omzetten in betrouwbare en valide toetstaken, de juiste keuze van toetsvorm en de uiteindelijke samenstelling van de toets. Hoofdstuk 3 en 4 zijn twee hoofdstukken die op een begrijpelijke manier twee kernconcepten van toetsen en beoordelen uitleggen: betrouwbaarheid en validiteit van toetsscores. Het vijfde hoofdstuk is een vreemde eend in de bijt. Meijer beschrijft de bronnen die docenten kunnen raadplegen om meer te weten te komen over toetsen en beoordelen. Een heel mooi overzicht dat beter aan het einde van het boek geplaatst had kunnen worden. Opvallend is de verwijzing naar Google (p. 95) alsof docenten wezens van een andere planeet zijn.Hoofdstuk 6 en 7 respectievelijk geschreven door Noijons en Erkens gaan in op het construeren van gesloten en open vragen. Zeer praktische hoofdstukken met handige voorbeelden. Het geven van feedback door docenten had bij het corrigeren van open vragen meer aandacht mogen krijgen.Kuhlemeier beschrijft in hoofdstuk 8 wat praktijktoetsen zijn en hoe deze ontwikkeld en beoordeeld moeten worden. Hoofdstuk 9 behandelt het beoordelen van toetsscores. De problematiek van normeren, relatief of absoluut, het vaststellen van de cesuur en de score-cijfer-transformatie worden beschreven. Hoofdstuk 10 heeft als titel ‘De kwaliteit van toetsen en examens’. Een hoofdstuk met deze titel had ik aan het begin verwacht bij een boek dat bedoeld is om de deskundigheid van docenten te verhogen. Bij het lezen blijkt het echter niet te gaan om kwaliteit van toetsen in het algemeen, maar gaat het in op twee beoordelingssystemen, Cotan en het beoordelingskader van het mbo. Toetsen op school is een boek dat zeker een bijdrage kan leveren aan de deskundigheidsbevordering van docenten. Lezers moeten daarbij wel genegen zijn om over het hoge Cito-gehalte heen te lezen. Daarnaast is toetsen en beoordelen op school ook veel breder dan het toetsen zoals dat in dit boek behandeld wordt. De formatieve functie van toetsen komt in het boek slechts minimaal aan de orde. Vanuit het oogpunt van Cito is dat logisch, maar voor de doelgroep waar het boek voor geschreven is, is dat ontbrekende informatie. Mw. dr. Desirée Joosten-ten Brinke is redacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joosten-tenbrinke@ou.nl, d.tenbrinke@fontys.nl.
Gratis
lees meer

Mijn leerlingen beoordelen elkaar

Auteur: Wynand Wijnen

Leerling F. ziet het echt nog niet zitten. De docent heeft de klas in drietallen ingedeeld en deze drietallen moesten een presentatie voorbereiden over een milieuonderwerp. Hij werd ingedeeld bij het leukste meisje van de klas en ze hebben met veel plezier gewerkt aan de voorbereiding van de presentatie. Nu een en ander afgerond is vraagt de docent ineens of ze elkaar willen beoordelen. Eigenlijk vindt leerling F. dit maar niks. Hij heeft wel gezien dat zijn klasgenote zich niet bovenmatig inspande, maar omdat hij wat extra tijd heeftingezet, is de presentatie toch nog heel goed verlopen. Wat moet hij nu? Moet hij zijn klasgenote een lage beoordeling geven, omdat ze eigenlijk niet zo heel veel heeft gedaan of is het beter dat hij uitgaat van de kwaliteit van de presentatie en voor iedereen uit het drietal een goed cijfer voorstelt. Hij weet het niet en daarom vindt hij elkaar beoordelen maar niks. Er zijn goede redenen om leerlingen in het onderwijs van tijd tot tijd groepsopdrachten te laten uitvoeren. Niet alleen kunnen leerlingen bij de uitvoering daarvan van elkaar leren, maar ook kan op die manier duidelijk worden gemaakt, dat samenwerken in groepsverband ook in de maatschappij van veel belang is. Over het belang van groepsopdrachten is er overigens in de klas geen verschil van mening. Het probleem begint wanneer de docent vraagt of de groepsleden elkaar willen beoordelen. Zo’n verzoek vinden de leerlingen eigenlijk niet fair. ‘Je gaat je klasgenoten toch niet afvallen’. ‘Hoe kunnen wij nu oordelen over de inbreng van anderen, terwijl we het zelf nog moeten leren?’ ‘Is het wel redelijk dat de docent de moeilijke beoordelingstaak naar ons doorstuurt?’ Deze en andere vragen worden door de leerlingen druk besproken en er zijn verschillende standpunten. Leerlingen begrijpen dat de docent niet alles kan zien wanneer de klas in kleine groepjes aan het werk is. Maar het beoordelen van elkaar vinden de leerlingen toch geen prettige opgave. Natuurlijk zouden ze wel eens duidelijk willen maken dat sommige leerlingen er de kantjes vanaf lopen, maar wat zijn de gevolgen? Ook willen ze die sympathieke leerling die het moeilijk heeft, graag ondersteunen, maar wat heeft hij daar aan? Leerlingen realiseren zich natuurlijk dat de docent niet op zoek is naar uitspraken over sympathie en antipathie. Het moet gaan over prestaties en over niets anders. Wanneer men beoordelingen vooral ziet als een afsluiting van het verleden zou men een geringere inzet van medeleerlingen met de mantel der liefde kunnen bedekken, maar het gaat ook om de toekomst. Daarom is het de moeite waard dat leerlingen weten dat hun medeleerlingen niet echt te spreken zijn over hun inzet. Het benoemen van sterke en zwakke punten door medeleerlingen – mits eerlijk en fair bedoeld – kan leerlingen alleen maar helpen bij het verbeteren van hun leerproces. En daar gaat het natuurlijk om. Wanneer leerlingen in het onderwijs elkaar moeten beoordelen, melden zich achterdochtige gedachten als: ‘Leerlingen zullen elkaar wel niet de voet dwars willen zetten.’ ‘De lievelingetjes in de klas zullen hiervan wel profiteren.’ ‘Het is toch niet redelijk dat de docent het moeilijke werk aan de leerlingen overlaat.’ Deze teksten en variaties daarop worden al snel gehoord. Toch lijkt het leerzaam wanneer leerlingen ervaring opdoen met het beoordelen van elkaar. Gedwongen worden om op feiten te letten kan vooroordelen minder krachtig maken. En meningen kunnen beter uitgesproken worden dan dat ze ongekend en ongecontroleerd hun werk blijven doen. Voorwaarde is dat de docent op een goede manier het ‘elkaar beoordelen’ begeleidt en zo nodig corrigeert. Prof.dr. W.H.F.W. Wijnen was hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van het Hoger Onderwijs aan de Universiteit Maastricht.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper