logo-professioneel-begeleiden logo-professioneel-begeleiden
Filters

Alle artikelen

EXAMENS (mei 2016)

INHOUD EXAMENS 2016-02 Ontwerpen van toetsen volgens de Evidence Centered methode Erik Roelofs De Online Script Concordance Test om voortgang in klinisch redeneren te bevorderen van fysiotherapeuten in de opleiding en de beroepspraktijk Marjo Maas, Tamara van Schilt-Mol en Cees van der Vleuten In hoeverre kan het HBO-getuigschrift beroepsbekwaamheid garanderen?  Gerard Straetmans Niveaupunten als basis voor een diplomastelsel, een experiment Ron van Troost en Harry Molkenboer Uit de praktijk – Extern valideren van examens Henri Jager In gesprek met examenfunctionarissen – Miriam Regab-Felaki, procescoördinator Tentaminering en certificering Ad de Jongh en Desirée Joosten-ten Brinke Redactioneel Terecht of niet...? Gastcolumn Examencommissie Klopt het NVE Gezien en gelezen Literatuur en agenda Redactioneel Het tweede nummer van EXAMENS, tijdschrift voor de toetspraktijk in de nieuwe vormgeving ligt voor u. Na het verschijnen van het eerste nummer van dit jaar heeft de redactie veel positieve reacties, maar ook een enkele kritische reactie gehad op de nieuwe vormgeving. Desondanks werden we een beetje stil van de complimenten die we ontvingen. Blijkbaar hebben we een vormgeving gerealiseerd die kwalitatief aan de verwachtingen van veel lezers voldoet. En daar zijn we trots op. In ons tijdschrift streven we er naar om vele gevarieerde artikelen en rubrieken op te nemen die van een hoge kwaliteit zijn. Dat is één van de eisen die de redactie aan de aangeboden kopij stelt: de bijdrage moet de kwaliteitstoets kunnen doorstaan. Het tijdschrift moet zowel wat vormgeving als wat inhoud betreft kwalitatief goed zijn.  De toetspraktijk kent verschillende vormen van kwaliteit. Zo zag ik in de afgelopen maanden een item in het journaal over de voorbereiding op het theorie-rijexamen. Er zijn rijscholen die hun kandidaten een examentraining geven voorafgaande aan het theorie-examen. Op zich niets mis mee, zou je denken. Immers een gedegen voorbereiding op het examen geeft de kandidaat meer kans om voor dat examen te slagen. Maar over die gedegen voorbereiding kun je blijkbaar verschillend denken. Zo werd in het journaalitem aangegeven dat de voorbereiding bestond uit een examentraining waarin de aandacht werd gevestigd op de wijze waarop de vragen worden gesteld en wat het meest voor de hand liggende antwoord zou moeten zijn. En wat bleek? Meer kandidaten die op deze wijze waren voorbereid slaagden voor het theorie-examen dan kandidaten die deze voorbereiding niet hadden gehad. Na afloop van het examen zag ik blije kandidaten die geslaagd waren, maar een kandidaat gaf toe de verkeersregels niet (goed) te beheersen.  Een examen is ervoor om te meten of de kandidaat competent is op het betreffende gebied. Een examen moet hiervoor valide en betrouwbaar zijn. Als een kandidaat kan slagen door uit de vragen het goede antwoord ‘te lezen’ zonder verstand te hebben van de inhoud dan is een examen niet valide genoeg. In dat geval zal door de exameninstelling daar wat aan gedaan moeten worden. Dit is een vaker voorkomend probleem bij examens met hele grote aantallen kandidaten. Vragen raken bekend en het is erg kostbaar om een hele grote itembank met onderscheidende vragen te maken. Ook de toetstechnische kwaliteit van vragen kan aan de orde zijn. Maar over wat de oorzaak is, gaf het Journaal geen informatie. Nader onderzoek is gewenst. Het CBR zal hier inmiddels vast mee bezig zijn.  In dit tweede nummer van de dertiende jaargang treft u weer een diversiteit van bijdragen aan die de pretentie hebben de lezer voldoende ideeën te geven om de eigen toetspraktijk te verbeteren.

€ 6,95

EXAMENS (februari 2016)

INHOUD EXAMENS 2016-01 Toets om te leren: taalvaardigheid op een hoger niveau Gerdineke van Silfhout De Script Concordance Test als toetsmethode voor het onderwijskundig domein Tom Adams De tool Bachelortoets Jetske Strijbos en Aleidis Devillé Het beoordelen van de kwaliteit van rubrics Johan van Strien en Desirée Joosten-ten Brinke Uit de praktijk – Samen hoger op in toetsing Remco van der Lei In gesprek met examenfunctionarissen – Arie Dorsman, assessor Ad de Jongh en Rena Punt Redactioneel Terecht of niet...? Gastcolumn Examencommissie Klopt het NVE Gezien en gelezen Literatuur en Agenda Een nieuw jasje Voor u ligt een nieuw nummer van Examens, het tijdschrift voor de toetspraktijk. Met trots presenteren we dit kersverse nummer in een nieuw jasje. Het formaat is kleiner, de uitvoering steviger. Ik ben erg benieuwd wat u ervan vindt. Bij toetsen en examens draagt een goede vormgeving bij aan de validiteit, betrouwbaarheid en transparantie van de toets. Allerlei praktijkvoorbeelden laten zien dat het niet eenvoudig is om een goede vormgeving te realiseren. Een goede vormgeving begint al met een degelijke structuur, zodat leerlingen en studenten niet eerst een toets moeten gaan ontleden en analyseren om te weten wat er van hen wordt verwacht. Het moet direct zichtbaar zijn hoeveel vragen de toets bevat, wat de opbouw is en op welke wijze de vragen beantwoord moeten worden. Deze structuur is ook zichtbaar in de lay-out van de vragen. Vragen worden zoveel mogelijk in zijn geheel op een pagina geplaatst en het is duidelijk welke contextinformatie, zoals tabellen of illustraties, bij welke vragen behoren. De eisen aan de vormgeving van een tijdschrift zijn anders dan die voor toetsen en examens. Gelukkig konden we bij het vernieuwen van Examens bouwen op de ervaring van onze uitgever. Het nieuwe format biedt ook de mogelijkheid tot inhoudelijke vernieuwing. Ten eerste zal in elk nummer aandacht besteed worden aan meerdere, private en publieke, onderwijssectoren. De redactie zal daar zelf energie in steken om dat te realiseren, maar om ervoor te zorgen dat uw sector ook voldoende aan bod komt, zijn artikelen uit uw sector ook van harte welkom. Hiermee hopen we dat het tijdschrift informatief is voor alle lezers. Ook is er nadrukkelijker meer aandacht voor de balans tussen artikelen uit de praktijk en artikelen die gebaseerd zijn op wetenschappelijk of praktijkonderzoek. We gaan ook door met de interviews. Afgelopen jaar hebben we bedrijven in de spotlight gezet; dit jaar zullen dit individuen zijn die een specifieke rol of functie hebben in het toetsproces. Absoluut nieuw is de rubriek ‘Klopt het wel?’, waarin we verschillende misvattingen over toetsing aan de orde stellen. Bijvoorbeeld, met meerkeuzevragen kan je alleen maar reproductie toetsen of formatief toetsen is hetzelfde als het inzetten van oefentoetsen. U weet waarschijnlijk ook wel een aantal voorbeelden. In dit eerste nummer gaat het over twee fundamentele concepten, namelijk betrouwbaarheid en validiteit. Loopt u in uw toetspraktijk wel eens tegen misvattingen aan? Mail ze naar de redactie, dan kunnen we hier in ‘Klopt het wel?’ aandacht aan besteden. Ik wens u veel leesplezier!

€ 6,95

EXAMENS Special Examencommissies Onderweg

INHOUD EXAMENS SPECIAL EXAMENCOMMISSIES ONDERWEG december 2015 Examencommissies onderweg, Martine Pol-Neefs Samenwerken aan toetskwaliteit, Mieke Jaspers en Els van Zijl Toetsen, niet minder maar anders, Lex Jansen Integraal Beheermodel Centrale Examencommissie, Justus van Ebbenhorst Tengbergen, Martine Pieters en Nico Scheeres Richting Fraudepreventiebeleid, Ludo van Meeuwen en Trijntje Kraak Beoordelen beoordeeld, Tecla Lampe en Marlies van Beek In welke context stelt de examencommissie de examinatoren aan?, Susan Voogd Formele vereisten aan beslissingen examencommissie, Willem Beijk Actieve borging tegen fraude, Vincent Versluis en Arie de Wild Voorwoord Terugkijkend op het jaar 2015 zie ik een jaar waarin de rol van examencommissies steeds duidelijker wordt. Een jaar waarin examencommissies steeds meer en steeds beter het heft in handen nemen om te voldoen aan hun wettelijke taak: Het borgen van de kwaliteit van examens. Dat het borgen van deze kwaliteit geen eenvoudige opgave is, bleek onder meer uit het rapport Verdere versterking van de Onderwijsinspectie en was aanleiding voor de Onderwijsinspectie om in mei van dit jaar een congres te organiseren voor en door examencommissies. Een inspirerend congres met veel herkenning en veel leerpunten. Om dit leren van elkaar een vervolg te geven heeft de redactie van Examens in overleg met de Onderwijsinspectie besloten om een Special uit te geven die nu voor u ligt. In deze Special worden ter inspiratie verschillende ideeën, voorbeelden en uitwerkingen gepresenteerd. Niet alleen ten behoeve van leden van examencommissies, maar zeker ook voor het management van opleidingen. Om als examencommissie effectief en efficiënt te kunnen werken, is het van belang dat het management al in de lijn een doordacht toetsbeleid, toetsprogramma en toetsorganisatie heeft ontworpen en ontwikkeld. De samenwerking tussen de lijn en de examencommissies is cruciaal en wordt dan ook in een van de eerste artikelen door Van Zijl en Jaspers uitgewerkt. Dat daarbij ook rekening gehouden moet worden met studenten met een functiebeperking, zonder in te boeten op de eisen die we stellen aan toetskwaliteit, levert specifieke aandachtspunten op die in de bijdrage van het Expertisecentrum handicap en studie worden toegelicht. Tijdens het congres bleek ook de behoefte van examencommissies om te beschikken over concrete instrumenten en richtlijnen. In deze Special komen een aantal van deze instrumenten en richtlijnen aan bod, zoals een model en een vraagmethode voor fraudebestrijding, een integraal beheermodel om zicht te houden op de administratieve organisatie en interne controle en een methodiek voor het aanwijzen van examinatoren waarbij rekening gehouden wordt met taakopvatting en borging. Met deze Special heeft u tevens een sneak preview van de nieuwe vormgeving van ons tijdschrift. Vanaf januari zal Examens, tijdschrift voor de toetspraktijk in een nieuw format verschijnen. Naast de digitale versie, blijft het tijdschrift in tegenstelling tot deze Special, nog als fysiek document op uw deurmat vallen. Ik hoop dat de Special bijdraagt aan nog verdergaande versterking van het functioneren van examencommissies en wens u veel leesplezier! Desirëe Joosten – Ten Brink, hoofdredacteur EXAMENS, tijdschrift voor de toetspraktijk

€ 6,95

EXAMENS 2015-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-04 november 2015 Stap voor stap naar exameninstrumenten voor herziene kwalificatiedossiers Maria Wessels en Leontine Derks Ontwerpen van een instrument voor collegiale screening van kennistoetsen Karin Gerritsen-van Leeuwenkamp, Jan Adema en Gerard Straetmans Gaan rubrics ons helpen beter te beoordelen? Gerard Straetmans De impact van formatieve assessments op de zelfregulatie en motivate van jonge adolescenten Kelly Meusen-Beekman, Desirée Joosten-ten Brinke en Els Boshuizen Uit de praktijk - Actieve Borging tegen fraude Vincent Versluis en Arie de Wild Examens in bedrijf Creatief ondernemen met lef! Hoffelijk Rena Punt en Desirée Joosten-ten Brinke Redactioneel Terecht of niet...? Gastcolumn NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda Leren eerlijk te zijn De zomervakantie ligt, wanneer u dit leest, alweer een aantal maanden achter ons. De examenperiode in het reguliere onderwijs ligt nog ver weg. Maar juist in de zomervakantie van dit jaar kwam ik opvallend veel berichten in kranten en op televisie tegen over frauduleus handelen bij examens. Ook juridische berichtgeving ontbrak niet. De rechter deed bijvoorbeeld uitspraak over de fraude met VCA-examens. Ook in de rubriek ‘Terecht of niet’ in dit nummer van EXAMENS besteden we er aandacht aan. Ik vroeg me af of er tegenwoordig meer gefraudeerd wordt dan vroeger. Uit mijn eigen schooltijd kan ik me niet herinneren dat ooit het woord ‘examenfraude’ viel. Ja, er werd wel gespiekt. Examenfraude is dus van alle tijden, maar in de huidige tijd is er veel meer aandacht voor. En dat is natuurlijk terecht aangezien we niet willen dat diploma’s uitgereikt worden aan kandidaten die in principe niet kundig en vaardig zijn op de gebieden waarvoor ze opgeleid zijn. We willen juist burgers die op eerlijke wijze hebben aangetoond te beschikken over de competenties waarvoor ze opgeleid zijn. Wanneer ik een elektricien inhuur, verwacht ik dat hij vaardig genoeg is om het probleem in mijn huis te kunnen oplossen. Dat vereist een deugdelijke proeve van bekwaamheid zonder frauduleus handelen. We weten inmiddels dat de technologische vooruitgang steeds nieuwe mogelijkheden creëert om te frauderen. En dat dit van examenfunctionarissen steeds nieuwe kennis en vaardigheden vereist om frauduleuze handelingen te herkennen. Ook al ben ik een beetje bang dat bij altijd voortschrijdende techniek examenfunctionarissen het nakijken hebben pleit ik ervoor dat in opleidingen voor leraren en in (na) scholing voor examenfunctionarissen meer aandacht aan dit onderwerp wordt besteed met bijvoorbeeld een module over het ‘herkennen van examenfraude’. Ook bepleit ik verplichte bij- en nascholing om deze kennis op peil te houden. Maar dat is niet genoeg. Onkruid moet bij de wortel worden aangepakt. Dat houdt in dat ook het normbesef van examenkandidaten op peil gebracht moet worden. Ik ben van oorsprong pedagoog die - dat is nou eenmaal de aard van het beestje - van waarden en normen houdt. Waarden en normen reguleren de samenleving. Aandacht voor ethiek, aandacht voor ethische dilemma’s, dat mogen wat mij betreft vaste onderdelen van het curriculum worden, zoals bijvoorbeeld in het middelbaar beroepsonderwijs waar één van de te bereiken competenties ‘ethisch en integer handelen’is genoemd. Maar het zou bijvoorbeeld ook kunnen in het vak filosofie. Naar mijn bescheiden mening zou dat op de middelbare school een verplicht vak mogen zijn. Gedragsverandering start met kennis en besef van oeroude normen en waarden als eerlijkheid en rechtvaardigheid. Wanneer je fraude tijdens examens wilt beperken of zelfs voorkomen, is vorming in ethiek beslist ook een middel.

€ 6,95

EXAMENS 2015-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-03 september 2015 Verdere versterking van examencommissies blijft nodig Martine Pol Het beoordelingsproces van afstudeeronderzoek bij de opleiding Huistherpie Froukje Jellema Soft skills digitaal examineren Herman Broeksma Inperken van strategische en calculerend toetsgedrag Neeltje Verhagen Uit de praktijk - Visitatie van contactlensexamens Ad de Jongh Examens in bedrijf: Teelen kennismanagement Desirée Joosten-ten Brinke en Karin Gerritsenvan Leeuwenkamp Redactioneel Gastcolumn Terecht of niet...? NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda Alles maar regelen In 2007 werd in het voortgezet onderwijs de regel ingevoerd dat het verschil tussen het gemiddelde cijfer op alle schoolexamens (SE) maximaal een half punt mag afwijken van het gemiddelde cijfer op het centraal examen (CE). Dit leidde tot enorme discussies over de inhoudelijke juistheid en de consequenties van die regel. Bij vakken waarbij het schoolexamen dezelfde leerdoelen dekt als het centraal examen, is het inderdaad raar als leerlingen voor het schoolexamen significant hoger scoren dan voor het centrale examen, maar is het vreemd als leerlingen op een schoolexamen Engels Gespreksvaardigheid anders scoren dan op het eindexamen Engels Leesvaardigheid? Echter de regel was er, met als gevolg dat sommige scholen de resultaten van de schoolexamens eerst door een cijfer-coördinator lieten controleren of het gemiddelde niet te hoog was. Indien dat wel het geval was, werden docenten verzocht de cijfers naar beneden bij te stellen. Net voor de zomer heeft de staatssecretaris aangegeven dat de regel zijn doel bereikt heeft – het verschil tussen SE en CE is kleiner geworden – en opgeheven kan worden. Het vingertje blijft echter geheven: als het verschil weer groeit, kan de regel weer onderdeel worden van de beoordeling van leerresultaten. Het opheffen van een regel past in de afspraken die de minister en de staatsecretaris gemaakt hebben in het kader van de Regeldrukagenda 2014-2017. Minder regels, en alleen regels als ze daadwerkelijk bijdragen aan het verhogen van onderwijskwaliteit. Een regel waar nu aan gesleuteld wordt, betreft het nakijken van de eindexamens. Aangetoond is dat de scores van de eerste corrector in het onderzoek hoger waren dan de scores van de tweede corrector, maar ook dat sommige scholen bij de eerste correctie soepeler beoordelen dan andere scholen1. Op basis van de eerste bevinding heeft de staatssecretaris voorgesteld de eerste en tweede corrector om te wisselen. De tweede bevinding biedt echter handvatten voor de professionalisering van docenten. Door docenten te trainen in hun beoordelingsvaardigheid en hen zicht te geven op de consequenties van het bewust ophogen van de scores, blijven docenten eigenaar van hun eigen onderwijs. Voorlopig is de regel van de baan, het is aan docenten om aan te tonen dat dat gerechtvaardigd is. Micha de Winter deed in zijn column2 een oproep aan docenten zinloos werk dat niet bijdraagt aan zinvol onderwijs te weigeren. Hij noemde hierbij als voorbeeld het opleveren van informatie waaruit blijkt dat de toets aansluit bij de leerdoelen van de betreffende cursus. Als reden om dit te weigeren geeft De Winter aan dat het niet empirisch is aangetoond dat het onderwijs er beter van zou worden. Helaas is het echter wel aangetoond dat er veel toetsen in het onderwijs gebruikt worden waarbij deze niet aansluiten op de leerdoelen. Ik steun het streven naar minder regels en hoop dat we met ons blad een bijdrage kunnen leveren aan de intrinsieke gedrevenheid van docenten om te werken aan onderwijskwaliteit. Veel leesplezier! 

€ 6,95

EXAMENS 2015-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-02 mei 2015 Hoge beoordelaarsovereenstemming bij centrale examens muziek Herjan Denissen en Peter Schoenmaker Voordelen en uitdagingen voor toetsing in computersimulaties Sebastiaan de Klerk, Pieter van Dijk en Liesbeth van den Berg Koninklijke Marechaussee ervaart inschaling in NLQF als forse steun in de rug Patricia Defesche Tussentijds formatief toetsen in het hbo 24 Regula van Graas-Hofman Uit de praktijk - Fraude in beeld: de werkwijze van georganiseerde fraudeurs Annie Kempers-Warmerdam Examens in bedrijf - Cinop: maakt werk van leren Ad de Jongh en Annemarie de Knecht-van Eekelen Redactioneel In memoriam Terecht of niet...? Gastcolumn NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda Een nieuwe lente en een nieuw geluid Dit was de eerste gedachte die bij mij opkwam toen ik begon aan mijn eerste Redactioneel van EXAMENS, tijdschrift voor de toetspraktijk. Alle zaken die je voor de eerste keer doet zijn uitdagend en spannend. Zo ook een eerste Redactioneel. Door de jarenlange ervaring in de redactie van EXAMENS heb ik al vele Redactioneels gelezen en mogen beoordelen. En dan ben je zelf aan de beurt, als opvolger van Annemarie de Knecht-van Eekelen die in de afgelopen zeven jaar de nodige Redactioneels heeft geschreven. Je wilt je voorganger niet kopiëren. Je gaat op zoek naar een eigen vorm. In eerste instantie denk je bij het schrijven van een Redactioneel: ‘Ik ga aankondigen wat de lezer in dit nummer kan lezen’. Maar dat is niet de traditie van het redactioneel in EXAMENS. En aangezien ik meer dan gewone belangstelling heb voor de geschiedenis in zijn vele facetten wil ik een traditie niet doorbreken, maar gewoon voortzetten. Het Redactioneel wordt gekenmerkt door een persoonlijke kleuring. Je leest iets over examinering wat je aandacht trekt, waar je het van harte mee eens bent of waarvan je gruwt. Je hebt in je Redactioneel de mogelijkheid om daar dan aandacht aan te schenken. Je wilt misschien wat invloed uitoefenen op de examenpraktijk. Je hebt je daar niet voor niets jarenlang druk om gemaakt in je baan. En nu je de rol van eindredacteur van EXAMENS hebt gekregen wil je je bijdrage aan het verhogen van de kwaliteit van de examenprocessen nog verder vergroten. Wellicht dat je persoonlijke inkleuring examenfunctionarissen op ideeën kan brengen om de examenkwaliteit waaraan zij dagelijks werken te vergroten. Dat zou toch een geweldige bijdrage aan de evolutie van examenprocessen kunnen zijn. Deze eerste keer mag u als lezer van EXAMENS nog geen uitgesproken opvattingen van mij verwachten over kwaliteit van examens en alles wat daar mee samen hangt. Zo’n eerste keer wil ik me alleen introduceren en blijk geven van mijn betrokkenheid bij het tijdschrift en bij de examenproblematiek. Zeven jaar maak ik ondertussen deel uit van de redactie. In al die jaren heb ik veel artikelen zien langs komen. En ik heb geconstateerd dat EXAMENS leeft. Het aantal artikelen dat spontaan aangeboden wordt stijgt. Moesten we de eerste jaren dat ik deel uitmaakte van de redactie nog wel eens extra acties ondernemen om voldoende kopij te krijgen nu is vrijwel het tegengestelde van toepassing. Samen met alle leden van de redactie en de uitgever werk ik met veel plezier aan het uitbrengen van een hoogstaand tijdschrift, dat niet alleen theoretische artikelen publiceert, maar ook praktijkartikelen. We heten tenslotte niet voor niets ‘tijdschrift voor de toetspraktijk’. Die praktijkinslag zal ook in de komende tijd van groot belang blijven. Ik heb een pragmatische inslag: je moet er natuurlijk wel iets aan hebben. EXAMENS moet betekenis hebben voor al die functionarissen die regelmatig met examens bezig zijn. En dat blijft de missie voor ons tijdschrift. Drs. A. J.C.M. de Jongh is eindredacteur van EXAMENS. 

€ 6,95

EXAMENS 2015-01 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2015-01 februari 2015 Leerwinst en toegevoegde waarde Ib Waterreus en Regina Stoutjesdijk In dialoog over de kosten van examinering Marleen van de Wiel en Paula Willemse Een gezamenlijke itembank van de SPH-opleidingen Maaike van den Herik en Dineke Behrend Het niveau van reflecteren in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo Rosa van de Veen en Hanneke Knoop-van Nuland Uit de praktijk - Surveilleren: onderschat, maar fundamenteel noodzakelijk Annie Kempers-Warmerdam Examens in bedrijf - Bureau voor Toetsconsultancy Ad de Jongh en Alex van de Kerkhof Redactioneel Gastcolumn Terecht of niet...? Verenigingsnieuws NVE Gezien en gelezen Literatuur Agenda We doen wat we kunnen. Toen ik half december het bericht las dat minister Bussemaker nieuw beleid inzet opdat jongeren ‘die moeite hebben met het mbo’, toch een diploma kunnen behalen, dacht ik, ja, we moeten doen wat we kunnen. In een gevoelig betoog gaat de minister in op kwetsbare jongeren die ‘tussen wal en schip raken’ en die ‘tussen instellingen heen en weer worden geschoven’. De harde werkelijkheid is immers dat zo’n 30.000 jongeren per jaar er niet in slagen het mbo-2 niveau te halen, zonder diploma het onderwijs verlaten en geen kansen hebben op betaald werk. Uit andere bronnen weten we dat er in Nederland ongeveer 1,3 miljoen mensen tussen 16 en 65 jaar laaggeletterd zijn en dat één op de acht Nederlanders zwakbegaafd is, wat iets anders is dan laaggeletterd. Zijn die 30.000 jongeren zwakbegaafd? Dat lijkt niet zo waarschijnlijk, want volgens de minister hebben ze ‘veel in hun mars’ en ze zijn toch door het vmbo gekomen. Nu gaat ook het vmbo op de schop, het moet worden versterkt, er komen tien beroepsgerichte profielen, het vmbo moet beter aansluiten op het mbo. Doorlopende leerlijnen van vmbo naar mbo moeten bijdragen aan een beter eindresultaat, een diploma. Op het mbo krijgen de kwetsbare leerlingen nu dus ook nog de mogelijkheid om een ‘vakdiploma’ te behalen. Met ‘vak’ wordt hier een beroep bedoeld. Ik vraag me af langs welke meetlat deze vakdiploma’s worden gelegd. Het zijn natuurlijk geen echte diploma’s, al worden ze zo genoemd, het zijn meer bewijzen van een bepaalde vakbekwaamheid. We zitten niet te wachten op diploma’s waarvan de lat zo laag ligt dat iedereen er over heen kan. Wat is dan nog de waarde van zo’n diploma? Een diploma van waarde heeft een civiel effect, het wordt erkend en herkend door de arbeidsmarkt als een bewijs van competentie en juist op die arbeidsmarkt moeten deze leerlingen ‘een gewaardeerde plek’ gaan innemen. We zullen zien, de tijd zal het leren, we doen wat we kunnen. Voor mij is de tijd gekomen om afscheid te nemen van de redactie van EXAMENS en van u, de lezers. Ik heb gedurende een jaar of zeven met veel plezier de taken van hoofdredacteur, of eigenlijk eindredacteur, uitgevoerd. De interessante interviews, de leuke contacten met auteurs, de boeiende artikelen, de uitstekende relatie met de uitgever en zijn team, de kameraadschappelijke redactievergaderingen, ik zal ze zeker missen. Maar ik weet dat ik mijn werk in goede handen achterlaat bij het huidige redactielid Ad de Jongh, die al bijna net zo lang deel uitmaakt van de redactie als ik. Wist u dat ‘We doen wat we kunnen’ de titel is van een lied van Blöf? Ik wist het niet, maar daar heb je internet voor. In het lied staat een regel die ik wel heel toepasselijk vind voor mijn afscheid: ‘Je weet dat je tijd niet kunt stoppen’. Wat kan ik daar nog aan toevoegen…

€ 6,95

EXAMENS 2014-04 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-04 november 2014 Maak examens meer toegankelijk voor doven Iris Wijnen en Tom Uittenbogert Een analyse van het voorstel van de Expertgroep BKE/SKE Harry Molkenboer Examinatoren beoordeeld Remko van der Lei De prestatiematrix beroepsbekwaam handelen Cor Laming De dekkingsmatrix als kwaliteitszorginstrument Susan Voogd, Mary Herboldt-Soudant en Marit Praagman Uit de praktijk: Score website Veronica Bruijns Examens in bedrijf: Dienst Uitvoering Onderwijs Annie Kempers-Warmerdam en Jackelien ter Burg Redactioneel Gastcolumn Terecht of niet? Verenigingsnieuws NVE Gezien en gelezen Literatuur en agenda Toetsen als complexe vaardigheid Velen beschouwen toetsen als een complexe vaardigheid. Mogen we dan van alle docenten verwachten dat zij dit kunnen of is goed toetsen alleen weggelegd voor specialisten? Van alle docenten wordt verwacht dat zij hun onderwijs aan kunnen passen aan het niveau van de leerlingen. Vragen die door een docent in een klas worden gesteld, leveren informatie op waarmee de docent peilt of de leerling de uitleg heeft begrepen. De docent toetst of de leerling de stof beheerst in relatie tot de te behalen doelen en bepaalt op basis daarvan wat er nog gedaan moet worden om de kloof tussen doel en huidige positie te verkleinen. Daarmee is het toetsen van leerlingen een continue activiteit en onderdeel van de complexe vaardigheid ‘doceren’. Het stellen van de juiste vragen, maar ook het goed verwerken van de informatie die vrijkomt, zal voor de ene docent complexer zijn dan voor de andere. Deze manier van toetsen door het stellen van vragen tijdens het geven van onderwijs heeft een formatieve functie. De vragen die docenten stellen, leveren informatie op waarmee de ontwikkeling van de leerling verder gestuurd kan worden. Docenten ervaren het stellen van vragen niet als complex. Wordt toetsen dan complexer als het doel van toetsen verandert? Op het moment dat vergaande beslissingen genomen moeten worden over het al dan niet slagen voor een opleiding of over de overgang naar een volgend studiejaar, slaat de twijfel bij docenten toe. Is er voldoende informatie voorhanden om te kunnen besluiten? Is de optelsom van alle afzonderlijke toetsen voldoende om een goede beslissing te kunnen nemen? En als er een beslissing genomen wordt, hoe kijkt de buitenwereld daar naar? Toetsing wordt dan iets dat zich niet meer alleen tussen studenten en docenten afspeelt, maar iets tussen docenten, de opleiding en de buitenwereld. Samenwerking tussen docenten, bijvoorbeeld bij de constructie van toetsen of bij het verwerken van verzamelde informatie, draagt bij aan het vertrouwen van docenten dat ook in complexe situaties de juiste beslissingen genomen kunnen worden. Toetsen kan een complexe vaardigheid zijn, maar we verwachten inderdaad dat docenten deze vaardigheid beheersen. Door meer vertrouwen in het eigen onderbouwd handelen, weten wat ze wel en niet zelf kunnen en samenwerken met collega’s kunnen docenten meer grip op de complexiteit krijgen. Het hoger onderwijs verwacht van alle docenten dat zij in ieder geval beschikken over een basiskwalificatie op het gebied van toetsen en beoordelen. Deze basiskwalificatie kan een bijdrage leveren aan het vertrouwen in het kunnen leveren van kwalitatief goede toetsen. In dit nummer van EXAMENS kunt u daar in de artikelen van Harry Molkenboer en Remko van der Lei meer over lezen. Veel leesplezier! 

€ 6,95

EXAMENS 2014-03 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-03 september 2014 Jureren in de paardensport, Over de paardenschool, dressuur en harmonie Kees Vellenga en Claartje van Andel Kwaliteitsborging van examinering in het mbo, Een website voor betrokkenen bij het examenproces Marloes van Bussel Het RCEC beoordelingssysteem, Beoordelen van de kwaliteit van centrale examens Piet Sanders Terecht of niet? Examenfraude Annemarie de Knecht-van Eekelen Gastcolumn: De mc-toets: een krasse grijsaard van honderd jaar Michael Nieweg Beoordeling van reflectievaardigheden, Een dialoog tussen examenkandidaat en examinator Rosa van de Veen, Hanneke Knoop-van Nuland en Erik Roelofs Identiteitscontrole, Een onderschat deel van het examenproces Annie Kempers-Warmerdam Uit de praktijk: De Competentie Thermometer Daniel Hoopman Kwaliteit van toetsing, Samen werken aan een duurzame verbetering Martijn van Grootel en Cilia de Jong Examens in bedrijf: Stichting Leerstation Zorg Ad de Jongh en Annemarie de Knecht-van Eekelen Gezien en gelezen Literatuur en agenda Verenigingsnieuws Functies van toetsing In juni 2014 heeft de staatssecretaris van OCW, Dekker, de Tweede Kamer een brief gestuurd onder de titel ‘Nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs’. Deze brief zal het uitgangspunt zijn voor een debat in de Tweede Kamer. De staatssecretaris wijst er op dat er nu ‘twee cruciale schakelpunten’ zijn opgenomen in de onderwijsloopbaan van leerlingen met landelijke summatieve toetsen: ‘de eindtoets primair onderwijs en de centrale examens in het voortgezet onderwijs, inclusief de rekentoets’. Hij noemt zes verschillende doelen van deze landelijke toetsen van informatie over leerlingen tot en met stimuleren van scholen om hun onderwijs te verbeteren. De vraag dringt zich op of de eindtoets en de centrale examens al deze doelen kunnen realiseren. Volgens de staatssecretaris kan dat en hij beroept zich daarvoor op een rapport voor de OESO waaruit hij het volgende citeert:  “The Dutch evaluation and assessment framework stands out internationally as striking a good balance between school-based and central elements, quantitative and qualitative approaches, improvement and accountability functions and vertical and horizontal responsibilities of schools.”  Hij is van mening dat er sprake is van een goede balans tussen de functies van toetsing, maar die moet wel worden bewaakt. Daarvoor doet hij een beroep op leraren, scholen, besturen, ouders, media en overheid. Hij vindt dat ouders en media zich moeten verdiepen ‘in de bredere ontwikkeling die leerlingen op school doormaken’, terwijl scholen hun ‘ranglijstjes over leeropbrengsten in de media in perspectief’ moeten plaatsen. Dat lijkt een vrome wens. Aan de ene kant voorziet de overheid alle betrokkenen met concrete data en resultaten, aan de andere kant wordt gevraagd om hier prudent mee om te gaan en vooral het ‘bredere verhaal’ te blijven vertellen.  Veel aandacht besteedt de brief aan de begrippen ‘leergroei’ en ‘toegevoegde waarde’. Het belang van het vaststellen van ‘leergroei’ is dat het geen momentopname is, maar het zijn gegevens over een langere – door de school te bepalen – periode die een aanvulling vormen op andere evaluatiegegevens. De staatssecretaris zal het voor scholen mogelijk maken om zelf de leergroei van leerlingen in kaart te brengen en zal daartoe “samen met aanbieders van leerlingvolgsystemen in de komende periode de benodigde stappen zetten”. Lastiger is het concept ‘toegevoegde waarde’, dat wat de school bijdraagt aan de leerwinst. Daarover is meer onderzoek nodig en afhankelijk daarvan zal beslist worden over de gebruikswaarde en praktische toepasbaarheid. In een volgend nummer van EXAMENS pakt de redactie deze handschoen op en zal in een artikel aandacht aan deze ontwikkelingen worden gegeven. Het laatste woord over functies van toetsen is nog niet gesproken. Bron: Kamerbrief 620559. Nut en waarde van toetsing in het funderend onderwijs. 13 juni 2014.

€ 6,95

EXAMENS 2014-02 Volledige uitgave

INHOUD EXAMENS 2014-02 mei 2014 Dataforensics: geen sinecure, Het analyseren van examengegevens op zoek naar mogelijke fraude. Annie Kempers-Warmerdam Gepubliceerd beleid van de Examencommissie, Transparantie en rechtszekerheid. Ton Lamers Terecht of niet? Eens dyslectisch - altijd dyslectisch Annemarie de Knecht-Van Eekelen Voorwaarden voor valide beoordeling van beroepsbekwaamheid, Een handreiking voor het HBO Gerard J.J.M. Straetmans Gastcolumn: Op een zwoele zomeravond Alex van de Kerkhof Examenkenmerken en verschillen tussen correctoren, corrigeren van het centraal schriftelijk examen - deel 3 Hans Kuhlemeier, Esther Kuijs, Stefan Boom, Hugo Gitsels en Ed Kremers De Statistiekfabriek, Uit de praktijk, Caspar Groeneveld Examens in Bedrijf, De stichting Studiebegeleiding Leiden. Desirée Joosten-ten Brinke en Alex van de Kerkhof Gezien en gelezen Literatuur/ Agenda Verenigingsnieuws Redactioneel: Toetskwaliteit. Kwaliteit van toetsen vraagt om een visie over toetsen die weergeeft waar je als opleiding of toetsorganisatie over een aantal jaren zou willen staan. Wat wordt verstaan onder kwaliteit kan variëren van persoon tot persoon en is ook afhankelijk van de rol die je hebt. Als ik tijdens trainingen vroeg wat de deelnemers – veelal docenten – verstaan onder kwaliteit van toetsing, dan kreeg ik een aantal jaar geleden voornamelijk antwoorden in de trant van “een toets moet aansluiten bij het doel dat ik wil meten”, of “de uitslag op de toets moet een juiste weergave zijn van het kennisniveau van de student”. Bijna alle antwoorden richtten zich op de basiscriteria van een goed toetsinstrument: betrouwbaarheid, validiteit en bruikbaarheid. De visie van docenten beperkte zich voornamelijk tot de visie op de kwaliteit van de toets bij het eigen vak. De laatste jaren zie ik een verschuiving optreden in de antwoorden. Nu hoor ik ook antwoorden als: “toetsen moeten aansluiten bij het onderwijsbeleid” of “er moet feedback worden gegeven”. Toetsen worden gezien als een onderdeel van een groter geheel waarin de ontwikkeling van studenten centraal staat. De huidige - positieve én negatieve - aandacht voor toetsing in het onderwijs draagt bij aan het tot stand komen van een visie over toetsing. Discussies over toetsing, bijvoorbeeld in LinkedIn-groepen, kunnen hier op een goede manier aan bijdragen. Dilemma’s bij het beoordelen van verslagen, het inzetten van externen in examencommissies, of het voorkomen van fraude zijn discussiepunten. Opvallend is dat de online discussies vrij kort zijn en onderbouwing van antwoorden ontbreekt veelal. Indirect en zeker op de lange termijn geloof ik wel dat zulke discussies bijdragen aan kwaliteit. Het brede scala aan besproken onderwerpen laat zien wat er allemaal komt kijken bij kwalitatief goede toetsing. Door het formuleren van je eigen visie op toetsing geef je antwoord op de vraag hoe jouw toekomstbeeld over toetsing is en hoe je binnen je opleiding of toetsorganisatie wilt omgaan met veranderingen. Wat zijn de doelen die je wilt bereiken en met wie ga je dat samen doen? Het samen met anderen je doelen en visie over toetsing formuleren is een ontwikkeling die volop is ingezet. Het rapport Vreemde ogen dwingen van de Commissie Bruijn uit 2012 heeft daar zeker aan bij gedragen. Ook al was dit rapport met name gericht op het hbo, de hele onderwijskolom doeter zijn voordeel mee. De verschuiving van antwoorden tijdens mijn trainingen zijn wellicht ingegeven door dit rapport, maar niet alleen daardoor. Ik vond het erg leuk om tijdens een van de laatste trainingen te horen dat iemand geïnspireerd was om na te denken over kwaliteit van toetsing door een artikel in het tijdschrift EXAMENS … en of ik dat tijdschrift kende…. Ik hoop van harte dat u ook dit keer weer geïnspireerd raakt door de artikelen in dit nummer en dat het mag bijdragen aan uw eigen visieontwikkeling over toetskwaliteit. Mw. dr. D. Joosten-ten Brinke is hoofdredacteur van EXAMENS, lector Eigentijds toetsen en beoordelen bij Fontys lerarenopleiding Tilburg en universitair hoofddocent bij de Open Universiteit.

€ 6,95

Schrijf je in voor de nieuwsbrief en blijf op de hoogte!

Op weg naar ruimte en vrijheid

Crisis als aanleiding om inzicht te vergroten in (je) identiteitswerk

Datum:
Locatie:

Download gratis deze white paper