logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen - Abonneer je nu!

Congresspecial Examens 2013

Voor u ligt een extra nummer van Examens, tijdschrift voor de toetspraktijk. Een speciaal nummer ter gelegenheid van het afscheid van de oprichter van dit blad, Henk van Berkel. Na ruim tien jaar het tijdschrift vol passie te hebben geleid, is Henk afgelopen maand met pensioen gegaan en heeft hij zijn redactionele activiteiten overgedragen. In zijn rol als hoofdredacteur en als redacteur van verschillende boeken over toetsing had Henk altijd de docent voor ogen, zodat artikelen optimaal bijdroegen aan de kwaliteit van het onderwijs. Het is daarom ook passend dat dit extra nummer uitkomt vlak voor het NVE-congres dat als thema  kwaliteit van examinering heeft. Dat het systeem van toetsing in het onderwijs van hoge kwaliteit moet zijn, wordt door iedereen die in het onderwijs werkzaam is, aangenomen. Hoe dat dan gerealiseerd moet worden is een andere vraag. Het realiseren van kwaliteit van toetsing is moeilijk. Toetsing betreft veel aspecten. Duidelijk is dat als een toets niet meet wat die zou moeten meten er geen sprake is van toetskwaliteit. Het meten van competenties moet met andere instrumenten dan het meten van kennis. Maar welke instrumenten kan je inzetten om toetskwaliteit te realiseren? In hoeverre is er sprake van toetskwaliteit als de toetsing niet bijdraagt aan het leren van leerlingen en studenten? Afhankelijk van de functie van de toets kan dat een rol spelen. Toetskwaliteit wordt ook bepaald door de afnamecondities. Werken de computers bij een digitale toets, zijn de surveillanten geinstrueerd over wat zij wel en niet mogen en moeten zeggen? De basis voor toetskwaliteit van een opleiding wordt vastgelegd in het toetsbeleid. De visie op toetsen is van betekenis voor de verdere uitwerking ervan in het onderwijs. Mijn idee is dat deze visie nog niet bij alle opleidingen even helder aanwezig is. De artikelen in dit nummer kunnen als input gebruikt worden om de visie van uw opleiding verder vorm te geven. Dit nummer bevat bijdragen van auteurs die al eerder geschreven hebben voor EXAMENS en van auteurs die een bijdrage geleverd hebben aan het nieuwste boek van Henk van Berkel c.s. over toetsen in het hoger onderwijs. De bijdragen zijn kort en bondig en geven een goed beeld van de verschillende onderwerpen die de afgelopen tien jaar de revue van het tijdschrift gepasseerd zijn en die op verschillende manier een stukje van toetskwaliteit in beeld brengen.De redactieleden Harry Molkenboer en Alex van de Kerkhof hebben beiden een column voor dit nummer geschreven. Harry geeft aan dat toetsing niet zo zwart-wit is als we vaak door allerlei regeltjes willen doen geloven en Alex maakt duidelijk dat we het onze leerlingen en studenten soms wel heel erg moeilijk maken door de formulering van onze toetsvragen. Op de NVE pagina wordt het NVE register voor examenfunctionarissen aangekondigd. Tot slot in dit nummer drie introducties op de keynotes van het NVE-congres. De redactie dankt Henk van Berkel voor zijn geweldige idee om dit tijdschrift op te richten. Bij een vereniging die staat voor kwaliteit hoort een tijdschrift dat bij deze ambitie aansluit. We hopen de weg die Henk met het tijdschrift is ingeslagen op een goede manier te vervolgen.

€ 6,95

EXAMENS 2013-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2013-04 december 2013 Jurering binnen het damesturnen, objectieve creteria leidraad voor subjectieve waarneming, Aukje de Jong en Jackelien ter Burg De uitvoering van de tweede correctie, nakijken en nog eens nakijken, Hans Kuhlemeier en Ed Kremers Terecht of niet? 'Geleend goed gedijt niet', Annemarie de Knecht-Van Eekelen Het mondeling examen bij de staatsexamens voortgezet onderwijs, over de waardigheid van schoolexamens en mondelinge staatsexamens, Wim Kleijne Gastcolumn: Wie niet sterk is moet intelligent zijn, Marten Roorda  De kwaliteit van de staatsexamens voortgezet onderwijs, sterke en zwakke aspecten van de staatsexamens,  Piet Sanders Examencommissies in het hoger onderwijs, Uit de praktijk, Elissaveta Radulova en Henk van Berkel Examens in bedrijf, De Associatie Jackelien ter Burg en Annemarie de Knecht-Van Eekelen Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Even voorstellen Het overnemen van het hoofdredacteurschap van Henk van Berkel brengt ook met zich mee dat ik het Redactioneel mag schrijven. Maar hoe doe je dat eigenlijk? Het op papier zetten van de juiste woorden voelt wel een beetje aan als examen doen. Het aantal beoordelaars is alleen veel groter dan bij een ander examen. Eerst een kleine beoordelingscommissie van acht redactieleden en daarna nog een hele grote beoordelingscommissie van al onze lezers. Nu de criteria checken.... Het aantal woorden staat vast, maar de andere criteria? Aangezien die niet op papier staan, kijk ik terug naar hoe de ‘examens’ van Henk van Berkel en Annemarie de Knecht-van Eekelen eruit zagen. Persoonlijke verhalen, anekdotes, actualiteiten, ... allerlei variaties zijn de Redactioneel-revue gepasseerd. Ik besluit het maar op mijn eigen wijze te doen en hoop dat ik van u als lezer ontwikkelingsgerichte feedback mag ontvangen. Ik ben dan uiteraard benieuwd naar de criteria die u daarbij gebruikt. Ik zal mij eerst even voorstellen. Mijn toetskundige opleiding ben ik gestart in Twente. Bij de vakgroep Onderwijskundige Meetmethoden en Data-analyse ben ik afgestudeerd op verschillen in perceptie van volwassenen op meerkeuzevragen en open vragen. Daarna kon ik direct aan de slag als toetsdeskundige bij de Open Universiteit. De Open Universiteit karakteriseert zichzelf door online afstandsonderwijs wat uiteraard ook in de toetsing tot uiting komt; door digitaal toetsen kunnen studenten voor een groot aantal vakken tentamen afleggen op een tijdstip dat hen goed uitkomt. Ik ben examinator van een mastercursus Kwaliteit van toetsen en beoordelen in onderwijs en opleiding en begeleid scriptiestudenten en promovendi bij hun onderzoek naar verschillende toetsthema’s. Vanaf 2000 ben ik tevens lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding in Tilburg. Als lector lever je een bijdrage aan de professionalisering van docenten door middel van praktijkonderzoek. Actuele thema’s die in mijn kenniskring onderzocht worden zijn formatief toetsen, het geven van schriftelijke feedback en het werken met rubrics. Kortom, mijn hele week is gevuld met een breed scala aan toetsgerelateerde activiteiten, waarbij het verhogen van kwaliteit centraal staat. Kwaliteit van toetsing is cruciaal. Op basis van toetsing worden beslissingen genomen over leerlingen en studenten die voor hen grote consequenties kunnen hebben. De kwaliteit van die beslissingen is niet alleen afhankelijk van de afzonderlijke toetsen, maar van de gehele set van toetsen die leerlingen en studenten moeten afleggen, de context waarbinnen toetsen gemaakt worden en de toetsbekwaamheid van docenten. Met het tijdschrift EXAMENS willen we aan de ontwikkeling van deze toetsbekwaamheid een bijdrage leveren. Ik wens u weer veel leesplezier! Mw. dr. D. Joosten-ten Brinke is hoofdredacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joostentenbrinke@ ou.nl; d.tenbrinke@fontys.nl.

€ 6,95

Score – Toetsen en beoordelen - Hogeschool van Amsterdam

Auteur: Desirée Joosten-ten Brinke

Welkom op de website over toetsen en beoordelen van de Hogeschool van Amsterdam. Op deze website is alle relevante informatieover toetsen en beoordelen direct beschikbaar voor studenten, docenten, leden examencommissies, toetscommissies, bedrijfsbureaus, staf/management. De site bevat naast de basisinformatie: bronnen, voorbeelden, links, tips en literatuur. De Hogeschool van Amsterdam heeft in oktober een nieuwe versie van haar website over toetsing gepresenteerd. Op deze website staat relevante informatie over toetsen en beoordelen voor diverse doelgroepen. Op de studentensite is te lezen welke toetsvormen gehanteerd worden bij de HvA en wat deze toetsvormen inhouden. Per toetsvorm worden de volgende vragen beantwoord: wat is het?, wat wordt getoetst?, hoe word ik getoetst?, hoe word ik beoordeeld?, hoe bereid ik me het beste voor?, welke feedback krijg ik?. De antwoorden op deze vragen zijn kort en duidelijk geformuleerd. Daarnaast kunnen de studenten lezen wat de visie van de HvA op toetsing is en wat de rechten en plichten van de student bij toetsing zijn. De docentensite beschrijft toetsing vanuit een ontwerpperspectief: Hoe kies je de juiste toetsvorm? En hoe doorloop je de toetscyclus? Voor alle toetsvormen die ook al op de studentensite genoemd staan, wordt aangegeven hoe ze gebruikt moeten worden. Op de site voor docenten wordt expliciet aandacht besteed aan toetsbeleid en het eindniveau van de opleiding. Elke pagina wordt aangevuld met voorbeelden vanuit verschillende opleidingen. De pagina’s voor de leden van toetscommissies en examencommissies gaan verder in op wat verstaan wordt onder kwaliteit van toetsing en op welke manier de toetscommissies en examencommissies te werk gaan bij de borging van de kwaliteit. Regelgeving en uitvoering zijn hierbij belangrijke aspecten. Op de pagina van het bedrijfsbureau staat de uitvoering van de toetsing centraal. Roostering, inzage, het verwerken van resultaten en archivering worden uitgebreid beschreven. Tot slot staat op de pagina voor staf en management informatie over toetsbeleid, studiesucces en rendement, deskundigheidsbevordering, eindniveau, borging van kwaliteit en de interne organisatie en bemensing. Wat bij het doornemen van de hele site opvalt, is dat sommige kopjes op meerdere plaatsen terugkomen, zoals eindniveau, maar dat de uitwerking toegespitst is op de doelgroep bij welke het begrip genoemd wordt. Onderlinge verwijzingen naar de andere doelgroep zou daarbij nog een goede aanvulling zijn. Het mooie van de site is dat alle onderdelen open zijn voor alle doelgroepen. Dat betekent dat bijvoorbeeld de docenten de sites van de examencommissie kunnen inzien om te zien hoe borging geregeld is. De transparantie van de site is hoog en daarmee is deze site een heel goed voorbeeld voor andere hogescholen, en ook roc’s en universiteiten, om hun eigen beleid ten aanzien van toetsing vorm te geven. Mw. dr. Desirée Joosten-ten Brinke is hoofdredacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair docent bij de Open Universiteit. E-mail: desiree.joosten-tenbrinke@ou.nl; d.tenbrinke@fontys.nl.
Gratis
lees meer

Wie niet sterk is, moet intelligent zijn

Auteur: Marten Roorda

Wie niet sterk is, moet intelligent zijn Je weet ‘dat er iets is’. We weten allemaal dat het bestaat: intelligentie. Ongrijpbaar, maar overheersend. Er is veel over gezegd en geschreven. Toch is er nog steeds geen algemeen geaccepteerde definitie van intelligentie. Op de achtergrond is deze vage factor bij toetsen altijd de zwijgend aanwezige derde: the elephant in the test center. Door natuurlijke selectie is de mens veel slimmer geworden dan andere dieren. Wie niet sterk is, moest immers intelligent zijn. Om te overleven in de oertijd, om zich te verweren tegen wilde dieren en daarop zelfs te jagen. Intelligentie zit ons mensen in de genen. In duizenden genen om precies te zijn. We brengen het dus ook over op volgende generaties. De erfelijkheidsfactor van intelligentie wordt geschat op 0,5 tot 0,7. We gaan ervan uit dat iemand die intelligenter is dan anderen, over het algemeen hogere toetsscores op kennistoetsen haalt. Toch is het nooit goed gelukt instrumenten te ontwikkelen waarmee intelligentie te meten is. Ja, je hebt de IQ-test. Door sommigen getypeerd als een mathematisch artefact. Net als veel andere tests uit de psychologische hoek (zoals big five) laadt de IQ-test de verdenking op zich een kunstmatig construct te zijn. Je bedenkt een bepaalde factor, gaat die meten en vervolgens (hé, wat opmerkelijk) constateer je die factor. Stephen Jay Gould vergeleek de IQ-test met de schedelmetingen uit vroeger eeuwen. Je kunt er – volgens hem – niet van uitgaan dat intelligentie enkelvoudig meetbaar is. Howard Gardner introduceerde de meervoudige intelligentie, waardoor het begrip intelligentie niet bepaald duidelijker werd. IQ-tests hebben desondanks zo’n status bereikt dat massa en media er ontzag voor hebben. We bouwen er zelfs televisieformats op. De meeste HRassessments leunen zwaar op het onderdeel waarin intelligentie wordt gemeten. IQ-tests worden ingezet als instrument voor indicatiestelling, bijvoorbeeld om te bepalen of iemand voldoende zwakbegaafd is. En MENSA, de organisatie van en voor zeer intelligente mensen, gebruikt de IQ-test als selectie aan de poort. Hoe high de stakes bij een IQ-test kunnen zijn, blijkt uit het verhaal van de man in Florida die een hulpsheriff en een zwangere vrouw vermoordde. En die ter dood werd veroordeeld. De man scoorde een IQ van 71. Als hij één punt lager had gescoord, zou hij zijn blijven leven, want volgens de Amerikaanse Grondwet mogen geestelijk gehandicapten niet worden geëxecuteerd. Het Hooggerechtshof moet zich nu buigen over deze kwestie. Hoe de uitspraak ook uitvalt, vast staat dat deze man niet slim genoeg was om de test met opzet wat slechter te maken. We weten dus allemaal ‘dat er iets is’… Tussen iemands toetsresultaten bestaat vaak een grote correlatie. En dat kan geen toeval zijn. En duidt ook niet op een artefact. Charles Spearman introduceerde de g-factor (general factor), de variabele die verantwoordelijk is voor de correlatie tussen de diverse toetsuitslagen van één persoon. De g-factor kan gezien worden als een soort aanleg, of cognitieve vaardigheid. De g-factor heeft schijnbaar iets met intelligentie te maken. Maar ook met achtergrondvariabelen, zoals aangeboren en sociaaleconomische kenmerken. Mogelijk overheersen deze algemene factoren zo sterk, dat je – als je toetst – vrijwel niets anders meet dan dat. Kun je dan – om je de tijd en het geld van toetsen te besparen – niet gewoon een achtergrondvariabele als meetlat nemen? En het proces helemaal omkeren? Jawel. Dan kunnen we een leerling laten slagen als het huis van zijn ouders groot genoeg is, of als er in dat huis genoeg boeken staan. Met voldoende achtergrondgegevens valt een behoorlijk voorspellende waarde te bereiken. Big data, noemen ze dat modieus. Maar ook al zal dit op de totale populatie een redelijk betrouwbaar resultaat geven, op individueel niveau is zo’n benadering moreel niet acceptabel. Heeft toetsen dan toch wel zin? Ja, uiteraard (dat antwoord mag men van mij verwachten). Als we de g-factor goed zichtbaar konden maken, was het misschien anders. Maar nee, die zit in zoveel variabelen, factoren en genen, dat het meten van concreet gedrag het enige alternatief is. Daarom werk ik ook liever met schooltoetsen dan met andere soorten toetsen, zoals een IQ-test. Ze laten concreet zien wat iemand tot dat moment bereikt heeft. Dankzij zijn of haar eigen inspanningen, en met de hulp van anderen, zoals de school. Je meet iets wat niet een verschil is, maar wat een verschil maakt. Kortom, vergeet maar ‘dat er iets is’. In plaats van het hoofd te breken over wat intelligentie nu precies betekent, moeten we gewoon hard aan de slag om intelligente(re) toetsen te maken. De heer drs. M. Roorda is CEO/Voorzitter Raad van Bestuur van Cito. E-mail: Marten.Roorda@cito.com.
Gratis
lees meer

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper