logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Toetsen op school.

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Sanders, P. (red.) (2011). Toetsen op school. Arnhem: Cito. 190 pp. Te downloaden op: www.toetsenopschool.nl, gratis Het boek Toetsen op school is eigenlijk geen boek, maar een website die Cito ontwikkeld heeft om een bijdrage te leveren aan beter onderwijs, een cadeau aan de lerarenopleidingen. De kennis en kunde van docenten op het gebied van toetsen en beoordelen kan vergroot worden met behulp van dit boek. Dat het boek niet als boek verschijnt, maar als website heeft het voordeel dat bijstelling mogelijk is als daar aanleiding voor is. Er zijn of komen nog aanvullende publicaties met specifieke informatie voor primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs. Toetsen op school is geschreven vanuit de gedachte dat docenten ten aanzien van vijf aspecten van toetsen deskundig moeten zijn: 1. Docenten moeten weten dat toetsen verschillende doelen hebben, 2. Docenten moeten toetsen kunnen ontwikkelen, 3. Docenten moeten weten waar ze informatie over toetsen kunnen vinden, 4. Docenten moeten toetsresultaten kunnen beoordelen en interpreteren, en 5. Docenten moeten de kwaliteit van toetsen en examens kunnen beoordelen. In het eerste hoofdstuk wordt door Sanders het doel van toetsen beschreven. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt naar toetsen voor het beoordelen van leerlingen, toetsen voor het beoordelen van het onderwijsleerproces, toetsen voor het beoordelen van groepen leerlingen en scholen en toetsen voor het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs.Roelofs en Visser richten zich daarna in hoofdstuk 2 op de stappen die gezet moeten worden om te komen tot het samenstellen van een toets. Hoe kom je van een visie op toetsen via einddoelen en tussendoelen naar toetsbare leerdoelen en hoe kan je deze omzetten in betrouwbare en valide toetstaken, de juiste keuze van toetsvorm en de uiteindelijke samenstelling van de toets. Hoofdstuk 3 en 4 zijn twee hoofdstukken die op een begrijpelijke manier twee kernconcepten van toetsen en beoordelen uitleggen: betrouwbaarheid en validiteit van toetsscores. Het vijfde hoofdstuk is een vreemde eend in de bijt. Meijer beschrijft de bronnen die docenten kunnen raadplegen om meer te weten te komen over toetsen en beoordelen. Een heel mooi overzicht dat beter aan het einde van het boek geplaatst had kunnen worden. Opvallend is de verwijzing naar Google (p. 95) alsof docenten wezens van een andere planeet zijn.Hoofdstuk 6 en 7 respectievelijk geschreven door Noijons en Erkens gaan in op het construeren van gesloten en open vragen. Zeer praktische hoofdstukken met handige voorbeelden. Het geven van feedback door docenten had bij het corrigeren van open vragen meer aandacht mogen krijgen.Kuhlemeier beschrijft in hoofdstuk 8 wat praktijktoetsen zijn en hoe deze ontwikkeld en beoordeeld moeten worden. Hoofdstuk 9 behandelt het beoordelen van toetsscores. De problematiek van normeren, relatief of absoluut, het vaststellen van de cesuur en de score-cijfer-transformatie worden beschreven. Hoofdstuk 10 heeft als titel ‘De kwaliteit van toetsen en examens’. Een hoofdstuk met deze titel had ik aan het begin verwacht bij een boek dat bedoeld is om de deskundigheid van docenten te verhogen. Bij het lezen blijkt het echter niet te gaan om kwaliteit van toetsen in het algemeen, maar gaat het in op twee beoordelingssystemen, Cotan en het beoordelingskader van het mbo. Toetsen op school is een boek dat zeker een bijdrage kan leveren aan de deskundigheidsbevordering van docenten. Lezers moeten daarbij wel genegen zijn om over het hoge Cito-gehalte heen te lezen. Daarnaast is toetsen en beoordelen op school ook veel breder dan het toetsen zoals dat in dit boek behandeld wordt. De formatieve functie van toetsen komt in het boek slechts minimaal aan de orde. Vanuit het oogpunt van Cito is dat logisch, maar voor de doelgroep waar het boek voor geschreven is, is dat ontbrekende informatie. Mw. dr. Desirée Joosten-ten Brinke is redacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joosten-tenbrinke@ou.nl, d.tenbrinke@fontys.nl.
Gratis
lees meer

Mijn leerlingen beoordelen elkaar

Auteur: Wynand Wijnen

Leerling F. ziet het echt nog niet zitten. De docent heeft de klas in drietallen ingedeeld en deze drietallen moesten een presentatie voorbereiden over een milieuonderwerp. Hij werd ingedeeld bij het leukste meisje van de klas en ze hebben met veel plezier gewerkt aan de voorbereiding van de presentatie. Nu een en ander afgerond is vraagt de docent ineens of ze elkaar willen beoordelen. Eigenlijk vindt leerling F. dit maar niks. Hij heeft wel gezien dat zijn klasgenote zich niet bovenmatig inspande, maar omdat hij wat extra tijd heeftingezet, is de presentatie toch nog heel goed verlopen. Wat moet hij nu? Moet hij zijn klasgenote een lage beoordeling geven, omdat ze eigenlijk niet zo heel veel heeft gedaan of is het beter dat hij uitgaat van de kwaliteit van de presentatie en voor iedereen uit het drietal een goed cijfer voorstelt. Hij weet het niet en daarom vindt hij elkaar beoordelen maar niks. Er zijn goede redenen om leerlingen in het onderwijs van tijd tot tijd groepsopdrachten te laten uitvoeren. Niet alleen kunnen leerlingen bij de uitvoering daarvan van elkaar leren, maar ook kan op die manier duidelijk worden gemaakt, dat samenwerken in groepsverband ook in de maatschappij van veel belang is. Over het belang van groepsopdrachten is er overigens in de klas geen verschil van mening. Het probleem begint wanneer de docent vraagt of de groepsleden elkaar willen beoordelen. Zo’n verzoek vinden de leerlingen eigenlijk niet fair. ‘Je gaat je klasgenoten toch niet afvallen’. ‘Hoe kunnen wij nu oordelen over de inbreng van anderen, terwijl we het zelf nog moeten leren?’ ‘Is het wel redelijk dat de docent de moeilijke beoordelingstaak naar ons doorstuurt?’ Deze en andere vragen worden door de leerlingen druk besproken en er zijn verschillende standpunten. Leerlingen begrijpen dat de docent niet alles kan zien wanneer de klas in kleine groepjes aan het werk is. Maar het beoordelen van elkaar vinden de leerlingen toch geen prettige opgave. Natuurlijk zouden ze wel eens duidelijk willen maken dat sommige leerlingen er de kantjes vanaf lopen, maar wat zijn de gevolgen? Ook willen ze die sympathieke leerling die het moeilijk heeft, graag ondersteunen, maar wat heeft hij daar aan? Leerlingen realiseren zich natuurlijk dat de docent niet op zoek is naar uitspraken over sympathie en antipathie. Het moet gaan over prestaties en over niets anders. Wanneer men beoordelingen vooral ziet als een afsluiting van het verleden zou men een geringere inzet van medeleerlingen met de mantel der liefde kunnen bedekken, maar het gaat ook om de toekomst. Daarom is het de moeite waard dat leerlingen weten dat hun medeleerlingen niet echt te spreken zijn over hun inzet. Het benoemen van sterke en zwakke punten door medeleerlingen – mits eerlijk en fair bedoeld – kan leerlingen alleen maar helpen bij het verbeteren van hun leerproces. En daar gaat het natuurlijk om. Wanneer leerlingen in het onderwijs elkaar moeten beoordelen, melden zich achterdochtige gedachten als: ‘Leerlingen zullen elkaar wel niet de voet dwars willen zetten.’ ‘De lievelingetjes in de klas zullen hiervan wel profiteren.’ ‘Het is toch niet redelijk dat de docent het moeilijke werk aan de leerlingen overlaat.’ Deze teksten en variaties daarop worden al snel gehoord. Toch lijkt het leerzaam wanneer leerlingen ervaring opdoen met het beoordelen van elkaar. Gedwongen worden om op feiten te letten kan vooroordelen minder krachtig maken. En meningen kunnen beter uitgesproken worden dan dat ze ongekend en ongecontroleerd hun werk blijven doen. Voorwaarde is dat de docent op een goede manier het ‘elkaar beoordelen’ begeleidt en zo nodig corrigeert. Prof.dr. W.H.F.W. Wijnen was hoogleraar Ontwikkeling en Onderzoek van het Hoger Onderwijs aan de Universiteit Maastricht.
Gratis
lees meer

Greep krijgen op je toetsen en examens

Auteur: Ad de Jongh

Paul Bloemen, Esther Gielen & Cilia de Jong (2010). Greep krijgen op je toetsen en examens – Werkboek voor studenten in het MBO. Nuenen: OAB Dekkers. Produkt 2010003. € E17,00. Te bestellen via www.oabdekkers.nl. Greep krijgen op je toetsen en examens Het mbo staat bijna jaarlijks in het centrum van de belangstelling als het gaat om de kwaliteit van de examens. Elk jaar wanneer de inspectie het examenverslag voor het mbo uitbrengt, levert dit veel stof op voor de media. Dat heeft te maken met het gegeven dat een deel van de examens blijkbaar nog steeds niet op orde is. Examinering en het verbeteren van de examineringsprocessen staan hoog in het vaandel van het mbo. Vele maatregelen zijn in de afgelopen jaren genomen om de kwaliteit van de examineringsprocessen te verhogen. De publicatie van het boekje Greep krijgen op je toetsen en examens, een werkboek voor studenten in het mbo, niveau 3 en 4, kan in dat kader bezien worden. Het biedt studenten houvast om zich terdege voor te bereiden op de examens zoals die in het mbo worden afgenomen. Een goede voorbereiding is voor de student van essentieel belang voor het met succes afleggen van examens. Het werkboek, een uitgave van Onderwijsadviesbureau drs. M.A.F. Dekkers, omvat zes hoofdstukken. Na de inleiding waarin het doel van het boek wordt beschreven en de wijze waarop de student ermee kan werken, volgt een hoofdstuk over toetsing en examinering. In dat hoofdstuk komen zaken aan de orde als: Wat moet ik leren voor het examen?, Hoe word ik getoetst?, Hoe is de toetsing en examinering georganiseerd? Hoofdstuk 3 behandelt verschillende examenvormen: de proeve van bekwaamheid, het examendossier en het criteriumgericht interview. Kortom examenvormen die heden ten dage in vele mbo-instellingen worden gehanteerd. De student krijgt uitleg over deze verschillende vormen en leert ook op welke wijze hij zich daarop kan voorbereiden. Het vierde hoofdstuk met de titel ‘Toetsing voor ontwikkeling’ gaat in op de formatieve toetsing. Ook hier komen de veelvoorkomende toetsvormen aan de orde: kennistoets, vaardigheidstoets, casustoets, simulatie, stage- en praktijkopdracht en projectopdracht. Studenten krijgen tips hoe ze zich kunnen voorbereiden op deze toetsvormen. In het vijfde hoofdstuk geven de auteurs tips en ‘tools’ voor toetsen en examens. Het boek wordt afgesloten met een begrippenlijst waarin de gebruikte begrippen op een duidelijke wijze worden uitgelegd, omdat de beschrijvingen van de toets- en examenvormen kunnen afwijken van de specifieke terminologie op de school van de student. Het boek is aantrekkelijk vorm gegeven. In elk hoofdstuk wordt de kennis geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk, waarbij drie studenten gevolgd worden. Het zijn Desi die de opleiding tot verpleegkundige volgt, Mehmed die wordt opgeleid tot commercieel medewerker in het bank- en verzekeringswezen en Robert die medewerker groenvoorziening wil worden. Deze illustraties verlevendigen de tekst en maken duidelijk dat de publicatie in eerste instantie is bedoeld voor de studenten in het mbo. In het kader van studieloopbaanbegeleiding is dit zeker een waardevolle publicatie waarmee de studenten kunnen worden voorbereid op toetsing en examinering. Doordat het boek het karakter heeft van een werkboek kan de student de aangeboden leerstof op dit gebied zowel zelfstandig tot zich nemen, als onder begeleiding van zijn docent of studieloopbaanbegeleider. De studieloopbaanbegeleider in het mbo is immers de aangewezen persoon om de student te begeleiden bij zijn leerproces en daar hoort ook het examineringsproces bij. Greep krijgen op je toetsen en examens is zeer vernieuwend. Tot op heden lijken er in Nederland geen andere publicaties over toetsing en examinering te bestaan die specifiek voor studenten in het mbo bedoeld zijn. Het gebruik van dit werkboek bij de begeleiding van studenten zal zeker vruchten afwerpen: direct voor de student die zich beter kan voorbereiden op zijn toetsing en examens en indirect als bijdrage aan de verhoging van de kwaliteit van de examens. De heer drs. A.J.C.M. de Jongh is redacteur van EXAMENS. E-mail: A.J.C.M.deJongh@zadkine.nl.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper