logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

Krapte in zorg en welzijn (Februari 2024)

In dit nummer lees je wat krapte in zorg en welzijn van begeleidingskundigen vraagt in de begeleiding van professionals en de organisaties waarin zij werken. We zetten onszelf meer en meer vast in een systeemwereld waarin vertrouwen geborgd lijkt te worden door vinkjes, protocollen en hokjes. De wereld is in transitie: ons (zorg)land bevindt zich in een liminale fase waarin het oude er niet meer is en nog niet duidelijk is wat (technologische) ontwikkelingen ons gaan brengen. Intussen hebben we het te doen met wat er nu is. Met een toenemende werkdruk en complexe vraagstukken enerzijds en een afname van professionals anderzijds, is het de kunst om zingeving te vinden, zonder daar al te hard naar op zoek te gaan, vindt Machteld Huber. Hoe dealen organisaties en professionals in zorg en welzijn met deze omslag? Wat betekent het voor hen om de ballen hoog te houden in de vloedgolf aan zorgvragen? Stil te staan bij de vraag wat het goede is, in de tijd die niet lijkt te bestaan? Professionele keuzes te maken binnen de enge ruimte van een steeds verder versmallend kader? Krapte maakt creatief, aldus Berdine Koekoek. Er zit een grens aan de mogelijkheden van hardwerkende mensen die, met een no-nonsense-ethos ‘doen’, in het hier en nu ‘zijn’, met zorg en aandacht voor de ander. De samenwerking met de directe naaste, de mantelzorger, wordt daarbij steeds belangrijker, schrijven Jeanette Langen en Wim Smeets. Als begeleider is het de kunst niet ingezogen te raken. Het is de kunst om te kunnen blijven kijken naar dat wat binnen je invloedssfeer ligt, de zin die je vertelt wat je te doen hebt. Het bespreken en kiezen van verschillende handelingsalternatieven, passend bij de eigen morele waarden, helpt de morele stress te verminderen, volgens Marleen Kraaij-Dirkzwager en Paul Brand.  Begeleidingskundigen kunnen hierin een belangrijke rol vervullen. Stilstaan, een beetje terugkijken, maar niet te veel. En vooral veel doen! Zonder woorden, handelen betekenis laten krijgen. Artistiek interveniëren bijvoorbeeld, zoals Lonneke Mertens laat zien. Zo, meent Berger, leren we zorg te zien als alomvattend en onzichtbaar tegelijk. Wij wensen je leesplezier met dit themanummer en hopen dat het inspireert om binnen je eigen invloedssfeer, vanuit de eigen morele waarden, een bijdrage te leveren. Sietske Jans-Kuperus en Wim Smeets

Activisme (september 2023)

Redactioneel Belangrijke waarden in de begeleidingskunde zijn onder andere een open houding, uitstellen van je mening en objectief zijn. Tegelijkertijd voelen we ons verbonden met de mensen en organisaties die we begeleiden en willen we allemaal de wereld een stukje mooier maken. Wat doe je dan als je tegen destructieve zaken aanloopt, terwijl je ook objectief wil blijven? Wat als de enige manier om verandering te bereiken lijkt te zijn om in verzet te komen? Wat als je in een organisatie ziet dat bestaande belangen een belemmering vormen voor bijvoorbeeld het realiseren van ‘sustainable development goals’? Mag je je dan ook activistisch opstellen? En zo ja, wanneer dan, in welke vorm, en hoe zet je dit professioneel in? En wat zijn de grenzen daaraan? Natuurlijk kun je stellen: activisme, dat past niet bij begeleidingskunde. Wie zijn wij om te kiezen wat het juiste is, hoe de toekomst eruit moet komen te zien, vanuit ons eigen beperkte wereldbeeld? Tegelijkertijd geldt dat ons werk altijd een interventie is, neutraal blijven is geen optie. En bij sommige thema’s mogen of moeten we misschien wel verder gaan dan we al doen. Actueler wordt het niet. We leven in een tijd waarin de aarde in haar voortbestaan bedreigd wordt. Wat is onze rol daarin? Maar ook op samenlevingsniveau: moet je soms niet opstaan tegen ongelijkheid, ingaan tegen de gevestigde orde, je stem laten horen, kiezen waar je je wel of niet voor inzet ... Dit themanummer gaat over de vraag hoe activisme hoort bij het vak van begeleidingskunde. De artikelen bieden confronterende vragen, zetten aan tot zelfreflectie en geven goede voorbeelden en handvatten. Met als doel om jezelf de vragen te stellen: welke idealen heb ik in mijn werk? Hoe activistisch zou ik willen zijn? En hoe zou ik dat kunnen doen? Naast het uitgebreide introductieartikel van Mieke Moor, zelf recent lid geworden van Extinction Rebellion, komen thema’s aan bod als ethische dilemma’s in het werk (Marianne Eussen en Johan Vermeule), wetenschappelijk activisme (Gijs Diercks), het fenomeen roofbouw (Mieke Voogd), lessen van ontmoetingen tussen toezichthouders en activisten (Jorgen Schram), dromen en doen als een activist (Laura Bas). Ook behandelen we een inspirerend boek (interview met An Kramer) en een podcast met jonge ondernemers (Robbin Reijnen). Tot slot bieden we een inkijkje in een van de meest duurzame huizen van Drenthe: de werkplek van LVSC-lid Stieneke Lucassen. Dit themanummer hebben we met twee coördinatoren geredigeerd uit onze redactie. We staan open voor gastredacteuren. Mocht je hiervoor belangstelling hebben, laat het ons weten. Voor nu veel leesplezier en inspiratie gewenst! Carole van de Logt en Jorren Scherpenisse

(On)gelijkheid ( juni 2023)

Redactioneel We kunnen er niet omheen: ongelijkheid is overal. Elke dag ervaren we de negatieve effecten van de toenemende ongelijkheid in de samenleving. We zien dit bijvoorbeeld in inkomensongelijkheid, waarbij de jonge generatie werkenden, ondanks een goede opleiding, soms niet rond kan komen, terwijl andere generaties het financieel goed hebben, met de zekerheid van de waarde van hun huis en spaargeld. We zien dat de kansenongelijkheid van kinderen al begint op de basisschool en voor het leeuwendeel afhankelijk is van de woonplaats of buurt en het opleidingsniveau van de ouders. En we zien dit als we kijken naar de ongelijkheid op het vlak van gender en ras, waarbij dus niet talenten en kwaliteiten de kansen bepalen, maar (voor)oordelen en aannames. Die ongelijkheid leidt tot verdeeldheid en draagt niet bij aan een gezonde cultuur. Ook niet op het werk. Onze omgeving en cultuur dragen bij aan ons welzijn. Of niet, zoals blijkt uit het artikel van Hans van der Loo. Hij geeft inzicht in de ontwikkeling van toxische werkculturen en wat een coach kan betekenen. Ik ben blij met dit thema en ik ben dan ook trots op de waardevolle artikelen in dit nummer. Maar er komt mij hierin geen eer toe. Als hoogopgeleide witte vrouw is het makkelijk om je kop boven het maaiveld uit te steken met een prikkelend nummer. Wellicht dat er een meneer valt over het artikel van Julia Wouters over gender en ons daarop aanspreekt. Maar zolang het niet viral gaat op sociale media, kunnen Julia en ik daar prima mee omgaan. Dat is onze luxepositie; als we bovendien ook nog eens van het mannelijke geslacht waren geweest, dan was die positie nog luxer geweest, zoals Julia in haar artikel onderbouwt. Hoe anders is dat als je Imran of Șeydâ heet. En bovendien een begeleidingskundige bent in een overwegend witte beroepsgroep. Als Imran of Șeydâ dan hun verhaal doen en daarmee lezers confronteren met pijnpunten, dan is hun positie kwetsbaar. Dan is het uitwerken van een artikel spannend. Dan draait het om lef. Ik ben blij dat Imran Çınar, Jeannette Bonnema en Şeydâ Buurman-Kutsal bereid waren in dit nummer hun stem te laten horen en inzichtelijk te maken wat we nog te doen hebben als beroepsgroep: stappen maken naar inclusiviteit. En zoals je ook kunt lezen in verschillende artikelen begint dat bij bewustwording. Samen kunnen we bouwen aan een inclusieve samenleving met een open aanspreekcultuur, waarbij we streven naar gelijkheid en een gezonde (werk)cultuur. Dat draagt bij aan stabiliteit, solidariteit en versterkt ons als groep, in plaats van dat het ons verdeelt. Dus kijk en luister en doe wat in verschillende artikelen naar voren komt: maak bespreekbaar wat besproken moet worden. Marlies Jellema

Innoveren (maart 2023)

Redactioneel Innovatie is een van die woorden die we graag gebruiken, zonder dat we ons meteen een duidelijk beeld kunnen vormen van wat ermee bedoeld wordt. Vaak gaat het om bepaalde producten, diensten of processen die als vernieuwend worden beschouwd in vergelijking met wat al bestaat. Zelf ben ik ervan overtuigd dat innoveren begint bij het denken of – nog eerder – bij het verbeelden. In mijn betrokkenheid op innovatie in de spirituele zorg merk ik dat daar de eerste hobbels ontstaan en vrijheid gecreëerd dient te worden. Natuurlijk weet elke begeleidingskundige, coach of supervisor dat ook uit het werken met mensen, teams en organisaties. We begeleiden hen in de reflectie op het hier en nu en in het bewegen in de richting van hoe het ook zou kunnen. De redactie vond het een goed idee om eens nadrukkelijk stil te staan bij wat innoveren inhoudt en wat er allemaal bij komt kijken. Om te beginnen belicht Hans Bennink innovatie vanuit een breed systemisch kader. Louis van Kessel herinnert ons eraan hoe supervisie destijds als innovatieve discipline ontstond en welke stappen daarin gezet zijn, bijvoorbeeld om het generiek en niet per beroep apart te organiseren. Sowieso is vakoverstijgend samenwerken tussen verschillende disciplines en verschillende maatschappelijke echelons een belangrijke bron voor innovatie. Niet voor niets zijn interprofessioneel leren en netwerkleren nieuwe trends in de professionele ontwikkeling. Als voorbeeld zoomen we in dit nummer in op het domein van zorg en welzijn, een terrein waar veel begeleidingsdeskundigen actief zijn. Dat doen we in de bijdragen van de andere auteurs die zich bijvoorbeeld richten op zingeving in de begeleiding van mensen. Het afgelopen najaar werd de tweejaarlijkse LVSC-scriptieprijs toegekend. We laten de laureaat aan het woord die de online setting in coaching en supervisie heeft onderzocht: in eerste instantie een noodgedwongen keuze (corona), die echter ook innovatieve mogelijkheden blijkt te hebben. We vonden ook de andere werkstukken waardevol en hebben daarvan daarom een samenvatting opgenomen. Ook de vorm en inhoud van dit tijdschrift staan dit jaar in het teken van innovatie. Zo is de lay-out opgefrist en werken we gaandeweg aan een nieuwe invulling van de rubrieken. We zijn benieuwd wat u ervan vindt! Met deze veranderingen willen we aansluiten bij de geactualiseerde visie van het LVSC-bestuur, onder meer op de unieke plaats van dit tijdschrift. Op die manier zijn denken en handelen inzake innovatie voortdurend met elkaar verbonden. We wensen u als lezer toe dat de bijdragen uit dit nummer inspireren tot innovatief denken en handelen! Wim Smeets

Vrijheid in verbinding (december 2022)

Redactioneel Vrijheid krijgt door pandemie, wereldpolitiek, energie- en klimaatcrisis een andere betekenis die vraagt om nieuwe verbindingen. De vanzelfsprekendheid maakt plaats voor onzekerheid over verlies van gezondheid en veiligheid. In hoeverre ervaar ik vrijheid en verbondenheid? Vrijheid lijkt persoonlijk. Timo van Kempen en Ellen van Son schrijven over Viktor Frankl: in zijn ervaringen tijdens de holocaust ontdekte hij dat ieder mens het vermogen heeft om een eigen positie te kiezen tegenover onveranderlijke omstandigheden. Tijdens de ANSE Summer University in Riga werd ik geraakt door een keynote van vier Oekraïense collega’s: ‘Wij willen niet als slachtoffer worden gezien en (...) hebben jullie nodig om onszelf niet te verliezen in onze haat tegen de Russen.’ Dreiging van verlies van vrijheid maakt verbinding met de ander van groot belang, bevestigt Gerian Dijkhuizen. Voor de rubriek Ontmoeting sprak ik met haar over haar ervaringen als commissielid internationale contacten. Daphne Bressers deed promotieonderzoek naar de verbindingen tussen de Rijksoverheid en kennisen adviesorganen. Zij beschrijft de tegenstrijdigheid tussen vrijheid en verbinding. Als onderdeel van een sociale en dynamische balans tussen de werkpraktijk en sturende systemen moeten we soms het systeem terugduwen om meer bewegingsvrijheid te krijgen. Jurja Steenmeijer noemt dat het creëren van professionele handelingsruimte in een cijfermatig en efficiënt ingerichte systeemwereld. Samen met Sijtze de Roos zocht ikzelf naar de betekenis van vrijheid in verbinding in dit spanningsveld. Wat betekent (professionele) vrijheid in relatie tot verbinding met je opdrachtgever? Betekenisgeving vindt continu plaats in een voortdurende heen-en-weerbeweging. En ook in het moment, zoals de column van Marlies Jellema en de bijdrage aan De Werkplek van Carole van de Logt illustreren. Carolien Zimmermann schrijft in haar openhartige column dat sturen op vrijheid paradoxaal is. Vrijheid krijgt vanuit de verbinding met diverse contexten een verschillende betekenis. Door de persoon, afhankelijk van hoe die vrijheid ervaart, aldus Stieneke Lucassen, naar het boek van Frank Koerselman. Ook als je vanuit de heersende norm aansluit bij de ander, zoals Lydia van Oudenaren beschrijft. En dan delen we met trots dat ons tijdschrift tien jaar bestaat! In 2013 brachten we de eerste volledige jaargang uit. Het tijdschrift maakt het mogelijk kennis en kunde in vrijheid te delen en ons als professionals te verbinden. Eindredacteur Harry Haakman schreef over zijn ervaringen. Laten wij ons, in de beweging van vrijheid in verbinding, blijven ontwikkelen en delen wat wij hierin kunnen betekenen. Veel leesplezier! Sietske Jans-Kuperus

Tijd (september 2022)

Redactioneel Een grap is pas leuk als de timing goed is. Wie een auto bestuurt, vermijdt een botsing door op tijd te versnellen en af te remmen. Onze keuzes met betrekking tot timing en tempo maken dagelijks het verschil tussen slagen en falen, tussen succes of rampspoed. Dat geldt ook voor intervisie, coaching en organisatiebegeleiding. Soms komt een interventie net op het verkeerde moment, wil een begeleider te snel gaan of past de zorgvuldige fasering van het begeleidingstraject niet meer bij de ‘life events’ van degene die begeleid wordt. Kortom: een goede omgang met tijd is een cruciaal onderdeel van ons vak. In dit themanummer verkennen we het thema tijd en de professionele betekenis ervan. Tijd blijkt dan al gauw meer te zijn dan de objecten die we ervoor bedacht hebben, zoals de klok en de kalender. Maar hoe moeten we tijd dan zien en wat kunnen we ermee? Augustinus verzuchtte niet voor niets in zijn Belijdenissen: ‘Ik weet precies wat de tijd is, tot iemand me vraagt om het uit te leg - gen.’ In het hoofdartikel nemen Siets Bakker en Hilbrand Westra je, aan de hand van denkers en historische gebeurtenissen, mee op reis langs verschillende manieren om naar tijd te kijken. Verder lees je in dit themanummer over een toekomstperspectief voor jongeren in detentie (column Jaap van der Spek), de tussentijd en het toelaten van het niet weten (Marinka van Beek), het oproepen van tijdervaringen door middel van muziek als behandelritueel (Susanna Bloem, Calliope Tsoupaki, Timo Bolt en Jim van Os), vijf tijdwijzers met handelingsperspectief voor coaches (Joris Brenninkmeijer en ondergetekende), het maken van een sfeerovergang in de omgang met transitievraagstukken (Michiel de Ronde), inzichten van filosoof Hartmut Rosa over versnelling, vervreemding en resonantie (Angela Pfaff) en een tijdlijnmethodiek voor de begeleidingspraktijk (Lenneke Post). Daarnaast een interview met Marli Huijer, filosoof en voormalig Denker des Vaderlands, over de tijdvraagstukken in de huidige maatschappij: het hervinden van ritmes, de (on)mogelijkheid van opnieuw beginnen, de toekomst van het sterven en de kunst van het strubbelen. De werkplek van Sietske Jans-Kuperus laat een glimp zien van de vernieuwing die we als nieuwe redactie hebben ingezet, voortbouwend op een prachtige basis; daarover later meer. Ik hoop dat de ‘taal voor tijd’ in dit nummer je zowel verwondering als houvast biedt voor je eigen professionele ontwikkeling. Veel inspiratie gewenst! Jorren Scherpenisse R

Tragiek (juni 2022)

Redactioneel   Wat is tragiek in deze tijd? En wat betekent dit voor begeleidingskundigen? Het thema voor dit nummer stelden wij zomer vorig jaar al vast. De wereld werd in die tijd geteisterd door bosbranden in Canada en Siberië. Er waren grote overstromingen in Duitsland en Nederland. Dit alles speelde naast de pandemie met een onderstroom van polarisatie en onzekerheden. Een jaar verder is de invasie van Oekraïne een feit. Het lijkt een tijd van onzekerheden en ontwrichtingen. Wij vroegen ons af wat dit doet met onze wensen voor maakbaarheid en bestuurbaarheid. Hoe verdragen we deze tijd met zijn onzekerheden? Hoe gaan we om met al die veranderingen en tragiek? Vragen waarmee we als begeleidingskundigen geconfronteerd worden. Welke plek geven we tragiek binnen ons werk?   In dit nummer vind je verschillende artikelen van begeleidingskundigen, bestuurskundigen en mensen uit andere disciplines die ingaan op het thema tragiek. In het hoofdartikel beschrijft Kees Faber tragiek als een droevige situatie waardoor iemand iets belangrijks verliest; dit is onlosmakelijk verbonden met het leven en onderhevig aan gebeurtenissen in ons eigen leven. Onze tijd kenmerkt zich door verlies. De tijd dat de politiek ons kon behoeden voor tragiek of deze kon verzachten, lijkt voorbij. Faber onderstreept het belang van het leren kennen van rustpunten in relatie tot de eigen tragiek.   Faber gebruikt in zijn artikel diverse perspectieven, zoals die van Paul Frissen, die ik voor dit nummer zelf mocht interviewen. Tragiek is een door Frissen veelvuldig aangehaalde term. Hij ziet tragiek als onvermijdelijk en door eigen handelen geproduceerd. De politiek wordt volgens Frissen gevaarlijk als ze veronderstelt tragiek uit de wereld te kunnen helpen. De staat kan weliswaar goede bedoelingen hebben, maar het is toch zaak om op je hoede te blijven. Misschien is het wel onze taak om te aanvaarden dat de wereld nu eenmaal onvolmaakt, onvoltooid en onaf is – best een bevrijdend perspectief.   Henk den Uijl geeft ons in zijn bijdrage vanuit bestuurskundig perspectief inzicht in het taalspel van begeleidingskundigen. Onze beroepsgroep staat voor vertrouwen en stelt zich teweer tegen (over) matige controle. Den Uijl pleit enerzijds voor praktische wijsheid. Anderzijds biedt praktische wijsheid geen garantie voor de terugkeer van professionele waardigheid in de samenleving.   Ook met de overige artikelen in deze editie hopen we u te inspireren. Feedback, artikelen uit praktijk en onderzoek zijn altijd van harte welkom. Ik wens u verwondering toe met deze editie! Carole van de Logt

Werkgeluk en levenskunst (maart 2022)

Zelfontplooiing is het hoogst bereikbare doel – althans, dat stelt Abraham Maslow in zijn behoeftepiramide. Maar is dat wel zo? Als je te maken hebt met armoede, irreële werkdruk of stress dan kom je niet makkelijk toe aan zelfontplooiing. Ik kan me zo voor- stellen dat zelfontplooiing bij de slachtoffers van de toeslagenaf- faire, die nog steeds wachten op hun vergoeding, niet hoog op de prioriteitenlijst staat. Of voor de pakketbezorger die geen minuut te verliezen heeft. En misschien bij het ‘zwarte schaap’ in een team dat buitengesloten wordt, een verpleegkundige met overmatige werkdruk of een manager in een afrekencultuur.   Ik vraag me weleens af of we niet een laag missen in de piramide van Maslow. Als ik dit bekijk vanuit de positieve psychologie, dan zie ik daar meer aandacht voor de positieve relatie. In Creating the world we want to live in van Bridget Grenville-Cleave e.a. (2021) is een cirkel gebruikt als alternatief. Het individuele welzijn vormt een binnenring en het interpersoonlijke welzijn – dat van de gemeenschap, maatschappij en hele wereld – zijn de schillen van de buitenste ring. Het welzijn van de ander en de context zijn daar- in onlosmakelijk verbonden met individueel geluk en welzijn. Van- uit die gedachte stel ik me een ideale omgeving voor waar ieder- een zichzelf kan ontplooien – dus ook op de werkvloer. Maar ook dat we ons verantwoordelijk voelen voor elkaars ontplooiing en onze omgeving. Individuele zelfontplooiing is een weg naar geluk en naar mijn idee geen doel op zich.   De werkende wereld wordt zich ervan bewust dat werkgeluk een steeds belangrijkere en grotere rol speelt binnen professionele or- ganisaties. In dit nummer besteden we daarom aandacht aan werk- geluk en levenskunst. Onze begeleidingskundige beroepsgroep is sterk in het creëren van een veilig leerklimaat waarin ontplooien mogelijk is. Daarmee hebben we niet alleen invloed op het werk- geluk van professionals in teams en organisaties, maar ook op het welzijn in hun omgeving. En als vakgenoten dragen we in die zin ook zorg voor elkaar.   Met dit tijdschrift willen wij vakgenoten inspireren, zeker als het gaat om werkgeluk en levenskunst. Vanuit de gedachte ‘delen geeft verbinding’ delen we graag kennis en kunde. Artikelen uit praktijk en onderzoek zijn dus van harte welkom. Voor nu wens ik je veel leesplezier met deze nieuwe editie!   Marlies Jellema

Zin en betekenis (december 2021)

Voor u ligt het laatste nummer van deze jaargang. Het is tevens het laatste nummer met mij als hoofdredacteur van dit tijdschrift. Na vijf jaar hoofdredacteurschap stop ik en gun ik de redactie een nieuwe hoofdredacteur en mijzelf ruimte voor nieuwe uitdagingen.    Wat is de zin en betekenis geweest van die vijf jaar, voor mij en voor het blad? Voor mij ontegenzeggelijk het creatieve proces van samen tot een resultaat komen waar je trots op bent. Het uitwisselen van gedachten en ideeën. Het stellen van vragen en zoeken naar betekenis. Het werken aan artikelen die stukje bij beetje beter worden, tot het moment dat je voelt: wat hier staat is van betekenis. Het is mijn hoop dat dit alles niet alleen van betekenis is geweest voor mij, maar ook voor de mensen met wie ik gewerkt heb, voor onze lezers en voor de begeleidingskunde. Het was altijd mijn uitdaging om meer vragen te stellen dan antwoorden te geven. Om los te maken wat vastzit. Om het te hebben over waar niemand het over heeft. Waarom? Omdat dat leren is. En leren is nodig om je als mens en als professional te kunnen blijven verhouden tot de wereld en de mensen om je heen.    Dit nummer bevat een aantal artikelen die mij persoonlijk erg dierbaar zijn. Frank Verborg schreef het hoofdartikel. Meermalen redigeerde ik in de afgelopen jaren met veel plezier zijn werk. Zonder dat we elkaar ooit spraken, ontstond er een betekenisvolle relatie. Johanna Pruijs debuteert in dit nummer. Ze wilde graag iets schrijven en samen werkten we aan haar eerste column ‘Just add meaning’. Joris Brenninkmeijer vroegen we het laatste boek van de door mij zeer bewonderde auteur Irvin Yalom te recenseren. De bijdrage aan De Weg komt ditmaal van Loes Wouterson. Onze wegen kruisten elkaar afgelopen jaar, toen ze mijn docent was bij de opleiding ‘Acteren in het bedrijfsleven’. Van haar leerde ik: spelen is betekenis geven. En ten slotte had ik, samen met acteermaatje Peter van Dijk, voor dit nummer de eer om Marian Donner te interviewen over de betekenis van de begeleidingskunde in deze neoliberale wereld.    Mijn wens is dat deze en de andere artikelen uitnodigen tot een kleine of misschien grotere zoektocht naar zin en betekenis. Wel passend, zo aan het eind van het jaar, lijkt me. Rest mij nog om afscheid van u te nemen. Dank voor het vertrouwen en ik hoop natuurlijk dat u dit mooie blad blijft lezen!   Maartje de Vries

Kwaliteit (september 2021)

Redactioneel   ‘Het goede doen’ is een begrip waar ieder eigen beelden bij heeft. Daarbij kan iets goeds voor de een ongewild desastreus uitpakken voor iemand anders. Als begeleider ben je vanuit je rol medeverantwoordelijk voor het welzijn van een ander, door de positie die je hebt ten opzichte van een cliënt of opdrachtgever. Je wordt gezien als iemand met verstand van zaken en komt in een positie waarin je bijdraagt aan inzicht en adviezen geeft. De ander legt als het ware zijn welzijn in jouw handen. Voor een begeleider is het daarom extra belangrijk om de eigen kwaliteit te waarborgen, om te toetsen of je het goede doet op het juiste moment. Zo kun je kwaliteit leveren en kan iemand daadwerkelijk op eigen kracht een stap voorwaarts zetten.   Dit nummer gaat over het goede doen, over kwaliteitsborging in ons vak, om oog te krijgen voor de betekenis van kwaliteit en welke aspecten in de begeleiding daarvoor belangrijk zijn. Frans Savelkoul en Sjaak Körver beschrijven het inzetten van het levensscript als onderdeel van de professionaliteit. Een artikel dat hier raakvlakken mee heeft, is dat van Akbar Barani. Hij schrijft over het professioneel inzetten van ervaringskennis binnen supervisie en hoe eigen ontwrichtende levensgebeurtenissen een plek kunnen hebben vanuit het kwadrant kwetsbaarheid, zelfstigma, veerkracht en empowerment. Over wat werkt in coaching wordt Erik de Haan geïnterviewd naar aanleiding van zijn nieuwste boek. Tim Theeboom neemt in zijn bijdrage diverse aspecten van coaching onder de loep en onderzoekt of coaching werkt.   Voor begeleiders in organisaties is de kwaliteit van de begeleiding uiteraard ook een belangrijk aspect. Paul Kloosterboer belicht wat de huidige tijd van organiseren vraagt van de adviseur en hoe je daarin een dienende plek kunt innemen om van daaruit de juiste interventies te doen.   In de rubriek Gelezen reflecteert Frank Verborg op een tweetal boeken die gaan over het succesvol werken in teams en wat dit vraagt van zowel het team als de begeleider. Marie-José Geenen vertelt in De Weg over het nut van reflectie in haar loopbaan. De column van Kees Faber sluit hier in zekere zin op aan en geeft inspiratie tot stilstaan bij reflectie; de kracht van de professional zit immers niet altijd in beter, meer en verder.   Kortom: in dit nummer worden diverse invalshoeken van kwaliteit belicht. Ik ben ervan overtuigd dat stilstaan, reflectie en tot op het bot eerlijk durven zijn essentiële ingrediënten zijn van professionele kwaliteit.   Tijn Ponjee


Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper